In mijn vorige blog schreef ik over de snelheid waarmee de democratieën van het VK en de VS onder respectievelijk de Brexit-chaos en Trump ernstig beschadigd zijn geraakt.
Dat plaatste ik in het kader van de door Hannah Arendt met zoveel woorden gepropageerde “oordeelsplicht“, die titel ook van mijn vorige blog.

Arendt liet niet na het belang van denken in een democratische samenleving te benadrukken. Zij schreef:
“Ook niet-denken echter, dat zo’n aanbevelenswaardige toestand lijkt in politieke en morele aangelegenheden, heeft zo zijn risico’s. Door mensen af te schermen voor de gevaren van onderzoek leert men hem zich vastklampen aan om het even welke voorgeschreven gedragsregels zoals die op een bepaald ogenblik in een gegeven samenleving gelden. Mensen raken dan niet zozeer gewend aan de inhoud van de regels -een grondig onderzoek hiervan zou hen radeloos maken- als wel het bezit van de regels, die ze op alle bijzondere gevallen kan toepassen. Als iemand verschijnt die, om welke reden ook, de oude ‘waarden’ of deugden wenst af te schaffen, dan zal hem dat niet zwaar vallen op voorwaarde dat hij een nieuwe gedragscode aanbiedt, en hij zal relatief weinig geweld en geen overreding nodig hebben – d.w.z. bewijsvoering dat die nieuwe waarden beter zijn dan de oude- om die code op te leggen.”
Die nieuwe code hoeft noch rechtvaardig noch op waarheden gebaseerd te zijn. In ander verband schreef Arendt dat “niet zozeer de overtuigde communist of nazi de ideale onderdanen van een totalitair regime zijn, maar al degenen die niet langer het onderscheid tussen waarheid en leugen kunnen maken.”
Zo is het zowel Trump als de campaigners voor “Leave” (Brexit) gelukt om hun succes op leugens te stoelen. Niet voor niets hekelt Trump keer op keer de vrije pers die zijn leugens aan de kaak stelt.
Met deze zwartgallige wetenschap in het hoofd las ik onlangs een interview met de Kroatische schrijfster Dubravka Ugresic. Dat interview vond plaats naar aanleiding van het verschijnen van haar nieuwe boek “Het tijdperk van de huid” en stond vrijdag j.l. in het NRC.

“Nadat in 1991 in Joegoslavië de oorlog uitbrak, nam Ugresic stelling tegen het moordzuchtige geweld en de nationalistische ideeën van zowel de Kroaten als de Serviërs. In de pers schreef ze kritisch over de cultuur van leugens die daarmee samenhing. Het leverde haar een haatcampagne op van de nationalistische Kroatische media, die haar voor ‘verrader’, ‘vijand van het volk’ en ‘heks’ uitmaakten.”
Haar uitgever was in 1992 politiecommissaris geworden en kwam woest op haar voordeur bonzen vanwege wat zij geschreven had. Daarna ging ze verder met het uiten van kritiek op het primitivisme en nationalisme, van o.a. ook haar collega’s. Ja, zelfs in intellectuele kringen waarin Ugresic verkeerde, werd simpelweg niet meer nagedacht. Vrienden met wie ze al twintig jaar had samengewerkt keerden zich van haar af, alleen omdat zij wél kritisch bleef.
Omdat zij als een van de weinigen, weigerde om achter de nationalistische en fascistische leugens aan te lopen werd zij als paria, uitgesloten, door haar voormalige vrienden en geestverwanten.
In het interview zegt zij over dat fascisme:
„Fascisme is de zachtste, meest natuurlijke conditie van de mens. Als je niet meedoet, hoor je er niet meer bij. En de angst voor uitsluiting is ieders grootste angst. Dat geldt voor de meerderheid van de mensheid. Al op de kleuterschool wil niemand buitengesloten worden. Zelf werd ik daar gepest omdat ik een Bulgaarse moeder had. Je wordt gedwongen ergens bij te horen en dat is precies de basis van iedere fascistische organisatie. Het marktdenken, waarin iedereen hetzelfde wil hebben, speelt er ook een rol in.”
Of het nu over Goudse kaas, hamburgers van die beroemde fastfood ketens of over Nutella gaat, mensen lijken tot veel “smaak concessies” bereid om maar bij die grote groep gelijkgezinden te behoren. Ugresic noemde die Goudse kaas ook in haar interview en trok die vergelijking door door te zeggen:
„Ja. Sterker nog, in de toekomst hoeven ze helemaal geen eigen smaak meer te hebben. Om je vrienden te behouden moet je houden waar zij van houden.”
Maar moet je ook vinden wat je vrienden vinden, moet je die blind volgen ook als het over iets meer gaat dan over smaak? Vindt je dat dan brul je uiteindelijk dus met je vrienden mee: “minder minder, minder” (Marokkanen) tot “Lock her up, lock her up.” (Trump over Hillary Clinton).
Dit weekend schreef The Washington Post dat de Republikeinen voor de keuze staan: Betray Trump or betray the country? Laten ze het “vaasje” (het land) of Trump vallen?
Sturen ze hun geweten, hun onderscheidingsvermogen, met vakantie om “er maar bij te horen” om de eenheid in de partij te handhaven of nemen ze de moeite om tijd te besteden aan het (gewetensvol) vormen van een eigen mening. Voldoen ze aan die oordeelsplicht uit mijn vorige blog.
Zeker met alle nieuwe digitale technieken en de invloed van de sociale media zullen we ons steeds weer moeten afvragen: “Klopt dit wel” wat ik hier zie, lees, hoor.
De grootste bedreiging voor dat vaasje van Rutte is misschien wel de luiheid en gemakzucht waarmee de leugen voor lief wordt genomen, niet wordt onderzocht laat staan weersproken.
[…] in “Dat ‘vaasje’ van Rutte is zomaar stuk “ haalde ik net als Gescinska Hannah Arendt aan, ik met deze woorden: “niet zozeer de overtuigde […]
LikeLike