Het weekend van 15/16 september weer veel bezorgdheid te lezen over de democratie en over de instituties die die democratie zouden moeten schragen.
Het belang van goede journalistiek

Xandra Schutte (@xandraschutte ) beschrijft in de rubriek: “In het nieuws” van de Groene Amsterdammer #37, de hedendaagse grote veranderingen op sociaal (de vele kloven die ontstaan) , technisch (digitalisering) en klimatologisch gebied. Ze stelt vast dat al die ontwrichtende veranderingen gepaard gaan met verlies van vertrouwen in de instituties: in de politiek, de wetenschap, de rechterlijke macht en niet in de laatste plaats in de journalistiek. Als triest dieptepunt noemt zij Donald Trump met zijn sneren over het ‘fake news’ van de ‘enemy of the people’ ( de main stream media).
Schutte kreeg die zaterdag steun van Bas Heije ( @Bjheijne ) in NRC. Zijn stuk “Wij zijn beter te manipuleren dan ooit” . Heine haalt de Amerikaanse literatuur criticus Michiko Kakutani aan die in haar boek “The Death of Truth: Notes on Falsehood in the Age of Trump” ons een spiegel voorhoudt:
“We zijn door-en-door narcistisch geworden, aangemoedigd om onszelf als middelpunt van alles te zien (selfie-cultuur!). Waar is wat we voelen – en alles wat die waarheid in twijfel lijkt te trekken zien we als een leugen, of iets wat ons dwarsboomt. Door nieuwe technologie en de opkomst van sociale media heeft een verkaveling van het maatschappelijke debat plaatsgevonden – in plaats van vrije uitwisseling van argumenten is er groepspolarisatie.”
Heijne eindigt hoopvol met de Britse onderzoeker Bobby Duffy die in zijn boek “Perils of Perception” de visie neerlegde dat wanneer we weten hoezeer we geneigd zijn onze emoties ons idee van de waarheid te laten beïnvloeden, zijn we beter bestand tegen foute aannames. Er is geen reden tot wanhoop, stelt hij, Duffy, „we zijn minder slaaf van onze verkeerde manier van denken dan het soms lijkt. We veranderen nog steeds van mening en nog altijd spelen feiten daar een rol bij”.
En voor feitenonderzoek en duiding van de feiten hebben we goed werkende journalistiek nodig en programma’s als Tegenlicht, Brandpunt +, Zembla, Andere Tijden en op de radio Argos. Dat soort programma’s laten zich niet vervangen door vormen van “infotainment”.
Referendum als gevaar voor de democratie
Mijn weekend van 15/16 september jl. werd helemaal goed na het lezen van het opiniestuk van de journalist o.a van de Groene Amsterdammer, Marcel ten Hooven (@MarceltenHooven ). In zijn stuk “Democratie is er voor de minderheid” gaat Ten Hooven weer terug naar de essentie van de democratie. Eerder schreef ik op deze plaats al een blog met de titel: “Verkiezingen zijn niet democratisch“. Inderdaad zijn we met onze verabsolutering van de stembusuitslag en van het resultaat van de stemming door volksvertegenwoordigers ver weg geraakt van het wezen van de democratie.
Ik zou het hele stuk van Ten Hooven hier wel willen weergeven maar ik beperk mij tot enkele citaten:
“Idealiter, tot haar kernwaarde teruggebracht is de democratie een manier om fatsoenlijk met elkaar om te gaan. Zij is dus een vorm van beschaving.”
“Voor verreweg de meeste mensen zal gelden dat ze voor zichzelf vrijheid willen. Dat ze de ruimte willen hebben om naar eigen overtuiging te leven. Dat ze met respect tegemoet willen worden getreden. De ‘gulden regel’ die in alle grote religies en wereldbeschouwingen als praktische ethiek is geformuleerd (behandel anderen zoals jezelf behandeld wilt worden) is dus ook een basisregel voor de democratie in haar betekenis van fatsoenlijke omgangsvorm.”
“Anders geformuleerd: het democratische en rechtsstatelijke gehalte van een natie is af te lezen aan de mate waarin je ‘anders’ kunt zijn zonder dat anderen jou als een bedreiging gaan zien.”
“De democratie is dus pas een volwaardige als zij is vastgeklonken aan burgerlijke rechten en vrijheden die minderheden tot hun recht laten komen. Niet de wil van de meerderheid is de kernwaarde van de democratie, maar de bescherming van minderheden. “
Na dat belang van die getalsmatige meerderheid terecht te hebben gerelativeerd -en dat zouden meer mensen moeten durven politici zelf maar ook de “duidende journalistiek”- neemt Ten Hooven makkelijk de stap het referendum een domme vorm van democratie te noemen. “Het kleedt de democratie uit tot enkel het stemrecht en reduceert haar daarmee tot de simpele gedachte dat een kwestie is afgedaan zodra de kiezer heeft gesproken. Die uitspraak krijgt dan, zoals in het Brexitdrama, de status van een soort volmacht om de wil uit te voeren van degenen die bij het referendum de winnende stem uitbrachten.” Net vandaag, zondag 23 september 2018 is de discussie in het Verenigd Koninkrijk over een nieuw te houden referendum weer in volle hevigheid uitgebroken nadat de Labour-leider Corbyn ook bereid blijkt een tweede Brexit-referendum te steunen. Weer zal dan kwaad met kwaad vergolden worden vanwege wat Ten Hooven die misvatting noemt die schuilgaat achter het referendum, namelijk, dat iedereen van alles verstand heeft en erover kan oordelen. Ten Hooven eindigt dan met een pleidooi voor het behoud van onze representatieve democratie, ook al belichaamt de uitkomst van de stemming nooit de ultime waarheid. Een politiek besluit zou nooit onherroepelijk moeten zijn , ook het Brexit besluit niet. Altijd zou het besef moeten blijven bestaan dat het politiek besluitvormingsproces, hoe zorgvuldig ook doorlopen, imperfect blijft.
Ik kan het niet laten zijn slotalinea’s integraal weer te geven:

“In het debat wisselen politici die geacht worden deskundig te zijn – noem hen een elite – standpunten uit, wegen zij argumenten en belangen, beoordelen ze praktische consequenties, wettelijke haalbaarheid en mogelijke strijdigheid met rechtsstatelijke principes, om tot slot een poging te doen het geheel uit te werken in compromiswetgeving.
Het is dus zinnig om het in de discussie over onze democratie eerst over de inhoud te hebben en dan pas over de vorm: het bestel. Er wordt veel gezucht en gesteund over ‘onze’ representatieve democratie, maar met haar ingebouwde dwang tot matiging, haar lerende eigenschappen, het gewicht dat zij aan de stem van minderheden geeft en de kritische afstand die ze creëert tussen kiezers en gekozenen, organiseert zij de kunst van het samenleven beter dan andere stelsels. De conclusie moet zijn: perfect is zij niet, maar van alle democratieën is de onze de beste.
Terecht kreeg dit stuk de volgende “subkop” mee:
Democratie In een democratie moet je ‘anders’ kunnen zijn zonder dat anderen jou als een bedreiging zien. Laat ons politiek bestel daarom ongemoeid: het voldoet het beste aan die voorwaarde. En houd nu op over dat referendum, schrijft