Nieuw vooraf naar aanleiding van de discussie rond Anne Faber.
Na ieder drama, na ieder noodlottig incident komen altijd de vragen “Waarom?”, “Hoe kon dit gebeuren?” En wordt er op zoek gegaan naar een schuldige. Er ontstaat een gevoel van onveiligheid en er komt kritiek op de rechtspraak. Aan de hieronder te bespreken veiligheidsparadox is weinig te veranderen. Tegen de kritiek op de rechtspraak bestaat misschien wel een remedie.
Begin dit jaar schreef ik op deze plaats over de ideeën van David Van Reybrouck, cultuurhistoricus en schrijver, over de loting als nieuw middel om te bepalen wie volksvertegenwoordiger zal worden: “Verkiezingen zijn niet democratisch“.
Hij spreekt, in zijn boek of pamfet “Tegen Verkiezingen”, in dit verband van electoraal fundamentalisme. Van Reybrouck trekt ook een parallel met de juryrechtspraak in de VS, waarbij ook de juryleden door middels van loting worden aangewezen. De ingelotenen krijgen zo de kans en de opdracht hun “burgerplichten” te vervullen.
Behalve de volksvertegenwoordiging is ook de rechtspraak een belangrijk onderdeel van onze democratische rechtsstaat. En op die beide instituties heeft de mondige burger meer en meer kritiek. Voor de (straf)rechtspraak geldt dan nog het volgende. Hoe veiliger een land is, hoe ernstiger mensen de inbreuk op hun veiligheid ervaren (de veiligheidsparadox). In ons veilige landje waar de misdaadcijfers blijven dalen en de gevangenissen leeg staan, komt de inbreuk op de veiligheid, bijvoorbeeld door een ernstig misdrijf, daarom steeds harder aan. En steeds moeilijker lijkt het te worden om zo’n inbreuk als “shit happens” te aanvaarden. Henri Beunders auteur van een artikelenreeks over “Emotionalisering van het strafrecht” verklaart in zijn slotartikel in deze reeks,28 september jl. verschenen in “De Groene Amsterdammer” daarover het volgende:
“We willen maximale vrijheid en maximale veiligheid tegelijk. De emancipatie van de burger – met niet ‘inspraak’ maar ‘individuele autonomie’ als nieuwe god en uiterlijk succes als enige maatstaf voor een geslaagd leven – kan de almaar toenemende emotionalisering verklaren als het onverhoopt toch misgaat in het leven. En ook de groeiende roep om vergelding. Misdaad en misdadiger moeten hard, ja ‘keihard’ worden aangepakt, zo vertaalde ‘de politiek’ op basis van zowel voortschrijdend inzicht als ook angst voor ‘de boze burger’ deze toenemende uitbarstingen van ‘maatschappelijke onrust’ over dit of dat incident of misdrijf.
Zo kroop de strafmaat langzaam maar zeker omhoog, en zitten nu meer delinquenten een levenslange straf uit dan in de hele vorige eeuw bij elkaar.
Zo ging het van resocialisatie naar principiële vergelding. Is mijn kind doodgereden? Dan moet de veroorzaker levenslang, ‘want dat hebben wij ook’. Het bijbelse adagium ‘oog om oog, tand om tand’ was meer verbod dan gebod, want bedoeld om te voorkomen dat er méér leed werd toegebracht dan er was geleden. Het wordt nu gehanteerd om escalerende strafeisen te rechtvaardigen.”
Eerder in dit stuk constateert hij: “Bij slachtoffers is het gevoel voor het tragische element in het leven verdwenen, en dus ook het idee dat je je moet verzoenen met het lot.”
En weer noem ik het begrip: “empathie”. Het lijkt zoveel makkelijker, zoveel geruststellender om de wereld simpelweg te verdelen in goed en kwaad. Was het maar zo simpel dan had die Amerikaan die gisteren weer op nieuws verklaarde: “The only way to stop a bad guy with a gun is a good guy with a gun.” naar aanleiding van het schietincident in Las Vegas, gelijk. Maar ik vrees dat Willy Alberti meer gelijk heeft als hij de smartlap “De Dievenwagen” zingt: “Lach nooit als je die wagen ziet staan, je kunt hem gerust wel betreuren. Denk maar alleen: wat hij heeft gedaan kan morgen mij ook gebeuren.” Iedereen kan door een speling van het lot opeens in dat verkeerde kamp van “het Kwaad” terecht komen.
Maar zo wordt niet meer gedacht. Je verplaatsten in die stumper in de Dievenwagen is er niet meer bij.
De populistische reflex is nu: Zwaardere straffen, spreekrecht voor het slachtoffer en daardoor nog zwaardere straffen. Rechters zijn immers niet immuun voor de emoties van het slachtoffer. En uit angst voor die spreekwoordelijke “boze burger” gaat de politiek hierin mee.
Beunders denkt deze, wat hij noemt “vervolksing van het strafrecht” , te kunnen tegengaan door het inzetten van, juist, “het volk”. Lekenrechters naast de beroepsrechters. Nederland is een van de weinige landen in het Westen die deze vorm van burgerparticipatie niet kent. In Duitsland nemen om toerbeurt 36.000 lekenrechters deel aan de rechtspraak. Een groot aantal reeds afgezwaaide lekenrechters kan inmiddels als “ambassadeur van rechtspraktijk” in eigen kring, met ervaring van binnenuit, uitleg geven over hoe recht gesproken wordt. Dat verhoogt kennis van en draagvlak en begrip voor de strafrechtspraak. Hoe anders zou het Wilders-proces gewaardeerd zijn als daar rechters, gekozen uit het volk, aan deel hadden genomen? En uit ieder onderzoek blijkt keer op keer dat de goed geïnformeerde burger, die alle details uit het strafdossier kent, niet anders oordeelt, en dus ook niet zwaarder straft dan de beroepsrechter. De lekenrechter, zullen we er om loten?
[…] legt in zijn opiniestuk in NRC het begrip veiligheidsparadox nader uit. Destijds besprak ik dat fenomeen ook in mijn mijn blog: Het Volk als dam tegen de […]
LikeLike