Heel lang gelden, toen de soldaten van Julius Caesar hier nog rondliepen, zo leert mijn ook al heel oude studieboek “Voortgangh des rechtes”, werden de (rechts)geschillen in Nederland beslecht door een godsoordeel. Een duel, een strijd, vaak om leven en dood en de winnaar van die strijd had dus gelijk. Dat was dan immers Gods oordeel. Dit gerechtelijk tweegevecht werd in 1215 door de kerk afgeschaft. Het recht werd door de jaren heen, humaner en letterlijk “redelijker”, zeker nadat de Verlichting, de Rede, de feiten en de wetenschap tot de belangrijkste bron van kennis verhief.
Die bron praat niemand naar de mond en kan dus tot ongemakkelijke oordelen leiden. De wetenschappelijke discussie over de opwarming van de aarde is in dit verband illustratief. En Al Gore, de voormalig vice president van de Verenigde Staten, voelde al in 2007, goed aan dat de neutrale waardevrije wetenschap, zuiver gebaseerd op feiten, het de komende jaren moeilijk zou krijgen gezien de titel die hij aan zijn documentaire over die opwarming van de aarde gaf, “An Inconvenient Truth”( = Een ongemakkelijke waarheid). Mede door die documentaire kwam een discussie op gang die niet gestoeld was op wetenschappelijk vastgestelde feiten, maar op emoties en (politieke) overtuiging. Daar werd een ontwikkeling ingezet die ons nu een Trump een Poetin een Brexit hebben gebracht, met slogans als “Het Britse volk heeft genoeg van deskundigen”, en “Er is maar een expert die er toe doet: dat bent u, de kiezer.” En als de kiezers voor de Brexit winnen of als de kiezers Trump laten winnen, hebben de Brexiteers en Trump dus gelijk. En zolang Poetin als een God in Rusland kan regeren heeft ook hij gelijk als hij glashard iedere Russische betrokkenheid bij dopingaffaires of bij de Oekraïne en de MH17 ramp ontkent. Wetenschappelijk bewijs een macht aan onomstotelijke feiten, het deert Poetin niet, zijn “godsoordeel” bewijst zijn gelijk.
En de stumpers die niet de macht van zo’n godsoordeel hebben en die toch niet kunnen leven met voor hun onwelgevallige wetenschappelijke uitkomsten, kunnen twee dingen doen. Ze gebruiken de bezweringsformule: “Wetenschap, ook maar een mening!” of ze gaan net zo lang op zoek op het internet tot ze hun eigen gelijk vinden op een of andere obscure site. Daar vinden ze ergens wel bevestiging van claim dat het Monster van Loch Ness echt bestaat of van welke complottheorie dan ook of ernstiger, dat het vaccin tegen baarmoederhalskanker vol met de meest gevaarlijke ziekteverwekkers zit.
En hoe verdedigt de wetenschap tegen zo’n relativering van haar belang?
Uitleg, rekenschap en verantwoording afleggen, ook twijfel durven toegeven. Een mooi voorbeeld hersenwetenschapper Jeroen Geurts, in zijn column in het NRC. Nadat hij zijn eerstejaarsstudenten eerlijk de grenzen had aangegeven van wat de neurowetenschap vermag, kreeg hij van een duidelijk gedesillusioneerde student de vraag: ”Is het dan zinloos wat we doen”. Geurts, in zijn column: “Nee nee, schud ik, onze wetenschap is niet zinloos. Maar wel minder zéker dan veel mensen denken. Is dat erg? Betekent het dat iedereen kan doen wat hij of zij wil? Of (dat hoor je wel eens) dat ‘wetenschap ook maar een mening is’? In het geheel niet! Wetenschappers denken veel scherper na over wat een gerechtvaardigde conclusie is dan deze of gene met ‘zomaar een mening’. We wegen vooraannames, studie-opzet, bias. En, heel belangrijk: we controleren elkaar. Wetenschappers werken samen in een constant, zich ontwikkelend gesprek. En we laten niet toe dat onze collega’s zich er met een jantje-van-leiden vanaf maken. We eisen scherpte in de discussie. Het ‘weten’ ontstaat ergens in dat gesprek. Wetenschap mag dan feilbaar zijn, maar het is tegelijk ook het beste wat we hebben om kennis over onszelf en de wereld te vergaren. Met die halve zekerheden en tastende hypothesen genezen we meer mensen dan ooit! Is dat niet mooi?” Tot zover de column van Jeroen Geurts, opvolger, als columnist dan, van Piet Borst.
En dan die zoektocht naar het eigen gelijk. Het internet biedt een overvloed aan informatie en helaas ook aan desinformatie. En het is niet iedereen geven om die “big data” op de juiste manier te schiften en te selecteren. Het internet is als een klokkenwinkel waar niemand meer kan zien hoe laat het werkelijk is. Want ieder vindt er wel een klok die “zijn tijd aangeeft”.En dan zijn er nog de trollen van o.a. Poetin die bewust desinformatie verspreiden en verwarring oproepen en de algoritmen van de social media. Uit onderzoeken is gebleken dat door het inzetten van die algoritmen, de meer links georiënteerde gebruikers van Facebook sneller linkse artikelen in hun nieuwsoverzichten tegenkomen, terwijl conservatieve gebruikers meer conservatieve berichten te zien krijgen. Die algoritmen zorgen er dus voor dat de gebruiker door de social media naar de mond gesproken worden.
In Die Zeit van begin september worden verhandelingen van de historica Jill Lepore van Harvard University en politiek econoom Will Davis van de University of London aangehaald. De strekking daarvan is: Het internet maakt het niet uit wat big data over de werkelijkheid zeggen – en de gebruikers, u en ik, inmiddels ook niet meer. En zo worden de dat weer een godsoordeel. Niet de rede, niet ons verstand, niet de toets aan plausibiliteit, bepalen het oordeel, bepalen wie wint, maar impulsieve of door emoties gedreven kliks. Toen de bookmakers of de valuta koersen een winst voor het Brexit kamp voorspelden werden die “meningen over meningen” die voor de vraag in kwestie geenszins als relevante feiten konden worden beschouwd, toch voor waar aangenomen.
Terwijl de kandidaten tijdens de Amerikaanse verkiezingen nog op het podium moesten verschijnen kon online al bepaald worden wie er gewonnen had. Die resultaten, die letterlijk vooringenomen meningen, werden bepalend voor het nieuws over het debat en dus voor het aanwijzen van de winnaar. Zo kon Trump tot winnaar van een debat worden uitgeroepen, terwijl volgens factcheckers 61 % van zijn uitspraken “onwaar” waren. Zijn aanhang vond al van te voren dat hij gewonnen had en ach feiten, wat doen die er toe. Lichtpunten de laatste jaren is het aantal sites dat feiten natrekt wereldwijd met 60 % gestegen, van 44 naar 105. Factchecking maakt politici beducht voor reputatieschade als ze door factcheckers op een leugen worden betrapt. Reifer, hoogleraar aan de Exeter University gaat zover te veronderstellen dat het gebrek aan prominente controleurs in het Verenigd Koninkrijk heeft bijgedragen aan het succes van de Leave-campagne.
Er is dus nog hoop, ooit gaat waarheid de leugen weer inhalen en wint wie gelijk heef. Ik hou vertrouwen in het Verlichtingsideaal en herhaal de woorden van Geurts, “ Wetenschap mag dan feilbaar zijn, maar het is tegelijk ook het beste wat we hebben om kennis over onszelf en de wereld te vergaren.” Liever een feilbare wetenschap dan een irrationeel godsoordeel.