De fatale staat van P.H.A. Frissen
Een van mijn vakantieboeken dit jaar was: “De fatale staat” van de hoogleraar bestuurskunde, Paul H.A. Frissen. Dat boek is al in 2013 verschenen en ik had het al een paar keer in mijn handen bij onze mooie boekwinkel, die ik nog steeds “Zwikstra” noem, al heet de winkel al enige tijd “The Read Shop”. Uiteindelijk liep ik dus met dat boek de winkel uit en ja, op mijn laatste vakantiedag, vandaag, zondag 30 augustus, kreeg ik het uit.
Hieronder doe ik een particuliere poging vast te leggen en vast te houden wat ik daarvan onthouden wil, bij wijze (vinger)oefening. Graag nodig ik u uit die poging van mij te volgen en als u halverwege afhaakt, luister dan dan het de meer toegannkelijke podcast van een interview van Lex Bohlmeijer van De Correspondent door hier te klikken
Kern van het boek van Frissen is, heel kort door de bocht: “Shit happens” en wij mogen niet verwachten dat de staat ons behoed voor al het onheil dat over ons kan komen. Frissen haalt daarbij de Griekse tragedie, Nietzsche: “het leven is lijden”, het christendom en het Verlichtingsideaal aan. Zijn betoog komt er op neer dat, als wij geen totalitaire staat moeten willen die in kan grijpen in alle aspecten van ons bestaan, wij hebben te leren leven met pech leed, drama’s en tragedies. De Verlichting en de secularisatie ontnamen ons het uitzicht op verlossing van het kwade in het hiernamaals en gaven ons de utopie, ook een religie eigenlijk, van de maakbare samenleving.
Dat heilig geloof in die door moderniteit en technologie te beheersen en te besturen samenleving is doorgeschoten. Het heeft de politiek en Frissen legt hier de nadruk op de populistische politiek, ertoe gebracht de tragiek van het leven niet meer al noodlot te aanvaarden.
“Tussen populisme, maakbaarheid en rationaliteit bestaat een uiterst gecompliceerde verbinding”
“Tussen populisme, maakbaarheid en rationaliteit bestaat een uiterst gecompliceerde verbinding” aldus Frissen, “Het populisme wil verlossing (ook van het kwaad van de elite edv) en verwacht dat deze politiek te verwezenlijken is als de waarheid van het volk wordt gevolgd (….) Rationeel is voortaan wat de meerderheid wil.(…) De meerderheid heeft het gelijk van de emotie en intuïtie, vaak ook “de onderbuik” genoemd. De waarheid licht op straat.” [i] Zonder geïnteresseerd te zijn in rationele onderbouwing formuleert het populisme bij voortduring radicale oplossingen voor het leed dat door de ander en het andere over ons komt.
Het enige wat de traditionele politiek hier tegenover kan stellen –redelijke tegenargumenten treffen geen doel- is voorkomen dat zij, de “elite”, de schuld krijgt van het falen van de staat, wanneer zich toch weer een tragisch (onvermijdelijk) noodlot voltrekt. Toezicht, preventie interventie, hoe symbolisch ook worden ad absurdum uitgebreid.
De moderne staat die met zijn goede bedoelingen dat maakbaarheidsideaal wil realiseren zal zich snel laten verleiden door “een doel heiligt de middelen-argumentatie”. In het streven de wereld te scheppen naar het een of ander ideaal moet de wereld natuurlijk worden beheerst. Wat begint met het vastleggen van het adres van de belastingplichtige of crimineel komt als snel uit bij het vastleggen van het adres van de potentiële crimineel en verder. “Wie niet alleen hoopt mensen gelukkig te maken, maar dat ook voor de mensheid als geheel wil bereiken uit naam van een of ander ideaal, is opmerkelijk vaak te porren voor beleid, wetgeving en financiële prikkels, waarmee de stap naar verplichting snel is gezet.”[ii] Het eindpunt laat zich raden. Zie hoe Robespierre de idealen van de Franse Revolutie trachtte te verwezenlijken en recentere uitwassen zijn natuurlijk het Nazisme en het Communisme. Wat begint met zachte in- en uitsluiting van meerderheden en minderheden brengt ons zoals “Jeder Prinzip” uiteindelijk “zum Teufel”. In dit verband miste ik wel een verwijzing van Frissen naar Albert Camus met zijn verwerping van ideologieën en zijn veroordeling van iedereen daar blindelings achteraan loopt.
“De soevereiniteit van de staat berust op het monopolie van het geweld”
De wat mij betreft belangrijkste lessen die Frissen ons leert zou de politiek zich wel meer ter harte moeten nemen. “In de democratie is de soevereiniteit van de staat gelegitimeerd omdat deze namens de burgers wordt uitgeoefend (Zie Rousseau, Hobbes en Lock en de fictie dat de burgers een soort contract met die staat hebben gesloten, edv). De rechtstaat op zijn beurt heeft de burger de bescherming gegeven tegen de ongebreidelde macht van de soeverein, ook als deze de gedaante van een democratische meerderheid aanneemt. Hiermee verdwijnt het kwade niet uit de wereld, maar is het in zijn ultieme vorm – het geweld tegen de burger – monopolie van de staat geworden. Autonomie van het politieke is zo soevereiniteit van de heerser geworden, die met geweld van de staat de maatschappelijke stabiliteit van de vrede garandeert. (…) Het geweld gaat dus aan de stabiliteit, ook als deze de gedaante van een rechtstaat heeft, vooraf.” (…) De soevereiniteit van de staat berust op het monopolie van het geweld. (…) De soevereiniteit kent uiteindelijk geen rechtvaardiging” [iii].
Daarom dienen de democratie en de rechtstaat-idee om de macht van de staat met zijn geweldsmonopolie, te beperken. Juist waar die staat van twee kanten onder druk gezet wordt om ons van het kwade te verlossen om de tragiek uit de wereld te helpen. Het populisme geeft, met een beroep op die onbestemde wil van het volk, de elite de schuld van die tragiek of van het niet optreden daartegen en de meer traditionele politiek verleidt de staat tot wat Frissen “gulzigheid” noemt. Met onze verlichte geest gaan we ervan uit dat er voor elk probleem een oplossing is. Dat uit zich in een almaar uitdijende overheid. En wat dan dreigt is een totalitaire greep van de politiek op de maatschappij. Dat kan heel onschuldig beginnen. Als weer een potvis aanspoelt aan Nederlands kust, ontwerpt het ministerie een potvisprotocol. De bezoekster van het popfestival waar een orkaan heeft toegeslagen vraagt zich verontwaardigd af waarom de organisatie geen meteoroloog in dienst heeft. Het Kamerlid eist beleid tegen pesten op school. De wetenschapper waarschuwt voor de laatste keer: als zijn oplossing niet verplicht wordt voorgeschreven, valt het leed niet te overzien. Het consultatiebureau bestookt jonge ouders met vragenlijsten, protocollen en kinddossier om risico’s zo spoedig mogelijk op te sporen. En de burger eist bescherming tegen alle soorten pech.
“Want de politiek en de staat zijn er niet voor om de maatschappij te maken of te vormen naar een of ander idee.”
Stel je onder die druk als staat maar terughouden op. En toch pleit Frissen daarvoor. Want de politiek en de staat zijn er niet voor om de maatschappij te maken of te vormen naar een of ander idee.
De politieke orde is een symbolische orde, geen waarheid of rationaliteit. Een orde waarin met handelingen, gebaren en woorden de strijd om de macht wordt gevoerd. Een forum en discussieplaats of debatcentrum Dat heeft het populisme beter begrepen dan de bestaande politiek, die voor elk vraagstuk – van obesitas tot overlast, van pesten tot klimaatverandering – een oplossing wil vinden. Waarheid en moraal moeten daarvoor de legitimatie bieden, terwijl we van Machiavelli hebben geleerd dat politiek machtsuitoefening is zonder vanzelfsprekende legitimatie van buitenaf.
Waarheid, moraliteit ideologieën en utopieën nastreven is niet aan de staat of de politiek, daar komen ongelukken van groter dan de gewone tragedies waarmee we al hebben te leven. De staat heeft slechts voor die symbolische politieke orde zorg te dragen en inbreuken daarop tegen te gaan, waar nodig met zijn geweldsmonopolie, maar dat zelfde geweldsmonopolie legt ook een beperking op aan de staat. Dat monopolie mag slechts worden aangewend om de burgerlijke vrijheden van de democratische rechtstaat te waarborgen en die geven een burger het recht geen gebruik te maken van de Verlichtingsidealen en de rede. Frissen haalt hier ter illustratie Monty Python’s Life of Brian aan waarin ook weer een onbedoelde leider zijn volgelingen laat scanderen: “We are all individuals” . Maar een van hen roept dan: “No, I’m not” Frissen over deze onafhankelijke geest: Deze dissident die geen individu wil zijn, zal het ongetwijfeld zwaar krijgen als de grootst mogelijke meerderheid het individualisme wil collectiveren. Ik zou bijna met een beladen term “gelijkschakelen” willen gebruiken. Een terughoudende staat laat die ruimte voor die eenling die niet wil emanciperen of die zich obees wil (vr)eten.
Tijdens mijn vakantie in Frankrijk vond daar dat incident plaats in de Thalys. Een man die mogelijk een terroristisch aanslag wilde plegen in die Franse hoge snelheidstrein, werd gelukkig overmeestert voor hij zijn voornemen goed en wel uit kon voeren. Ik was blij verrast door de eerste reacties van de politici in Nederland en Frankrijk. Onze minister van Veiligheid en Justitie, Van der Steur, liet direct weten geen extra maatregelen te zullen nemen naar aanleiding van dit incident. Dit soort incidenten zijn immers niet te voorkomen. Hadden die politici ook het boek “De fatale staat” mee op vakantie genomen? Maar al snel kwam een eind aan deze prijzenswaardige politieke terughoudendheid. Er werden toch maatregelen afgekondigd. De politieke dadendrang bleek toch ontembaar. Hier moet wel opgemerkt worden dat ook Frissen van mening is dat de staat in principe wel heeft op te treden tegen aanvallen op de democatische rechtstaat, mist dat optreden zinvol is natuurlijk.
Wanneer zien we dat de keizer geen kleren aan heeft?
Gevolg van optreden tegen noodlottige en dus onafwendbare incidenten: We ondervinden straks misschien niet alleen vertraging bij het inchecken in vliegtuigen, vanwege dat onzinnige verbod op vloeistof in de handbagage, maar ook bij (internationale?) treinreizen moeten we straks deemoedig de last van nieuwe zinloze maatregelen ondergaan, weer bedoeld om de illusie op te wekken dat “shit” toch te voorkomen is. Wanneer zien we dat de keizer geen kleren aan heeft?
[i] blz. 46
[ii] blz. 202
[iii] blz. 118 ev