De Britse filosoof Alasdair Chalmers MacIntyre was er van overtuigd dat mensen, “storytelling animals” zijn. In zijn boek “After Virtue” schrijft hij; “man is in his actions and practice, as well as in his fictions, essentially a story-telling animal.
Van mythologische verhalen, van de Bijbel tot de sprookjes, van het Communistisch Manifest tot “The American Dream” (Van krantenjongen tot miljonair) leren we hoe karakters gekend en gevormd worden in het drama waarin we geboren worden. Een drama of tragedie, want al onze verhalen eindigen met de dood. Uiteindelijk maken we van ons eigen leven, van onszelf ook een verhaal. Zonder verhalen tasten we angstig in het ongewisse duister. Het is moeilijk een samenleving te begrijpen zonder zo’n voorraad verhalen. Ieders eigen databank zit vol verhalen met antwoorden op onze levensvragen.
We need stories

Jan Leijten, oud advocaat–generaal bij de Hoge Raad en overleden in 2014, verzuchtte ooit: “We need stories” en zelf schreef hij ook mooie verhalen voortkomend uit zijn praktijk, zoals bijvoorbeeld “De verschrikkelijke eenzaamheid van de inbreker”
Coen Drion, advocaat en van 2010 tot 2015 Raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden, riep advocaten ooit op hun zaken “in een bepaald thema aan de rechter voor te leggen: ‘Deze zaak gaat in essentie over het volgende.’ Dat kan het verschil maken, vooral in kwesties waar de feiten diffuus zijn.” Ik lees in die oproep ook een advies de zaak en een context, lees in een verhaal te plaatsen.
En deze maand verscheen een artikel in het juridisch maandblad “Ars Aequi” een artikel met de titel “Storytelling in de civiele procespraktijk”.
Net als Coen Drion putten de schrijvers van dit artikel uit hun eigen ervaring als advocaat. Hier wat bevindingen en citaten van de schrijvers.
Tony’s Chocolonely
“Vandaag de dag wordt storytelling meer en meer voor commerciële doeleinden ingezet, bijvoorbeeld om de verkoop van een bepaald product te bevorderen. Een bekend voorbeeld daarvan zijn de chocoladerepen van Tony’s Chocolonely, die in ongelijke stukken zijn verdeeld om daarmee aandacht te vragen voor de ongelijke verdeling van inkomsten en de slavernij in de cacao-industrie.”
Dat verhaal kende ik niet, dus er gaat wel eens wat mis bij “Storytelling”.
Van oudsher gaat het in het procesrecht om feiten. Je beroept je als eiser op feiten (feiten stellen , in jargon). Die stellingen worden dan weer betwist door de tegenpartij. En uiteindelijk moeten de feiten, nodig om een vordering te dagen, bewezen worden.
Is het glas nu half vol of half leeg?
Maar ook in het recht, ligt de waarheid vaak ergens in het midden. Zie wat ik ooit schreef

over het “Gerijpte proces” in een “Column over een column”. Gekscherend zeg ik van mijn eigen werk wel dat ik, wanneer de wederpartij beweert dat het glas hal vol is, met overtuiging tracht te beweren dat dat glas toch echt half leeg is. Dezelfde feiten vaak maar anders ingekleurd. Mijn collega’s beschrijven dat in hun stuk als volgt:
“Wat kan worden gedaan om de in de gestelde feiten liggende kernboodschap optimaal te communiceren, betrokkenheid van de rechter te creëren en zijn sympathie voor een bepaald standpunt te winnen? Het klinkt wellicht als een open deur, maar dit begint wat ons betreft in verreweg de meeste gevallen met een gedegen onderzoek naar, en het maken van een afgewogen selectie uit, de beschikbare feiten. Pas daarna komen technieken als framing en beeldvorming, waarover meer hierna, aan bod.”
Karaktermoord
Dat laatste ontaard vaak in vormen van “karaktermoord” waarbij de advocaat ervoor moet waken zich niet onnodig grieven te uiten.
Even verderop in het stuk wordt de dagvaarding besproken, de proces inleiding, waarin vaak veel aandacht wordt besteed aan de feiten en daarover zeggen de schrijvers:
“Het is daarbij de kunst niet alleen aandacht te besteden aan de feiten die strikt genomen noodzakelijk zijn om de vordering te kunnen dragen, maar ook – zij het met mate – aan de feiten die bijvoorbeeld het standpunt van de eigen cliënt sympathieker maken, of dat van de wederpartij juist minder sympathiek en daarmee zogezegd appelleren aan het rechtvaardigheidsgevoel van de rechter. ”
en verderop
“Het kost vanuit menselijk oogpunt minder moeite om de sympathieke partij met het sympathieke standpunt gelijk te geven. Een onsympathieke partij gelijk geven dan wel een onsympathiek standpunt honoreren, vergt net iets meer inspanning en moed.
Daar kunnen procespartijen door middel van storytelling op inspelen.”
Het blijft mensenwerk en mensen hebben verhalen nodig ( “We need stories”) want “man are storytelling animals”