Tijdens de avond van de verkiezing van de Ondernemer(s) van het Jaar Weststellingwerf, georganiseerd door de Commerciële Club Weststellingwerf ,trad weer een zeer inspirerende en enthousiasmerende spreker op: Allard Droste. Ik kan een heleboel over hem vertellen, maar bekijk deze video en u leest mijn blog, vrees ik, eerst niet verder.
Bent u daar weer of nog?
Allard Droste pleit voor meer vertrouwen, in zijn voorbeelden, meer vertrouwen op (de mensen op ) de werkvloer. Hij heeft dat in zijn onderneming, mag ik zeggen, op extreme wijze doorgevoerd, al zal hij dat “extreme” willen relativeren.
Hij heeft het over het rare fenomeen, dat op alle gebied capabele en deskundige mensen op het moment dat ze als werknemers de fabrieks- of bedrijfspoort binnenkomen, zij bij toverslag handelingsonbekwaam worden bevonden en controle, instructie, correctie en toezicht behoeven.
Als een al wat oudere jurist doet me dat denken aan die handelingsbekwame volwassen vrouw die voor 1956, door huwelijk handelingsonbekwaam werd. Vanaf dat moment was haar echtgenoot de baas, ook bezopen. De werknemers krijgen, ook anno 2018, bij binnenkomst “op de zaak” (de bewaarschool voor werknemers m/v) een “baas” boven zich. Alsof zij dan opeens, ondanks al hun vaardigheden en kwaliteiten, gewantrouwd moeten worden.
Voor Droste’s aanstekelijk optimisme en blind vertrouwen in zijn medewerkers en in de mensheid moet u echt de video bekijken, maar hier ga ik door op dat thema vertrouwen.
Dat Nederland en eigenlijk het gehele “Westen” in een vertrouwenscrisis verkeert, werd beeldend verwoord door de oud politicus, thans een nog wijzer mens, Jan Terlouw, toen hij het over het “touwtje uit de brievenbus” had in “De Wereld Draait Door”.
En meer journalistieke beschouwing over het algehele verlies aan vertrouwen trof ik aan in een artikel in de Groene Amsterdammer van Marcel ten Hooven . In een eerder blog van mij schreef ik daarover: “In alle sectoren van de markt en zelfs bij publieke instellingen werd efficiëntie met de daarbij behorende protocollen en controle door managers hoger aangeslagen dan vakdeskundigheid. Journalist Marcel ten Hooven verzuchtte in zijn artikel, onlangs: Was “wie het weet mag het zeggen” nog het parool van de oudere werkcultuur, nu gold “Wie het meet mag het zeggen”. Van de zorg tot de rechtspraak is de zeggenschap verschoven van de vakbekwame professional naar degenen met verstand van procesmanagement en kostenbeheersing, van controlemethodes, prestatiemetingen en functioneringsgesprekken.” Het werk van deze “afvinkers” van checklists, de “bullshitjobs”, zijn “de nieuwe kleren van de keizer” geworden.”
De meest recente signalering van het verdwijnen van het vertrouwen is afkomstig van de scheidend vicevoorzitter van de Raad van State Herman Tjeenk Willink. In een interview met hem gepubliceerd in het Financieel Dagblad 10 december 2018.
In meer bredere zin is zijn zorg “dat we de publieke zaak structureel aan het uithollen zijn.” Gezien zijn functie als adviseur van de regering heeft hij het dan in hoofdzaak over het gedrag en beleid van de publieke sector.

De interviewers
Het interview in het FD eindigt, na ook een verwijzing naar de gele hesjes, met een oproep aan al diegene die niet een “baas” à la Allard Droste hebben: “Waarom komen de professionals niet meer in actie? ‘De positie van individuele uitvoerders is zwak, ook juridisch. De gevraagde formulieren domweg invullen is dan makkelijker dan in actie komen. Maar ze hebben een ijzersterke casus. Als zij niet goed functioneren heeft de overheid een probleem. Het kan nog zo goed gaan met Nederland, maar als het op individueel niveau niet zo wordt ervaren wordt het maatschappijbreed buitengewoon onrechtvaardig gevonden.”