Nemen we nu eindelijk die Rode Pil

Wanneer ontdekken wij dat wij, al consumerend en zinloze spullen vergarend, weinig brengende vliegreizen boekend, buffelend in bullshit jobs of in banen waar jezelf de maatschappelijke relevantie niet van ziet, dat we uitgezogen worden door “the Matrix” die Herbert Marcuse al in 1964 zag (“De eendimensionale mens”). Nadat wij die rode pil hebben doorgeslikt?

Marcuse

https://stellingwerf.nl/wolvega/Rechtvaardig-De-blauwe-of-de-rode-pil-28411624.html

Beter goed gejat dan slecht bedacht.

Soms lees je een column en die is zo vanzelfsprekend, zo’n open deur en toch zo noodzakelijk! Vandaag hoorde ik op de radio

20221113_160752
Prenten van Titi Zaadnoordijk http://www.titi.nl/

weer het zoveelste item over die “filterbubbel”. Een heuse mediapedagoog, Berber Broekstra, heeft met haar Mediateam een installatie in de bibliotheek in Utrecht geplaatst om mensen bewust te maken van hun eigen filterbubbel. De polarisatie tegengaan met “mediawijsheid”. Dat lijkt mij niet de weg. Natuurlijk is het goed om jong en oud te leren hoe de algoritmen van de meeste sociale netwerken werken. Je wil, gezien je “surfgedrag”, kennelijk dit zien, nou dan krijg je dit te zien. Maar ik ben het met mijn favoriete columniste Floor Rusman (NRC) eens, die schreef  in haar column van 5 november jl.dat het cliché dat echokamers of filterbubbels de polarisatie versterken, niet klopt. 

floor-rusman2
Profielfoto NRC

Eerder is het zo dat het contact met andersdenkenden, uit andere filterbubbels, de polarisatie juist verkleint Met een beroep een aantal wetenschappelijke onderzoeken concludeert zij dat het van de setting afhangt hoe een ontmoeting met andersdenkenden verloopt. Hangt er een buurthuissfeer of een stadionsfeer? Gaat het om contact maken of om winnen? En het gaat de laatste tijd te vaak om winnen, zelf in de politiek, waar eigenlijk eerder een sfeer van het buurthuis zou moeten gelden, in de zin van “we moeten er samen als buurt maar ook als samenleving samen uitkomen” is alles een wedstrijd geworden, helaas aangewakkerd door de op goede kijkcijfers jagende media. Met als dieptepunt de “strijd” tussen de zittend Kamervoorzitter en de oud Kamervoorzitter. Dat lijkt door de media tot een wedstrijd te zijn gemaakt.

Niets “mediawijsheid”, we moeten blijven oefenen “de ander” te accepteren, is de simpele oplossing van die andere favoriete columnist van mij, ook NRC, mijn echokamer? Kiza Magendane.

magendane-kiza02700-202111
Profielfoto NRC

Hij eindigt zijn column van 11 november jl.  met deze wijze maar ook wel vanzelfsprekende conclusie:

“De acceptatie van verschillen in onze samenleving begint met de erkenning dat wij anderen niet kunnen veranderen (zij kunnen het zelf niet of nauwelijks). Sterker nog, wij zouden anderen niet moeten veranderen. In plaats daarvan hebben wij juist vaardigheden nodig die ons in staat stellen om anderen te begrijpen, en vredig met hen te co-existeren.Lees meer »

Kom uit je loopgraaf, mijn wens voor 2022

DSC01273

De Koning begon zijn Kersttoespraak natuurlijk met het Kerstverhaal.

“Een weerloos kind als teken van hoop. Het verhaal van de geboorte van Jezus blijft tot de verbeelding spreken. Het is in alle tijden en op alle plekken verteld. In feestelijk verlichte kerken. Maar ook in barakken en schuilkelders. Overal en steeds weer geeft het mensen troost en moed.”

Mijn gedachten gingen toen naar een ander “Kerstwonder”. Het Kerstbestand op het slagveld van de Eerste Wereldoorlog in 1914.

Na vijf maanden oorlogsgeweld, werd het op kerstavond 1914 stil. De kanonnen en geweren zwegen. Er klonken kerstliederen, gezongen door Britse en Duitse soldaten tezamen, ergens in het “niemandsland” tussen de twee fronten in België.

In een podcast over dat bestand, hoor ik vertellen over een 19-jarige Britse soldaat die zijn moeder schreef over dat wonder. “Gisteren reikten de Britten en de Duitsers elkaar de hand tussen de loopgraven en wisselden kerstwensen en souvenirs. Geweldig hè. Een Duitse soldaat kwam met een voetbal en voor ik het wist ontstond een levendig partijtje.”

De nog korte strijd vanuit de loopgraven had deze jonge knapen nog niet door haat verblind. De loopgraven lagen zo dicht tegen elkaar, dat ze “de vijand” konden horen. De strijdende partijen bleken ook nog in staat elkaar als mens te zien. Ze zaten in dezelfde ellendige loopgraven.

Wat daar toen kon moet toch overal kunnen, ook nu ruim 100 jaar later, zeker in vredestijd. Oké mensen graven zich nog steeds in, in hun onwrikbare gelijk, en ieder heeft daarbij zijn eigen verhaal.

Het ontbreekt ons niet aan verhalen zei de Koning, “maar het kost ons soms moeite om ernaar te luisteren en de mensen erachter te zien. Zelfs als we weten dat we het op één onderwerp absoluut nooit eens kunnen worden, moeten we blijven zoeken naar wat we wel met elkaar delen. Ook al liggen standpunten ver uit elkaar: we moeten blijven samenleven.”

Van Melinda Gates, bekend van de Bill & Melinda Gates Foundation is de quote, door mij vertaald: “Elke samenleving zegt dat haar buitenstaanders/outsiders het probleem zijn, maar de outsiders zijn niet het probleem. De drang om outsiders te creëren is het probleem.”

Mijn Nieuwjaarswens: klim uit je loopgraaf en hoor en zie je medemens en blijf samenleven.

Ik wens jullie allen een mooie jaarwisseling en een goed 2022.

#Ophef

Onderstaande blog met deze titel publiceerde ik ver voor de Olympische Spelen 2020. Tijdens deze spelen werd gelukkig veel, niets zeggende ophef weggedrukt door die Spelen.

Waar zullen de media zich in deze (na)zomer op storten om onze aandacht te vangen en te houden. Melken ze weer een “zinloos geweldsincident” uit, zoals dat op Mallorca? Criminaliteit blijft boeien en met een beetje geluk strik je ook een bij het misdrijf betrokken advocaat voor je “Praat Tafel”. Of gaan we onverminderd door met de “continuing story “Corona”.

Ik hou het bij mijn voorstel aan het eind van mijn stuk #Ophef:

Houd u voor uw nieuwsconsumptie aan de oude aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) van één ochtendblad en het achtuurjournaal. Zet alle nieuwsmeldingen en pushberichten op uw telefoon uit en mijd (nog steeds gebiedende wijs) alle praattafels en talkshows, dan zonder al die ophef vroeg naar bed met een mooi boek.

En oké, schuldig, ik deed ook mee met het genereren van nietszeggende media-“ditjes en datjes”, een val van mijn fiets werd in komkommertijd toch een artikeltje waard in een plaatselijke krant.

Gevallen

#OPhef

Op Twitter kwam een gedichtje voorbij over “Ophef”, dat ophef ophef veroorzaakt, en nog wat variaties op dat thema, een beetje melig, maar toch geestig en het eindigde met: “Lieve mensen, tijd is kostbaar/ En het leven kort / Ik stel voor dat alle ophef/ Opgeheven wordt”.

In onze mediacratie, waarin alles draait om beeldvorming, vormt ophef een gevaar.

In “maidenspeeches” vertellen de kersverse Kamerleden over hun lange, liefst moeilijke weg naar die positie van Tweede Kamerlid!  Kansarm begonnen, en kijk, kijk, kijk mij nu! Een prachtig beeld op basis doordachte “storytelling”.

Ophef kan het ideaalbeeld van een politicus of een ander publiek figuur, bedacht en “in de markt gezet” door marketeers of spindokters, behoorlijk beschadigen. De nachtmerrie voor iedere spindokter. De wijze, evenwichtige keurige man of vrouw blijkt minder keurig.

“Eén beeld zegt meer dan duizend woorden”, dat weten politici als geen ander. Maar ophef over je persoon, over de partij, kan het zorgvuldig “gespinde“ beeld aan diggelen slaan. Voorbeelden uit de corona-tijd: Minister Grapperhaus te dicht bij zijn bruiloftsgasten, Minister Hoekstra schaatsend op een, voor de gewone sterveling, gesloten Thialf, het Koninklijk gezin op vakantie naar Griekenland. En de media varen juist wel bij ophef. Goed nieuws is geen nieuws, een rel wel. Ophef betekent hoge kijkcijfers, hoge bladenverkoop, “clickbait”, meer reclame-inkomsten. Dus daar waar de politieke strategen een zo mooi mogelijk beeld opbouwen van partij, beleid of politicus zijn de media vaak bezig dat beeld te beschadigen, door alles wat misging in coronacrisis, of daarbuiten, van “functie elders” tot “alles rond Omtzigt” tot een, ophef veroorzakende rel op te blazen. Zo houden de media en de politiek elkaar en ons bezig.

Sigrid Kaag zonder autogordel achterin een auto veroorzaakt ook “ophef”. Dus deden de “beeldpoetsers” (Zuid-Afrikaans voor “spindokters”) rond Kaag, verwoede pogingen dat beeld weg te poetsen, want stel je voor, er komt opheft over. En, ja hoor, die wegpoetspoging, veroorzaakte ook weer ….. “ophef”.

“Ik stel voor dat alle ophef opgeheven wordt.” Hoe? Houd u voor uw nieuwsconsumptie aan de oude aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) van één ochtendblad en het achtuurjournaal. Zet alle nieuwsmeldingen en pushberichten op uw telefoon uit en mijd (nog steeds gebiedende wijs) alle praattafels en talkshows, dan zonder al die ophef vroeg naar bed met een mooi boek.

De gevaarlijke arrogantie III

Eerder schreef ik hier al twee blogs die ik dezelfde titel meegaf, het eerste deel ging over het, op te arrogante, elitaire wijze wegzetten van de anti vaxxers door Arjen Lubach 2 november 2016. Mijn tweede stuk schreef ik bijna twee jaar later, na het lezen van een mooie column van de politiek filosoof Remko van Broekhoven. Dat blog begon ik met een door Van Broekhoven gebruikte quote van Winston Churchill : “Het beste argument tegen de democratie is een gesprek van vijf minuten met de doorsnee kiezer”.

Remko Broekhoven brengt in zijn column empathie en verantwoordelijkheid bij elkaar, door af te sluiten met:

“En Winston Churchill, besef dat een gesprek met de doorsnee kiezer je afkerig kan maken van democratie, maar ook dat zo’n gesprek je inzicht geeft in een onderbuik die niet weg te denken is uit welke democratie dan ook.”

Na de uitzending van Jinek op dinsdag 22 september jl. reageerden velen, naar aanleiding van het optreden van de tot dan toe voor mij volstrekt onbekende BN’er en influencer Famke Louise, zoals  Chuchill op die door hem opgevoerde denkbeeldige kiezer.” 

“Youp” schreef in zijn column in de jarige NRC dit weekend: “Deze week had ik net als de rest van ons land diep medelijden met die arme Famke waar louter onsamenhangende bagger uit kwam. Vooral bij Eva Jinek waar Diederik Gommers een glansrol vervulde door het panische gansje rustig uit te laten brabbelen. Je zag Gommers denken: in welke surrealistische hel ben ik in godsnaam beland? “

Ik zag Gommers heel iets anders denken. Ik zag hem een kans grijpen om werkelijk met Famke Louise in gesprek te gaan, op basis van gelijkwaardigheid, zonder op die, bij de “elite” wel bekende arrogante wijze deze “achterblijver” wel even uit te leggen hoe het zit en hoe dom zij is. 

En soms tref zelf op de Sociale Media, op Twitter en LinkedIn, juweeltjes aan. Zo schreef Mechtild Stultiens twitternaam: @MStultiens: “Diederik Gommers is het vaccin. Als we allemaal iets meer van hem zouden hebben dan zouden we ons een stuk veiliger voelen. Wat was hij weer respectvol, eerlijk, professioneel, verbindend en vaderlijk zorgzaam gister bij Jinek. Ik ben fan.”

En Margot van Sorge schreef op LinkedIN: 

Net als iedereen viel ik over het optreden van Famke Louise begin deze week. Twee benen gestrekt erin zeg maar. Ik ging even lekker los op de bank. Totdat ik in de gaten kreeg hoe Diederik Gommers omging met de enorme worsteling van Famke Louise. Daar zag ik mij toch een knap staaltje leiderschap!

Bescheiden en in rust was Diederik Gommers de enige aan tafel die in gesprek was en in gesprek bleef. Die zich niet liet afleiden door de onbeholpen manier van communiceren van Famke Louise. Die de zwakte aan tafel niet misbruikte om zijn eigen punt te scoren. Die zijn eigen urgentie rustig onderbouwde en zonder stemmingmakerij over de bühne wist te krijgen. Die, als kers op de taart, de stuntelige en onbeholpen urgentie van Famke Louise moeiteloos en vriendelijk wist te koppelen aan die van hemzelf. En ondanks zijn bezwaren tegen haar aanpak wel oog en oren bleef houden voor het probleem dat zij zo vierkant probeerde aan te kaarten.

Mijn idee van een goede leider:
Een mens, met kennis van zaken, en dit op een vriendelijke manier deelt en beschikbaar stelt, en dit weet te positioneren buiten de eigen afdelingsgrenzen, en door bescheidenheid de IK in WIJ weet te creëeren door een stip op de horizon te plaatsen.

Wat mooi gedaan Diederik!

Van mensen als Diederik Gommers, Mechtild Stultiens en Margot van Sorge moeten we het hebben.  Dat zijn de leiders die wat mij betreft meteen kunnen worden toegevoegd aan het Outbreak Management Team, het OMT als de leiders en verbinders, noem ze voor mijn part influencers,  die contact met de burger, daar waar de overheid dat is verloren, weer kunnen herstellen.

En als iedereen dan verder ook ophoudt te zeuren over het beleid rond mondkapjes, aerosolen, individuele overtredingen van coronaregels door bestuurders, verschillen met de ons omringende landen en er een beetje op wil vertrouwen dat de meesten, ook binnen overheid en wetenschap, van goede wil is en niets liever wil dan dat virus de wereld uit te krijgen.

Laat je te grote ego even leeglopen, zet die ijdeltuiterij en die verongelijktheid eens opzij.   

Niets is zeker, en zelfs dat niet.

Humor als tegengif tegen fanatisme

De column van Michel Krielaars met de titel: “De laatste wijze raad van Amos Oz” in het NRC van dit weekend bracht mij weer bij mijn eigen bespreking van een pamflet van Amos Oz “Hoe genees je een fanaticus” in “Humor als tegengif tegen fanatisme” .

Krielaars haalt in zijn column, in het NRC, de in 2018 overleden schrijver Amos Oz aan. Hij schrijft dat Amos Oz in zijn postuum verschenen “De laatste lezing. Hoe het verder moet met Israël” wijst op het gevaar van nostalgie. Als je terug verlangt naar een niet meer bestaand verleden, moet je daar maar een boek of toneelstuk over schrijven, zegt Oz, aldus Krielaars, “Zoek wat u bent kwijtgeraakt in de tijd en niet in de ruimte, want u bent het niet kwijtgeraakt in de ruimte, u bent het kwijtgeraakt in de tijd.”

Tijden veranderen en veranderen gaat van au!

De herinnering blijft maar the times they are a changing. Tijdens die andere crisis, de oliecrisis van 1973 zei premier Joop den Uyl: „Het zal nooit meer worden zoals vroeger”. Tijdens de huidige coronacrisis hebben we het over “het nieuwe normaal”.

Veranderingen, ook noodzakelijke, gaan van Au! En om die ongemakkelijke veranderingen toch door te voeren is leiderschap nodig. Krielaars stelt aan het slot van zijn column oud president Truman tegenover zijn “huidige ambtsgenoot (Trump?) waar hij schrift:

“Anders dan zijn huidige ambtgenoot besefte Truman dat zijn enige echte macht eruit bestond dat hij anderen ervan kon overtuigen dingen te doen waarvan ze diep in hun hart wisten dat die gedaan moesten worden, maar waar ze geen zin in hadden. Een betere manier om de vrede te bewaren is er niet.”

Lees meer »

De Wet kan hard zijn ook voor Acquin

Nu met een bespreking en uitleg van die mooie brief geplaatst in het verhaal van “Alleen op de Wereld”

Wat kan je een vreugde beleven aan  het schrijven van simpel stukjes en vaak nog meer aan de reacties. Op mijn pas vandaag in de Stellingwerf gepubliceerde column kreeg ik al diverse reacties,  maar één ontroerend mooie wil ik met u delen. In dit stuk plaatste ik  een afbeelding van een wel heel mooie brief, die aan onze kantoorbalie werd aangeleverd, van een “fan” en daaronder plaatste ik mijn stukje in de Stellingwerf van vandaag. Via de links, hier direct onder, kan je de mooie brief en mijn stukje downloaden, voor het geval die wat moeilijk leesbaar zijn.

de mooie brief 

De wet kan hard zijn

De nadere uitleg van de brief

20200708_121415

De schrijver van deze mooie brief, -zo mooi en regelmatig geschreven ook-, emigreerde als 12 jarige jongen, in 1953 met zijn ouders naar Metz, Frankrijk. Zijn lievelingsboek “Alleen op de wereld” van Hector Malot,  reisde met hem mee. Datzelfde jaar nog kocht hij de originele Franse uitgave “Sans Famille”.  Met behulp van die twee boeken leerde hij zichzelf Frans. In zijn brief wordt de scene uit het boek aangehaald waarin Remi al door Pierre Acquin in huis is genomen.  Acquin, een bloemenkweker, vond de kleine Remi voor zijn deur.  Op een kwade dag wordt de bloemenoogst van Acquin door een extreem zware hagelbui  verwoest . In het verhaal van Remi, voel je die ramp al ver van te voren aankomen. Dat drama brengt Acquin in onoverkomelijke financiële problemen. En daar ziet de man die mij de brief aanreikte parallellen met mijn onderstaande column over de hardheid van de wet.  Het Corona-virus uit mijn stukje is  de hagelbui uit het boek. Uiteindelijk gaat Acquin  naar de gevangenis omdat hij zijn schulden, na de verwoeste oogst, niet meer kan betalen. In mijn stukje schrijf ik dat in vroeger tijden de schuldeisers zich niet alleen op de bezittingen van de schuldenaar konden verhalen maar ook op de schuldenaar zelf. De schuldeisers mocht de schuldenaar voor hem laten werken of de schuldenaar als slaaf verkopen. En hier moest Acquin dus vanwege het onbetaald laten van zijn schulden voor vijf jaar de gevangenis in. Op die oude meedogenloze vormen van verhaal van schulden en wraak op de schuldenaar gaat de schrijven van de brief die ik vandaag dus kreeg verder in.  Hij citeert uit “Alleen op de wereld”, in de vertaling van Gerard Keller uit 1889, waarin  deze passage nog te vinden is die in latere drukken/versies geschrapt zal worden . Acquin komt volledig te neer geslagen thuis en vertelt zijn kinderen inclusief Remi, dat hij naar de gevangenis zal moeten. Acquin probeert dat slechte nieuws  nog wat te vergoelijken met deze anekdote.

De (rood) onderstreepte passage

Ik onderstreep hier het deel dat de briefschrijver met rode pen onderstreepte in zijn brief: 20200708_121350

“Maar men heeft mij tot betalen veroordeeld, en daar ik geen geld heb, gaat men hier alles verkopen en waarschijnlijk zal dit zelfs niet voldoende zijn en zal ik naar de gevangenis moeten gaan, waarin ik dan vijf jaren blijven moet; daar ik het niet met mijn geld doen kan, zal ik mijn schuld met mijn lichaam, met mijn vrijheid moeten aflossen.

Wij begonnen allen te huilen.

–Ja, dat is heel treurig, maar er valt tegen de wet niets te doen en het is de wet (een variant op  mijn “Lex dura sed Lex” = De wet is hard, maar zij is de wet, edv). ;

vroeger was deze nog strenger, zei mij een advocaat; als toen een schuldenaar zijn schuldeisers niet betalen kon, dan hadden dezen het recht zijn lichaam in stukken te snijden en het tussen elkaar in zoveel delen te verdelen, als zij maar wilden; mij zet men eenvoudig in de gevangenis, binnen een paar dagen zal dat waarschijnlijk gebeuren. Wat zal er in die vijf jaren van jullie worden? Dat is het ergste.”

Barre ellende levert mooie verhalen en ja, maar er valt tegen de wet niets te doen en het is de wet. De wet als noodlot.

 

 

 

 

“Zij die zeggen dat de politiek onfatsoenlijk is, dragen ertoe bij dat politiek zo wordt.”

Deze waarschuwende woorden van Vaclav Havel worden aangehaald door Alicja Gescinska filosoof en schrijfster van het essay voor de Maand van de Filosofie, “Kinderen van Apate”. In een essay gepubliceerd in NRC van dit weekend, zet zij haar ideeën over waarheid uiteen .

Die waarschuwing van Havel  past bij haar aanbevelingen, het politieke klimaat te verbeteren. “wil je niet dat de politiek leugenachtig is, maak van de politiek dan geen leugenachtige stiel.”

Ze vervolgt met: “De voorbije jaren is het bon ton om te beweren dat politici professionele leugenaars zijn. Dat politiek slechts om machtsspelletjes draait. Dat politici vooral hun eigenbelang nastreven en niet het algemeen belang. Die mening zie je niet enkel in anti-politieke hoek, bij aanhangers van populisten en niet-stemmers.”

Dat leidt uiteindelijk tot een “self-fulfilling prophecy“, een conclusie die Havel dus ook trekt met zijn woorden: „Zij die zeggen dat de politiek onfatsoenlijk is, dragen ertoe bij dat politiek zo wordt.”

Ook al wordt er wat afgelogen en worden er op z’n minst halve waarheden verkondigd in de politiek, Wij moeten dat toch blijven zien als aberraties,  als verstorende afwijkingen van de politieke ethiek.

Mooi om te lezen hoe zij een zuiver gebruik van begrippen rond waarheid bepleit. Stel de leugen niet tegenover de waarheid. “Het tegendeel van de leugen is niet zozeer waarheid (de feitelijke juistheid van een bewering), maar waarachtigheid: de oprechte, authentieke houding waarmee men een uitspraak doet. Daarom is een herwaardering van waarachtigheid nodig, als we leugens en desinformatie willen bestrijden. En in een post truth-tijdperk is die waarachtigheid des te belangrijker. Wanneer de leugen regeert, is waarachtig zijn een revolutionaire daad.” 

Een zuivere uitwisseling van gedachten en argumenten zowel in de politiek als daarbuiten is een morele kwestie en vereist zorgvuldigheid, nuance en integriteit.

In mijn blog “Gevaarlijke Arrogantie” schreef ik:Lees meer »

Man is a storytelling animal

De Britse filosoof Alasdair Chalmers MacIntyre was er van overtuigd dat mensen, “storytelling animals” zijn.  In zijn boek “After Virtue” schrijft hij;  “man is in his actions and practice, as well as in his fictions, essentially a story-telling animal.

Van mythologische verhalen, van de Bijbel tot de sprookjes, van het Communistisch Manifest tot “The  American Dream” (Van krantenjongen tot miljonair) leren we hoe karakters gekend en gevormd worden in het drama waarin we geboren worden. Een drama of tragedie, want al onze verhalen eindigen met de dood. Uiteindelijk maken we van ons eigen leven, van onszelf ook een verhaal. Zonder verhalen tasten we angstig in het ongewisse duister. Het is moeilijk een samenleving te begrijpen zonder zo’n voorraad verhalen. Ieders eigen databank zit vol verhalen met antwoorden op onze levensvragen.

We need stories

20200524_141347
Ook in de “de Zweetvoetenman, alleen de titel al, ligt het accent op de verhalen.

Jan Leijten,  oud advocaatgeneraal bij de Hoge Raad en overleden in 2014, verzuchtte ooit: “We need stories” en zelf schreef hij ook mooie verhalen voortkomend uit zijn praktijk, zoals bijvoorbeeld “De verschrikkelijke eenzaamheid van de inbreker”

Coen Drion, advocaat en van 2010 tot 2015 Raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden, riep advocaten ooit op hun zaken “in een bepaald thema aan de rechter voor te leggen: ‘Deze zaak gaat in essentie over het volgende.’ Dat kan het verschil maken, vooral in kwesties waar de feiten diffuus zijn.” Ik lees in die oproep ook een advies de zaak en een context, lees in een verhaal te plaatsen.

En deze maand verscheen een artikel in het juridisch maandblad “Ars Aequi” een artikel met de titel “Storytelling in de civiele procespraktijk”.Lees meer »

Zou het echt allemaal kantelen en veranderen, na #Corona?

In mijn laatste blog,  “Never let a good crisis go to waste” liet ik me meeslepen door schrijvers, die recent heel hoopgevend en aanstekelijk, een toekomst na #corona schetsten zoals  Rebecca Solnit .

Ik citeer haar nogmaals:  “Hoop biedt ons het heldere inzicht dat er, met alle onzekerheid die ons wacht, ook conflicten zullen komen die het aangaan waard zijn en die we soms
kunnen winnen. En wat voor deze hoop funest zou zijn, is terugvallen op de overtuiging dat alles beter was voordat deze ramp ons overkwam, dat we alleen maar moeten terugkeren naar hoe het was. Voor veel te veel mensen was ook het leven voor de pandemie allang een ramp van uitzichtloosheid en uitsluiting, een milieu- en een klimaatramp, een ramp van obscene ongelijkheid. Het is te vroeg om nu al te weten wat deze crisis ons allemaal zal
brengen, maar niet te vroeg om op zoek te gaan naar mogelijkheden om dat mede te bepalen. Dat is volgens mij iets waarvoor velen van ons zich nu opmaken.”

En dat die strijd tegen de neiging tot terugval naar de oude, slechte gewoonte gewoonten, snel zou beginnen bleek al gauw. Nog geen week later lag “De Groene Amsterdammer” van deze week op de mat met dit artikel:

Hoe vaak is het neoliberalisme al wel niet doodverklaard?

20200522_143953

De koppenmaker is duidelijk geen fan van het neoliberalisme en de schrijven van het redactioneel commentaar ook niet. Dit stuk begint ronkend:

“Hoe vaak is het neoliberalisme al wel niet doodverklaard? Hoeveel intellectuelen hebben niet korte metten gemaakt met de utopie van de vrije markt en de mythe van de homo economicus; met de verfoeide ideologie, die sinds de jaren tachtig diep ingrijpt in het dagelijks leven, of het nu gaat om de marktwerking in de zorg of de kaalslag in het onderwijs. En toch waart de geest van economen als Friedrich Hayek en Milton Friedman (roergangers van het neoliberalisme, edv) nog altijd rond op de plekken waar de beslissingen worden genomen.”

En het artikel eindigt met met wat ik ook waarnam en beschreef in “Never let a good crisis go to waste” , “Aan ideeën voor een eerlijkere en groenere economie is geen gebrek, getuige de onophoudelijke stroom aan manifesten en petities.”  Maar zaait daarna twijfel over de vraag of die mooie ideeën ooit in de praktijk zullen worden gebracht, nu dat neoliberalisme zich zo moeilijk laat verslaan.

CovidiDat is de vraag.  Gaat het de wereld na deze  #coronapandemie wel lukken om als een totaal nieuwe feniks uit de as te herrijzen?  Niet met een verbeterde variant van weer een consumptie gedreven economische groei model. Kunnen we met Solnit (zie mijn vorige blog) hopen dat nu het moment is “ waarop we inzien dat er genoeg voedsel, kleding, onderdak, gezondheidszorg en onderwijs voor alle mensen is – en dat de beschikbaarheid daarvan niet afhankelijk moet zijn van het werk dat je doet en het inkomen dat je hebt. 

Graag laat ik me door Solnit hoop in praten en als dat nog niet helpt kan ik nog te rade gaan bij de aanstekelijke rasoptimist Rutger Bregman van het artikel “Het tijdperk van het neoliberalisme loopt ten einde  (zie nogmaals mijn laatste blog)  maar bekender vanwege zijn boek “De meeste mensen deugen”. Hij eindig zijn artikel met:

Schermafdruk 2020-05-23 16.52.16 De mens is niet egoïstisch maar geëvolueerd om samen te werken

“Maar het kan anders. Dankzij het harde werken van talloze activisten en academici, netwerkers en oproerkraaiers, is er nu een andere weg voorstelbaar. Deze pandemie zóú kunnen leiden tot nieuwe waarden.

Als het neoliberalisme één dogma had, dan was het dat de meeste mensen egoïsten zijn. Uit dit cynische mensbeeld volgde al het andere – de privatiseringen, de groeiende ongelijkheid, de uitholling van de publieke sector.

Nu is de ruimte er voor een ander, realistischer mensbeeld: dat de mens is geëvolueerd om samen te werken. Uit die overtuiging kan al het andere voortvloeien: een vertrouwende overheid, een solidair belastingstelsel en duurzame investeringen die nodig zijn voor onze toekomst. Zo kunnen we net op tijd klaar zijn voor de grootste test van deze eeuw, onze 

En zelfs een onverbeterlijke optimist als Bregman, houdt nog een slag om de arm in zijn slotzin:

Niemand weet waar deze crisis ons zal brengen. Maar we zijn in ieder geval beter voorbereid dan de vorige keer.”