Een literair tijdschrift in tabloid formaat, het zet je op het verkeerde been misschien. Van aflevering 3 van de honderdnegenenzeventigste jaargang, een themanummer over Leiderschap, werd ik weer heel gelukkig. Vooral de bijdrage van Damiaan Denys[i] getiteld “Leiderschap als gedeelde leugen”. Het stuk begint met een verhandeling over de neus van Cleopatra. Een uitwerking van die veel geciteerde uitspraak van Blaise Pascal: “Le nez de Cléopâtre, s’il eût été plus court, toute la face de la terre aurait changé”[ii] En ik mij maar afvragen wat er nu toch met die neus van Cleopatra was toen ik “Asterix en Cleopatra” las. De diepere achtergrond van al die zinspelingen op dat beroemde reukorgaan werd mij pas later gewaar. Ik bevind me op dit punt in goed gezelschap, al googelend kwam ik dit stuk tegen van de historicus Miriam van Ommeren “De Mooiste neus” een hele verhandeling over Cleopatra en haar neus. Het stuk van Damiaan Denys eindigt met: “Cleopatra heeft ongetwijfeld de wereldgeschiedenis veranderd, maar was het haar neus of fenomenaal leiderschap? Haar neus was haar fenomenaal leiderschap.” Maar daartussen, tussen de opening met dat bekende citaat over die mooiste neus en de vaststelling dat die neus van Cleopatra haar leiderschap “belichaamde”, trof ik nog vele goed citeerbare aforismen en beschouwingen aan. “Alle religieuze leiders, yogameesters, mental coaches, psychiaters, psychologen, managementopleidingen, consultancybureaus en caféfilosofen van de hele wereld danken hun bestaansrecht aan die ene universele menselijke behoefte. Die diepe overtuiging dat er een autoriteit bestaat die het finale antwoord op al mijn vragen weet. (…) Excellent leiderschap weet deze behoefte en de illusie van alwetendheid in stand te houden door enerzijds mensen bang te maken en anderzijds hen op afstand te houden.”
Denys citeert ook: “‘Die avond in Lodi begon ik te geloven in mezelf als een uitzonderlijk persoon, en werd ik begeesterd door de ambitie grootse daden te verrichten die tot dan toe enkel in fantasie bestonden’ (Napoleon Bonaparte). Een Napoleon-complex zal de diagnose zijn geweest van psychiater Denys als het niet om Napoleon zelf ging. Hij vervolgt met: “De leider gaat zich vereenzelvigen met het leiderschap. Hij ziet ’s ochtends een leider in de spiegel en niet diegene die een rol vervult als leider. De leider komt in de verleiding zich de karakteristieken van zijn functie persoonlijk toe te eigenen, en gaat toevallige omstandigheden ten onrechte interpreteren als resultaten van zijn beleid.” Of je wilt of niet maar al de Zonnegodjes komen wel in je gedachten: Jos van Rey, Maseratiman Möllenkamp, Louk Hermans, maar ook lieden als Wilders en Trump. Hoofdartikel schrijver van “De Groene Amsterdammer” Casper Thomas lijkt ook geïnspireerd door het thema van De Gids waar hij over Trump en Wilders schrijft:
“Het succes van Wilders in de peilingen, net als dat van Trump, berust vooral op een electoraat met de ‘bereidheid het onmogelijke te proberen’.” Of zoals Denys stelt: “Leiderschap voltrekt zich in de acceptatie door het volk van het vooruitzicht op een nieuwe, gemeenschappelijke en beloftevolle werkelijkheid die er nog niet is.” We willen het allemaal zo graag geloven tot we die kleren van de keizer opeens niet meer zien en dan voelen we ons in de steek gelaten. Maar dan kunnen we als kiezer toch weer gebruik maken van de mogelijkheid die de democratie ons ook weer biedt: “Democratie, hoe onnozel ze ook wordt uitgevoerd, speelt een essentiële rol in het spel van erkenning. In een democratie geeft het volk het leiderschap te kennen dat ze de mogelijkheid bezit leiderschap niet te erkennen”
Krijgt het volk dan toch gewoon de leider m/v die het verdient?
[i] hoogleraar psychiatrie aan de universiteit van Amsterdam (AMC), en neurowetenschapper aan het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen (KNAW-NIN).
[ii] Als Cleopatra’s neus korter was geweest, dan had ’s werelds gezicht er anders uitgezien