Omdat we niet weten wat we niet weten, mogen we dat “niet weten” ongestraft opvullen. Of de Holenmens zich al existentiële vragen stelde zoals: “Waartoe leef ik in dit hol?” weten we niet, maar net als de mensen na hem zal hij “bovennatuurlijke verklaringen” hebben gezocht voor “het onverklaarbare”. En die verklaringen kunnen waar blijven totdat het tegendeel bewezen is. Zo geloofden velen in dit werelddeel ooit in de God van de Donder (Thor of Donar) tot we de donder konden verklaren.
Hier geldt de metafoor van de zwarte zwanen. Tot een expeditie onder leiding van Willem de Vlaming in 1696, de zwarte zwaan in Australië ontdekte, geloofde iedereen in Europa dat er alleen witte zwanen bestonden. Tot die tijd kon je alleen in het bestaan van zwarte zwanen “geloven”! Nassim Nicholas Taleb heeft een invloedrijk boek geschreven over de impact van het hoogst onwaarschijnlijke met de niet verrassende titel: “The Black Swan”. Na een carrière op Wall Street als handelaar, heeft Taleb zich van handelaar tot filosoof ontwikkeld. In zijn verhaal over de kalkoen voor Thanksgiven Day hoor ik de waarschuwing : “rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.” Ook de door hem opgevoerde kalkoenen maakten de vergissing verwachtingen te ontwikkelen uit hun ervaringen in het verleden. Duizend dagen goed te eten krijgen (vet gemest worden). Op dag duizend lacht het geluk hun toe en na die duizend mooie dagen is er geen enkele aanleiding aan te nemen dat de toekomst voor deze kalkoenen er minder rooskleurig uit zal komen te zien. Maar u voelt hem al aankomen, die duizendste dag is de dag voor Thanksgiven Day. De dag waarop Amerika zich massaal aan kalkoen vergrijpt. Verkeerd gegokt. Blaise Pascal de natuurkundige uit de zeventiende eeuw deed ook aan een soort kansberekening, maar dan over zijn Godsgeloof. Wikipedia omschrijft de gedachtegang van Pascal, onder het lemma Gok van Pascal, als volgt:
- Het verstand kan geen uitsluitsel geven over het bestaan van God. (notitie 230, 233).
- God kan dus zowel bestaan als niet bestaan (notitie 233).
- Omdat beide opties open zijn moet men een afweging maken op basis van een spel (notitie 233).
- Uit deze afweging blijkt dat de enige keuze die iets kan opleveren het gokken dat God bestaat is.
Geloof kan je niet wetenschappelijk benaderen. Geloven kan je alleen in dingen of verschijningen waarvan het bestaan nog niet wetenschappelijk, empirisch bewezen is. Dat geldt niet alleen voor alle wereldgodsdiensten maar ook voor de meest obscure occulte sekten. Geloof in de noodzaak, werking en betekenis van een askruisje op voorhoofd, in vormen van besnijdenis van jongens of meisjes, in de transformatie van wijn in het bloed van Christus, in de noodzaak een tulband en een zwaard te dragen of een vergiet op het hoofd.
In haar atheïstische vermanende toespraak “Beminde ongelovige” introduceert Anna Provoost de religiometer, een indeling, op een schaal van 1 tot 10, stappen van atheïsme naar theïsme. De tiende graad – strenggelovig, dogmatisch, fundamentalistisch theïstisch, wordt in Wikipedia als volg omschreven: Omdat ‘God’ zijn doelstellingen op aarde alleen door de mens kan bereiken, zet hij jou in om zijn wetten en regels te openbaren, toe te lichten (‘te spreken in tongen’), te implementeren, af te dwingen. In een doorgeschoten vorm kan dit betekenen dat “Hij” jou als instrument inschakelt om op te treden wanneer iemand de door ‘God’ voorgeschreven visie en wetten niet aanvaardt. Een tamelijk onschuldige vorm van godsdienstig fundamentalisme van graad 10 wordt beleden door de Pastafarians, de leden van de Kerk van het Vliegende Spaghetti Monster ( zie o.a. www.venganza.org). Zij hebben zich als gelovigen verplicht bij bepaalde gelegenheden een vergiet op het hoofd te dragen, met name op pasfoto’s voor identiteitsbewijzen. Onze veelgeroemde godsdienstvrijheid brengt met zich mee dat de overheid deze godsdienstige verplichting dient te respecteren. Onze overheid accepteert dus het fundamentalisme van graad 10 van Provoost’s religiometer. Onlangs speelde deze kwestie weer op bij de afgifte van rijbewijzen. 23 juli jl. las ik in de Leeuwarder Courant: “Geloven met een gaatjespan op je hoofd” Over de gemeente Emmen die vindt het Spaghetti Monster geloof geen serieuze godsdienst, maar de gemeente Leiden vindt van wel.
Dit artikel verraste mij niet want eerder verscheen in de juridische vakliteratuur al een verhandeling over dit onderwerp van de hand van een heuse rechtsgeleerde professor, die de vraag opwierp wat het principiële verschil was tussen een vergiet een keppeltje of een hjiab of hoofddoek. Zolang het geloof zich niet uitsluitend in het hoofd van de gelovige afspeelt maar ook daarop, houden we dit soort problemen. En waren dat maar de enige problemen die wij met het geloof in de wereld hebben.
* Het Vliegende Spaghetti Monster
Als ik verplicht werd een geloof te kiezen zou ik pastafarianist worden. Vooral de acht “liever-nieten” spreken me erg aan. Wanneer je me dus met een vergiet op m’n hoofd door De Hoeve ziet rijden ben ik “om”.
LikeLike