Deel II: Maar hoe laten we die Inconvenient Truth dan doordringen ?

Er lijkt na al die “alternative facts” van de Trumps van deze wereld toch weer meer aandacht voor empirische of wetenschappelijke waarheid. Zaterdag 22 april 2017 werd in vele grote steden over de gehele wereld, ook in Amsterdam en zelfs op de Noordpool, een “March of Science” gehouden.

Een mooi artikel in De Groene Amsterdammer van 20 april as. over de het draagvlak voor de wetenschap: “Het is waar maar het klopt niet”.

In zijn column op pagina 2 van NRC Handelsblad, haalt Bas Heijne 22 april jl. basheijne0-3Michael Grove weer eens aan. Grove wierp tegenstanders van de Brexit campagne tegen:  “People are tired of experts”  een echte opmerking in de lijn van  “post-truth” of “Ach wetenschap, ook maar een mening”

Heijne: “Onderzoek, rapporten, evaluaties, kennis van zaken, juist wanneer die je een complexe werkelijkheid voorschotelen, die niet aansluit op je beleving, die je niet onderdompelen in een weldadig bad van pleasende verleiding – dan moet er een luchtje aanzitten. Soros! Het verklaart die paradoxale mengeling van hedendaagse gedweeheid en opstandigheid. Wat aangenaam voelt en je goed uitkomt, accepteer je blindelings. Wat je oproept je leven te veranderen, offers te brengen, is manipulatie, maffia, massahysterie.”

In diezelfde krant filosofeert Hoogleraar Urban Futures, Maarten Hajers over hoe je die lubachlaatste (“emocratische”) reflex kunt tegengaan. Hij stelt vast dat het alleen belachelijk maken van “alternatieve feiten” à la Arjen Lubach niet werkt.

Het alleen citeren van de Amerikaanse senator Daniel P. Moynihan die zei: „iedereen heeft recht op zijn eigen mening, maar niet op zijn eigen feiten” zal het tij ook niet keren.

Hajer
Maarten Hajer

Natuurlijk moeten we tegen de macht de waarheid blijven zeggen:  “speak truth to power”. Maar er moet meer gebeuren. Al die “bubbles” met al die “eigen waarheden” spatten niet spontaan uiteen als de academicus vanaf zijn Olympus een pleidooi houdt voor vertrouwen in empirisch verifieerbare feiten.

Met een mooi beeld stelt Hajer, dat die Olympus, het feitenkasteel onvoldoende bescherming biedt tegen aanvallen vanuit de sociale media. “We wanen ons veilig in dat kasteel, maar miskennen zo wel tientallen jaren onderzoek naar de achtergrond van maatschappelijke onvrede.

Onenigheid over feiten heeft vaak te maken met de manier waarop de autoriteiten omgaan met mensen voor wie bepaalde bevindingen relevant zijn. Denk aan de recente controverse over het vaccineren van 12-jarige meisjes, of over de Groninger aardbevingsschade. Wijsheid en begrip zijn in dit soort zaken net zo belangrijk als feiten. Wetenschap is er om te duiden.” Misschien juist wel door die overvloed aan informatie via Google en de sociale media worden mensen onzeker en het is volgens Hajer ook een opdracht aan de wetenschap moed te tonen en perspectieven te bieden, na het brengen van inconvenient truth, na wetenschappelijk slecht nieuws over klimaatverandering, vaccinaties en de noodzaak tot CO2 reductie .

“Ook dat is een academische discipline. Hier zien we de discrepantie ten voeten uit: we maken ons zorgen om de wereldwijde CO2-uitstoot en pleiten voor uitfasering van olie en gas, maar jonge gezinnen dromen juist van een huishouden dat is ingericht rond een stoer Boretti-gasfornuis. Als wij niet wezenlijk bijdragen aan een nieuwe verbeelding van het goede leven in het post-fossiele tijdperk, dan gaan wij de strijd tegen klimaatverandering niet winnen. Onze allerbeste wetenschappers moeten naar voren treden en samenwerken in nieuwe coalities die openstaan voor frisse ideeën. “

Wat mij betreft missen we de charismatische wetenschappers zoals de helaas te vroeg gestorven Wubbo Ockels. maar we hebben gelukkig nog wetenschappers als Robbert Dijkgraaf en Beatrice de Graaf.

 

De Tragedie van de Meenthe

pictures-dieren-rundvee-melkvee2Deze tragedie komt steeds terug in verschillend verschijningsvormen. Deze avond, 16 november 2016  in 1Vandaag  hoorde en zag ik een verstandige boer, Jan Schoonman spreken over het koeien- en mestoverschot als gevolg van het afschaffen van het melkquotum . Eigenlijk gaf hij in een paar zinnen de essentie van de Tragedie van de Meente aan. Hij zei zoiets als:  “Het is bij het asociale af.” Hij koos er na de afschaffing van het melkquotum voor, niet massaal uit te breiden,  en zegt hij, als al mijn collega’s ook gewoon kostendekkend door bleven boeren, minder koeien melken voor een fatsoenlijke melkprijs, dan konden we allemaal een gewone boterham blijven verdienen,  je gaat er geen Mercedes van rijden, maar je had de problemen die we nu hebben, kunnen voorkomen. Hij begreep dat “welbegrepen eigen belang” dat ik al een ouder stuk, hieronder behandelde.tragedie-van-de-meent

In de Landheerlijke periode bevonden zich in de buurtschappen, naast gemene wateren en wegen oorspronkelijk ook gemene gronden, gronden in gemeenschappelijke eigendom of slechts in gemeenschappelijk gebruik bij meerdere boeren. Die gemene grond, is ook hier wel bekend als “Meenthe”.

De gebruikers van die gronden hadden er belang bij die weiden niet te laten overgrazen en die weiden te onderhouden. Een gemeenschappelijk belang dus. Maar iedere boer afzonderlijk had een individueel belang om er zoveel mogelijk van zijn koeien te laten grazen. Dat levert die individuele boer immers meer op. Gaan meer boeren voor het eigen belang, door meer koeien in te scharen dan zal het voordeel van de meeropbrengst verloren gaan door overbegrazing. Die boeren zouden het noodlot,  “de tragedie van de meenthe” met open ogen tegemoet gaan, gelijk in een Griekse Tragedie. Maar dat gebeurde niet. Die boeren waren letterlijk lid van een ge-“meenthe”, van een gemeenschap en begrepen dat zij allen belang hadden bij een vorm van samenwerken en sociale controle.  Zij kenden het begrip dat de negentiende-eeuwse Franse filosoof, Alexis de Torcqueville,democracy-in-america-book-cover later “het wel begrepen eigen belang” noemde. Als hechte gemeenschap waarvan de leden om elkaar gaven, empathie was toen nog geen modewoord, begrepen zij maar al te goed, dat het in hun eigen belang was om te geven en te nemen. Zij gaven graag een stukje eigen vrijheid op, ondergingen sociale controle, om zo doende collectief vrijer en gelukkiger te zijn.

Daarom zegt Albert Jan Kruiter co-auteur van het boekje “In ons belang”, wiens inzichten mij tot het schrijven van stuk inspireerde: “Echte democratie gaat werken wanneer we gezamenlijk ervaren dat dat weiland (de meenthe edv) van ons allemaal is. “Ieder voor zich en God voor ons allen” heeft ons gebracht waar we nu zijn. Waarbij je voor God nu in kan vullen: die “invisible hand” van Adam Smith, de markt, de mammon, of de overheid in de meer centralistische zin.

Hoe zijn wij dat welbegrepen eigen belang uit het oog verloren? Dat stond ons nog zo scherp op het netvlies toen lokale buurschappen verantwoordelijk waren voor de dijkbewaking. Onze waterschappen waren de oudste representatieve bestuurslichamen van Europa. Daar begon het polderen in de politiek. Inspraak voor alle geledingen en ieder droeg zijn steentje bij. Tot zich de ontwikkeling voordeed, die John F. Kennedy tot de opmerking ontlokte:  “Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country.”  Sterker dan in Amerika ontwikkelde de staat zich in Nederland tot verzorgingsstaat en raakte die eerst “participerende” burger, collectief meer en meer “gehospitaliseerd”.

Mark Rutte haalde in 2009 De Torcqueville aan die beschreef wat in Amerika gebeurde als daar een boom over de weg valt. Dan komen de mensen uit de huizen te voorschijn hakken hem in stukken en ruimen hem op. De Fransen daarentegen, aldus nog steeds De Torqueville, lopen in zo’n geval, massaal naar de burgemeester en eisen dat die boom wordt weggehaald. Rutte concludeert daaruit dat wij ons geluk te veel in handen van de staat leggen, terwijl, zo eindigt die dan: “Wij liberalen weten dat daar het geluk niet ligt. Het ligt in onszelf”omgevallenboom

De staat kan door de voortschrijdende globalisering inderdaad nog maar beperkt aan de knoppen zitten, en heeft ook meer en meer uitbesteedt aan “de markt”. En die uitbesteding heeft weer tot verregaande vormen van toezicht regelgeving en controle geleid en dat toezicht faalt of wordt als te knellend ervaren. Daardoor is de burger ontevreden geraakt. Hij krijgen tegengeworpen dat het geluk en het succes in jezelf zit, dat je dat zelf af moet dwingen en raakt dus boos en gefrustreerd als dat niet lukt. Dan is dat falen immers geheel en al eigen schuld.

Hoe krijgen we dat welbegrepen eigenbelang weer in beeld. Hoe laten we mensen weer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen situatie en omgeving zodat ze met een beroep op het algemeen belang van de eigen groep, groepsgenoten, overheid en marktpartijen weer tot de orde kunnen roepen en tot goed moreel en sociaal gedrag kunnen bewegen.

Niet de hulp inroepen van de politie/overheid bij problemen met de buren of voor het opruimen van de omgevallen boom. We moeten de gemeenschapszin van die goeie oude meenthe weer herontdekken en dat zonder hulp van de staat. Net als puberende kinderen moeten we ons losmaken van de zorgen van de overheid en die overheid moet net als de ouders van pubers “leren los te laten en vertrouwen te hebben”.

De gemeente moet de burger niet zozeer laten participeren in de vorming van gemeentebeleid, de gemeente zou moeten participeren in het beleid dat overal in haar “meenthe’s” ontstaat of wordt ontwikkeld of,  zover wil ik nog wel gaan, misschien moet de gemeente die gehospitaliseerde burger wel eerst nog wat activeren en re-socialiseren.  Helemaal mooi wordt het als de gemeente dan inderdaad actief gaat participeren in de activiteiten die die geactiveerde burger dan gaat ontplooien. Oh, hebben jullie daar een vergunning voor nodig, komt voor de bakker, dat regelen wij voor jullie. Niet meer controleren, hé hebben jullie daar wel een vergunning voor, maar faciliteren en waar nodig, maar echt alleen waar nodig, ondersteunen.

Alleen zo, kan bij ons, burgers, (we, the People) die hechten aan onze vrijheid en autonomie, het besef doorbreken dat we moeten samenwerken met anderen e4f2a6617f25fd196ffc6d30d71f6936(Sesamstraat) om die vrijheid en autonomie te waarborgen en te ontplooien. Dat is de kern van De Torqueville’s “welbegrepen eigenbelang” We moeten die boer/buur die dat belang niet zo goed begrepen heeft, net als vroeger op de meenthe, weer durven te wijzen op zijn morele en sociale verantwoordelijkheid voor het algemeen belang, opdat de Tragedie van de Meenthe, dat noodlot, afgewend kan worden.

De gevaarlijke arrogantie van de macht

Ik zag 23 oktober jl. “Zondag met Lubach” waarin Arjen Lubach ouders op de hak nam die besloten hadden hun kinderen niet meer te laten vaccineren.lubach Ik lachte met het “lachen op commando –publiek” mee. Maar enigszins schuldbewust, schoot mij daarop een artikel te binnen met de kop: “Wat maakt Trump, Le Pen en Wilders zo sterk? Onze arrogantie.” Heb ik mij stiekem bij die groep arroganten aangesloten, die de schrijver van dat artikel voor ogen had, de progressieve, zogenaamd weldenkende elite, “ons soort mensen” dus. Lachte ik om zoveel domheid bij die prikangstouders, die heilig geloven in de wildste publicaties gedeeld op sociale media?

Zo’n arrogante lach uit die zogenaamd weldenkende goed opgeleide hoek drijft de mensen die om wat voor reden ook de aansluiting gemist hebben, de achterblijvers, naar mensen en groepen waarmee ze zich beter kunnen identificeren dan met de groep door wie ze uitgelachen worden.

En andersom plaatst dat “weldenkende deel van Nederland” de mensen, die zeg eens, voor de doodstraf, de Brexit en de Nexit zijn en dus ook tegen de EU, die voor het behoud van de echte oude Zwarte Piet zijn, al te snel in het hokje (kans)arm en/of laagopgeleid. Die misplaatste generalisatie leidt dan weer tot nog meer buitensluiting.

En zo kan het gebeuren dat de beslist niet kansarme Trump, die zich flirtend met de kansarmen, “ een beetje onnozel” noemt en de toch ook bevoorrechte Le Pen en Wilders zo’n aantrekkingskracht uitoefenen op juist de (kans)arme achterblijvers. De wraak van de achterblijvers op de arrogante elite.

Ja, en was Lubach arrogant en lachte ik daarom of was zijn infotainment-act een wanhopige poging om met lichte spot de kijker ervan te doordringen dat die prikangst echt opgeklopte onzin is, onder het mom van kennis is macht en gedeelde kennis is kracht. Ik hou het op dat laatste. Op het gebied van vaccins en geneeskunde in het algemeen, ben ik ook een onnozele. Dus ook ik moet het hebben van gedeelde kennis. Veel achterblijvers, die op arrogante wijze zijn weggezet door de deskundige elite, hebben geen vertrouwen meer in dat eerlijk delen van kennis. Kennis is macht en macht maakt niet alleen arrogant, menen zij, maar corrumpeert uiteindelijk. Zo vormt arrogantie een gevaar voor onze SAMENleving.

 

 

Virtueel ongedierte

Van de zomer zag ik ze overal, in het Sarphatipark in Amsterdam, bij de Romeinse Arena in Nîmes en op de Place de la Comédie te Montpellier,  place-de-la-comedie-ot-montpellier-marc-ginot-biggroepjes jongens en meisjes maar ook ouderen “hun smartphone” achterna lopen, in de achtervolging van een zeldzame Pokémon.

Mooi column materiaal dacht ik, maar de hype is al over z’n hoogtepunt heen, de kinderen zijn weer naar school. Maar toch…   Eind juli kende het spel Pokémon Go met de virtuele Japanse fantasiebeestjes 45 miljoen spelers over de hele wereld. Dat aantal was binnen twee maanden na de introductie van de game bereikt. Het aardige van dit spel was dat het geen “couch potatoes” kweekte, maar jong en oud de straat en zelfs de natuur in stuurde. In Nederland zoog de app duizenden Pokémon jagers naar Kijkduin. Die gamers vervuilden daar de boel niet alleen, ze beschadigden ook de lantaarnpalen in hun poging stroom af te tappen, omdat het spel de batterij van smartphones binnen de kortste keren leeg trekt.

kijkduin-blog-afbeelding-300x300De gemeente Den Haag, waar Kijkduin onder valt, leed door deze app dus aantoonbare schade, maar als een meute Pokémon Go-spelers, geobsedeerd door wat zij op hun scherm zien, uw tuintje invliegen achter Pikachu aan, kunt ook u schade leiden. Wie gaat die schade vergoeden? De producent van het spel, Niantic, lijkt de aan te spreken partij. Die meute is uw tuin al uit gevlogen. Maar hoe kunnen we Niantic verwijten dat een stel uw dahlia’s heeft vertrapt? Kan ons recht wel overweg met die door virtuele beestjes veroorzaakte schade?

Op zich mogen die gamers uw tuin in, als u hen tenminste de toegang nog niet heeft ontzegd en ook een app-producent mag virtuele poppetjes in uw reële tuin plaatsen.

De gemeente Den Haag, maar ook u, moet dus, behalve haar schade bewijzen, ook aantonen dat de producent juridisch verwijtbaar handelt, bijvoorbeeld door die Pokémon, Pokéstops of Gyms te Kijkduin of in uw tuin niet te verwijderen, ook niet na dringende verzoeken daartoe. Staat die juridische verwijtbaarheid vast, dan is het gedrag van de producent in strijd met de “maatschappelijke betamelijke zorgvuldigheid” en dat maakt de producent aansprakelijk voor de daardoor veroorzaakte schade. Die rechtsregel geldt al 100 jaar en heeft dus, anders dan de meeste apps, geen update nodig.

istock_000019174743medium-640x276

He boiled for our sins*

Touched_by_His_Noodly_Appendage_HD

Omdat we niet weten wat we niet weten, mogen we dat “niet weten” ongestraft opvullen. Of de Holenmens zich al existentiële vragen stelde zoals: “Waartoe leef ik in dit hol?” weten we niet, maar net als de mensen na hem zal hij “bovennatuurlijke verklaringen” hebben gezocht voor “het onverklaarbare”. En die verklaringen kunnen waar blijven totdat het tegendeel bewezen is. Zo geloofden velen in dit werelddeel ooit in de God van de Donder (Thor of Donar) tot we de donder konden verklaren.

Hier geldt de metafoor van de zwarte zwanen. Tot een expeditie onder leiding van Willem de VlamiBSng in 1696, de zwarte zwaan in Australië ontdekte, geloofde iedereen in Europa dat er alleen witte zwanen bestonden. Tot die tijd kon je alleen in het bestaan van zwarte zwanen “geloven”! Nassim Nicholas Taleb heeft een invloedrijk boek geschreven over de impact van het hoogst onwaarschijnlijke met de niet verrassende titel: “The Black Swan”. Na een carrière op Wall Street als handelaar, heeft  Taleb zich van handelaar tot filosoof ontwikkeld. In zijn verhaal over de kalkoen voor Thanksgiven Day  hoor ik de waarschuwing : “rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de  toekomst.” Ook de door hem opgevoerde kalkoenen maakten de vergissing verwachtingen te ontwikkelen uit hun ervaringen in het verleden. Duizend dagen goed te eten krijgen (vet gemest worden). Op dag duizend  lacht het geluk hun toe en na die duizend mooie dagen is er geen enkele aanleiding aan te nemen dat de  toekomst voor deze kalkoenen er minder rooskleurig uit zal komen te zien. Maar u voelt hem al aankomen, die duizendste dag is de dag voor Thanksgiven Day. De dag waarop Amerika zich massaal  aan kalkoen vergrijpt. Verkeerd gegokt. Blaise Pascal de natuurkundige uit de zeventiende eeuw deed ook aan een soort kansberekening, maar dan over zijn Godsgeloof. Wikipedia omschrijft de gedachtegang van Pascal, onder het lemma Gok van Pascal, als volgt:

  • Het verstand kan geen uitsluitsel geven over het bestaan van God. (notitie 230, 233).
  • God kan dus zowel bestaan als niet bestaan (notitie 233).
  • Omdat beide opties open zijn moet men een afweging maken op basis van een spel (notitie 233).
  • Uit deze afweging blijkt dat de enige keuze die iets kan opleveren het gokken dat God bestaat is.

Geloof kan je niet wetenschappelijk benaderen. Geloven kan je alleen in dingen of verschijningen waarvan het bestaan nog niet wetenschappelijk, empirisch bewezen is. Dat geldt niet alleen voor alle wereldgodsdiensten maar ook voor de meest obscure occulte sekten. Geloof in de noodzaak, werking en betekenis van een askruisje op voorhoofd, in vormen van besnijdenis van jongens of meisjes, in de transformatie van wijn in het bloed van Christus, in de noodzaak een tulband en een zwaard te dragen of een vergiet op het hoofd.

Anna ProvoostIn haar atheïstische vermanende toespraak “Beminde ongelovige”  introduceert Anna Provoost de religiometer, een indeling, op een schaal van 1 tot 10, stappen van atheïsme naar theïsme.  De tiende graad – strenggelovig, dogmatisch, fundamentalistisch theïstisch, wordt in Wikipedia als volg omschreven: Omdat ‘God’ zijn doelstellingen op aarde alleen door de mens kan bereiken, zet hij jou in om zijn wetten en regels te openbaren, toe te lichten (‘te spreken in tongen’), te implementeren, af te dwingen. In een doorgeschoten vorm kan dit betekenen dat “Hij” jou als instrument inschakelt om op te treden wanneer iemand de door ‘God’ voorgeschreven visie en wetten niet aanvaardt. Een tamelijk onschuldige vorm van  godsdienstig fundamentalisme van graad 10 wordt beleden door de Pastafarians, de leden van de Kerk van het Vliegende Spaghetti Monster ( zie o.a.  www.venganza.org). Zij  hebben zich als gelovigen verplicht bij bepaalde gelegenheden een vergiet op het hoofd te dragen, met name op pasfoto’s voor identiteitsbewijzen. Onze veelgeroemde godsdienstvrijheid brengt met zich mee dat de overheid deze godsdienstige verplichting dient te respecteren. Onze overheid accepteert dus het fundamentalisme van graad 10 van Provoost’s  religiometer. Onlangs speelde deze kwestie weer op bij de afgifte van rijbewijzen. 23 juli jl. las ik in de Leeuwarder Courant: “Geloven met een gaatjespan op je hoofd” Over de gemeente Emmen die vindt het Spaghetti Monster geloof geen serieuze godsdienst, maar de gemeente Leiden vindt van  wel.Touched_by_His_Noodly_Appendage_HD Dit artikel verraste mij niet want eerder verscheen in de juridische vakliteratuur al een verhandeling over dit onderwerp van de hand van een heuse rechtsgeleerde professor, die de vraag opwierp wat het principiële verschil was tussen een vergiet een keppeltje of een hjiab of hoofddoek. Zolang het geloof zich niet uitsluitend in het hoofd van de gelovige afspeelt maar ook daarop, houden we dit soort problemen. En waren dat maar de enige problemen die wij met het geloof in de wereld hebben.

* Het Vliegende Spaghetti Monster

 

 

Humor als tegengif tegen fanatisme

20160529_141120

Vorige week kocht ik in een mooie boekhandel in Zutphen: “Van Someren & Ten Bosch” , het heruitgebrachte boekje “Hoe genees je een fanaticus” van Amos Oz, met een voorwoord van de burgermeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb. Oz neemt de lezer mee in zijn zoektocht naar een remedie tegen fanatisme. “Ik zou u nu graag vertellen dat literatuur het antwoord is, want literatuur bevat een tegengif voor fanatisme door de lezer te injecteren met verbeeldingskracht. (….) Elk extremisme, elke onverzettelijke kruistocht, elke vorm van fanatisme eindigt bij Shakespeare in een tragedie of in een klucht. Maar ook verhalen worden ge- of misbruikt om er het eigen gelijk mee te bewijzen. Zelfs het Sinterklaas verhaal is niet veilig gezien de weer opgelaaide Zwarte Pieten-discussie. Oz citeert hier een dichtregel aan van Yehuda Amichai: ”Waar we gelijk hebben kunnen geen bloemen groeien.” Oz komt zo van de literatuur op een nog sterker geneesmiddel tegen fanatisme: humor. “Fanatici hebben geen gevoel voor humor. Je moet om jezelf kunnen lachen. Humor is relativisme, humor is het vermogen om jezelf te zien zoals anderen je misschien zien.” Het is geen nieuws maar Oz kan het wel mooi brengen.  Op het You Tube kanaal van “Dare to be Grey” vind je behalve een mooie animatie over de visie “Dare to be grey”( : Durf genuanceerd te denken in plaats van zwart wit )Utrecht-students-dare-to-be-grey-560x304 ook een filmpje van “Van der Laan & Woe “50 kleuren grijs” waarin zij vaststellen dat je veel meer open staat voor een mening of een gedachte als je eerst even lacht.We moeten leren leven met onbesliste situaties, “misschien zelfs wel leren genieten van die situaties, leren genieten van verscheidenheid helpt misschien ook.” Oz houdt een sterk pleidooi voor inleving, empathie. Proberen ons in elkaar in te leven bij ruzie en ellende en ook als we voor 100 % gelijk menen te hebben. Oz schrijft dit alles tegen de achtergrond van het Israëlisch, Palestijns conflict. Maar ook in micro geschillen voor een rechtbank, tussen twee buren of (bijna) ex-echtelieden geldt dit advies om te proberen ons in elkaar in te leven en tegenwoordig moet ik daar ook de discussie op/in de Sociale Media aan toe voegen. Op Twitter lijkt vaak wel een afkeer te bestaan van inleving in een ander.

Alleen met wat nadenken, verbeeldingskracht, humor en relativisme kan je van een 100% overtuiging van je eigen gelijk tot probleemoplossende compromissen komen. Dan blijkt een compromis opeens niet te getuigen zwakheid of verraad maar juist van wijsheid. Niet voor niets schrijft Aboutaleb in zijn voorwoord: “Dit boekje zou verplichte literatuur op elke middelbare school moeten zijn”

De menselijke waardigheid ten noorden en ten zuiden van de Middellandse Zee

ernsthirschballin-200.original

22 oktober hield de voormalig minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin, – bestond er nog maar een ministerie van justitie, maar dit terzijde -, de Anton de Kom lezing 2015. Op de site van het verzetsmuseum kunt u daarover het volgende lezen:

“Toen Anton de Kom opkwam tegen de achterstelling en verdrukking van Surinamers in de toenmalige Nederlandse kolonie, was er in Nederland niet veel begrip, laat staan sympathie. Als balling in Nederland terechtgekomen, toonde hij zich desalniettemin solidair met het Nederlandse verzet tegen de bezetting door nazi-Duitsland. Hij erkende in woord en daad de universele betekenis van de menselijke waardigheid, terwijl hij zich toch zo diep bewust was van het eigene van de Surinaamse samenleving.”

Ernst Hirsch Ballin gebruikt die achtergrond van Anton de Kom om de universaliteit van de menselijke waardigheid, van de mensenrechten, te benadrukken. En hij besteedt daarbij, en dat zal geen verbazing wekken, veel aandacht aan de wat wij hier in Europa, de vluchtelingencrisis noemen. Die honderdduizenden  die naar Europa komen, waar in Libanon, Turkije en Jordanië om het miljoenen gaat.

De Middellandse Zee als mentale grens in onze hoofden? 

Wij lijken alles ten zuiden van de Middellandse Zee ook voor het gemak, “de opvangin de regio” te noemen,266px-Locatie_Middellandse_Zee waar de vluchtelingen eigenlijk moeten blijven. De Middellandse Zee, zowel een natuurlijke grens als een mentale. Ernst Hirsch Ballin stelt, met oog op die mentale grens, de vraag “welk beeld wij dan hebben van de mensen in een land als Syrië, wanneer de gedachte opkomt dat “de” crisis wordt opgelost door ze met muren en prikkeldraad van “ons” te scheiden; en daarmee ook de vraag, welk beeld we van onszelf hebben, als we zoiets zouden willen.”

De Universele Rechten van de Mens als bedreiging voor lokale machthebbers

Vanaf het eind van de Tweede Wereld Oorlog tot aan de val van de muur in 1989 groeide wereldwijd het geloof in de universele rechte van de mens, in de menselijke waardigheid. Maar Ernst Hirsch Ballin ziet die universaliteit van de mensenrechten in gevaar komen. “Inmiddels echter eisen steeds meer politieke leiders in naam van het volk – hun volk – het recht op een “eigen” uitleg aan de rechten van de mens te geven. Dat is steevast een uitleg met minder vrijheden en meer afgedwongen uniformiteit. Hun zondebokken zijn meestal mensenrechtenactivisten of rechters die beweerdelijk “overvragen”, bijvoorbeeld inzake kiesrecht voor gedetineerden of openheid over homoseksualiteit.” Veel van de kritiek op die universaliteit van de mensenrechten valt samen met de angst voor verlies van eigenheid en soevereiniteit die binnen bepaalde culturen of natiestaten bestaat. Vandaar die nadruk op eigen volk en eigen cultuur. Hirsch Ballin ziet hier een misverstand ontstaan tussen universaliteit en uniformiteit. Mensenrechten mogen gerust op nationaal niveau worden uitgelegd en uitgewerkt, maar, zo stelt Ernst Hirsch Ballin vast in zijn lezing, “Anders dan het verhaal van de “clash of civilizations” ons wil doen geloven, is er geen wereldkaart met daarin ingekleurde verschillende religies en waardenpatronen.”  Veel migranten, of je ze nu vluchtelingen noemt of gelukszoekers, geven invulling aan een bredere begrip van mensenrechten, zij beginnen nieuwe “levensprojecten” zoals Ernst Hirsch Ballin dat noemt, zij oefenen daarbij rechten uit als: de rechten van vrije arbeidskeuze, van onderwijs, van gezondheidszorg, van seksuele zelfbepaling, van migrerende werknemers. “De rechten van de mens hebben vele gezichten, omdat er zoveel mensen zijn met hun eigen gezicht en zicht op de eigen existentie. Dat is niet overal ter wereld hetzelfde, en al evenmin iets dat zich laat uniformeren naar gelang van staatsgrenzen, alsof welke samenleving dan ook homogeen kan zijn en blijven.” Dat brengt ons terug naar de vraag over die grenzen die dicht moeten, die de mensen uit Syrië of uit andere delen van wereld moeten tegenhouden, omdat zij onze homogeniteit, onze eigenheid of cultuur zouden bedreigen.  Ernst Hirsch Ballin werkt dit grensbegrip nader uit.

REFILE - CORRECTING BYLINEATTENTION EDITORS - VISUALS COVERAGE OF SCENES OF DEATH OR INJURYA young migrant, who drowned in a failed attempt to sail to the Greek island of Kos, lies on the shore in the Turkish coastal town of Bodrum, Turkey, September 2, 2015. At least 11 migrants believed to be Syrians drowned as two boats sank after leaving southwest Turkey for the Greek island of Kos, Turkey's Dogan news agency reported on Wednesday. It said a boat carrying 16 Syrian migrants had sunk after leaving the Akyarlar area of the Bodrum peninsula, and seven people had died. Four people were rescued and the coastguard was continuing its search for five people still missing. Separately, a boat carrying six Syrians sank after leaving Akyarlar on the same route. Three children and one woman drowned and two people survived after reaching the shore in life jackets. REUTERS/Nilufer Demir/DHAATTENTION EDITORS - NO SALES. NO ARCHIVES. FOR EDITORIAL USE ONLY. NOT FOR SALE FOR MARKETING OR ADVERTISING CAMPAIGNS. THIS IMAGE HAS BEEN SUPPLIED BY A THIRD PARTY. IT IS DISTRIBUTED, EXACTLY AS RECEIVED BY REUTERS, AS A SERVICE TO CLIENTS. TURKEY OUT. NO COMMERCIAL OR EDITORIAL SALES IN TURKEY. TEMPLATE OUT

De verdronken peuter Aylan liggend op de vloedlijn

“Er is intussen iets dat ons werkelijk moet verontrusten in de gedachte dat grenzen moeten worden gesloten, om de samenleving homogeen te houden. Zo’n gedachte als quasi-“oplossing” van de migratiecrisis verraadt dat mentale grenzen allang zijn gesloten. Soms wordt daaraan gerammeld, bijvoorbeeld door de aanblik van Aylan, de peuter met net zo’n rood truitje en blauwe broek als ons neefje of buurjongetje, of kleinkind, op het strand van Bodrum. Had die foto dezelfde schok der herkenning opgeleverd als het een donker gekleurd manneke in een kleine djellaba was geweest?Ernst Hirsch Ballin haalt Navid Kermani, winnaar van de Vredesprijs van de Duitse boekhandel,  aan, die het stelde in zijn toespraak, dat velen zowel machtshebbers als burgers, zou ik willen zeggen, in hun hoofden, -reeds voordat de gedachte van aangescherpte grensbewaking opkwam -, grenzen hebben getrokken tussen haves en have-nots van rechten van de mens. Zodoende ontkennen zij hun gelijkwaardigheid als mens en het ontnemen van perspectieven op een leven in waardigheid.”

Voor dat ik de hele toespraak hier citeer, maar die moet u wel helemaal lezen, sluit ik af met wat Ernst Hirsch Ballin laat volgens op die have en have-nots gedachte:

“Het kernbegrip van het denken over de rechten van de mens is juist de notie van een onvervreemdbare, aan iedere persoon zonder onderscheid eigen waardigheid. Men vindt het in artikel 1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en in artikel 1 van het veel recentere Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Dat hoeft helemaal niet te betekenen dat iedereen er hetzelfde onder verstaat. Maar de gedachte dat het een typisch product van westerse cultuur is dat elders geen “geldigheid” heeft, is faliekant onjuist. De verschillen in interpretatie bevestigen juist dat het gaat om een voor iedere mens relevant en herkenbaar ijkpunt. Wat het betekent wanneer die waardigheid wordt ontkend is, onder welke bewoordingen dan ook, manifest voor de slachtoffers van de Khmer Rouge evenzeer als voor het meisje dat is ingepalmd door een pooierboy in Nederland of een op valse getuigenis veroordeelde Amerikaan op de death row.”

Nog een slot citaat, omdat die als waarschuwing kan gelden voor de hedendaagse politiek:

“Politiek leiderschap bewijst zijn kracht niet door de adhesie vanuit een deel van de samenleving – eenzijdigheid is de weg van de minste weerstand – maar door verbindingen te zoeken, voorbeelden te stellen en gezamenlijk begaanbare wegen uit te zetten.”

Ja, het zal sommigen wel weer te soft en te “theedrinkerig” in de oren klinken, maar we zijn een wereldgemeenschap, een global village, waarin iedere persoon zonder onderscheid een onvervreemdbaar recht heeft op eigen waardigheid.

Ook hier nog een verwijzing naar de hele tekst

Ontslag in de polder Deel II

Als u dit leest, is het nieuwe ontslagrecht reeds in werking getreden (1 juli jl.).

Omny-650x218

Nieuwe wetten horen nieuwe duidelijkheid te scheppen. Maar vaak moet ik mijn klanten uitleggen waarom een rechtsstrijd niet gewoon opgelost kan worden door de wet er op na te slaan. Helaas roept bestudering van de wet vaak alleen maar nieuwe vragen op. Niet alleen loopt een wet altijd achter de feiten aan, dat blijkt ook in het arbeidsrecht het geval, maar vaak ook werkt de wetgever met zogenaamde “open normen”. Ontwikkelingen in het arbeidsrecht zijn bijvoorbeeld het stakingsrecht, opgekomen tijdens de industrialisatie (de IJzeren Eeuw), part time/flexwerk en de daarmee samenhangende nieuwe verdeling tussen zorg-privé en werk en meer recent het onderscheid werknemer/zzp’ers. Bij ”open normen” moet u bijvoorbeeld denken aan de regel:  “De werkgever en de werknemer zijn verplicht zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen. “ (art. 7:611 Burgerlijk Wetboek). Van zo’n regel wordt je niet veel wijzer. De rechter moet dit soort normen van geval tot geval nader “invullen”.

In onze compromissenpolitiek lukt het niet, zeker niet in een sociaaleconomische wetgeving waarbij er sprake is van een “zwakkere” en “sterkere partij”,  om scherpe keuzes te maken. Zwart wit gesteld, is kiezen voor de huurder en werknemer “links” en kiezen voor de verhuurder en werkgever “rechts”. Bij geen duidelijke keuze moet de rechter het maar uitzoeken. En ook na 1 juli zal de rechter weer veel moeten uitzoeken. De scheppers van de strip “Fokke en Sukke” laten deze verre familieleden van Donald Duck dan ook in advocatentoga juichen bij de tekst “Yes, het nieuwe ontslagrecht is nóg ingewikkelder”, zij voorzien een “lawyers paradise”. Het ontslagrecht blijft een mijnenveld. Hoe weet de werkgever of hij de juiste “passende functie” heeft aangeboden voordat hij de ontslagroute kiest? Hoe weet de werknemer dat er inderdaad een bedrijfseconomische noodzaak bestaat die dwingt tot verlies van zijn arbeidsplaats. Gezien de grote belangen die hier spelen zal het vaak de rechter zijn die hier het laatste woord zal krijgen. Ik zal in ieder geval de ontwikkelingen na 1 juli op de voet volgen, opdat ik u in voorkomende gevallen veilig door dat mijnenveld kan loodsen.

Zie ook Ontslag in de polder (Deel 1)

Is een advocaat een academicus of een practicus?

Moet de rechtenstudie niet van academische tot HBO-studie gemaakt worden? Die vraag werd ook voorgelegd aan de oud-decaan van de rechtenfaculteit van de Universiteit te Leiden, thans Rector Magnificus van die universiteit, prof. mr. Carel Stolker.Wij denken met u mee Hij stelt in een interview met het Nederlands Juristenblad, met zoveel woorden dat de rechtenstudenten “moeten leren dat ze hun oordeel kunnen uitstellen. Dat ze leren dat ze niet onmiddellijk naar de oplossing moeten springen. Dat ze eerst nadenken en langdurig nadenken… Hebben leren ‘tegendenken’.” Hij vervolgt dan met: “Iemand heeft ooit gezegd dat het verschil tussen een HBO en de universiteit is dat ze bij de HBO oplossingen voor problemen leren vinden en dat ze bij de universiteit problemen bij de oplossingen leren zoeken.” Dat laatste lijkt weinig praktisch. Mijn klanten hebben liever dat ik op beroepsmatige ambachtelijke wijze het juiste wetsartikel of de relevante uitspraken bij hun problemen vind. Op een wetenschappelijke verhandeling van enerzijds dit anderzijds dat zitten ze niet te wachten. Helaas is de werkelijkheid weerbarstiger dan de theorie. Stolker komt dan met een mooi voorbeeld. “Een bemand zweefvliegtuigje dat met een geringde postduif in botsing komt. Dat zweefvliegtuigje stort neer en de piloot overlijdt ten gevolge van de crash, en de duif ook. De eigenaar van de duif spreekt de piloot aan en de weduwe van de piloot de eigenaar van de duif. Zo’n verhaal… En dan kun je wel zeggen: nou, dan google ik wel even ‘duif’, ‘piloot’, ‘hoge raad’ en dan kijk ik wat erover staat. Maar godzijdank, daarover vind je niets.” Die oplossing vind je dus niet in wetboeken of rechtspraak. Vaak is er geen hapklare oplossing in wet of rechtspraak te vinden. Dan moet je dus zelf gaan wikken en wegen, analyseren en vergelijken, in de huid van de wederpartij kruipen, tegenargumenten bedenken en dus kunnen spelen met de materie. Daar ben ik als advocaat een groot deel van mijn tijd mee bezig, met veel plezier en voldoening. Vaak kom je pas via dat minder praktische “tegendenken”, noem het een academische benadering of niet, toch tot een praktische bepleitbare oplossing voor de rechtzoekende. Graag denk ik met u mee.  Loop eens binnen. U kunt al mijn stukjes vinden op : http://kantoor-omnydevries.nl/artikelen-van-mr-eerde-de-vries/.

Ontslag in de polder

We hebben net de Waterschapverkiezingen achter de rug. Waterschappen behoren tot de oudste bestuursorganen van ons land. Aanvankelijk waren het samenwerkingsvormen tussen meerdere buurtschappen. Gezamenlijk regelden de dorpen of buurtschappen de waterhuishouding in hun gebied en bij dreigende overstromingen werden ook de dijken bewaakt en zo nodig met de bekende zandzakken verstevigd door burgers, boeren, buitenlui en grondbezitters. Die gezamenlijkheid, dat gezamenlijke doel bescherming tegen het water, dwong tot overleg en compromissen. Daarom wordt wel gezegd dat die uit de dertiende eeuw stammende Waterschappen letterlijk aan de basis stonden van ons poldermodel.

Behalve op het gebied van de waterhuishouding speelt dat poldermodel ook een belangrijke rol bij de ontwikkeling van ons arbeidsrecht, al kwam een van de belangrijkste regelingen op dit gebied niet bepaald polderend tot stand. Het op 5 oktober 1945 ingevoerde Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) is geen wet maar een Koninklijk Besluit, uitgevaardigd door de toenmalige regering zonder dat er een parlement aan te pas kwam. Dat kon ook niet want er was toen, zo vlak na de Tweede Wereldoorlog, nog geen gekozen parlement. Toch zou dit besluit het ruim 100 jaar uithouden. Op 1 juli 2015 vervalt het BBA en wordt het vervangen, zoals het hoort, door weer een echt “polderproduct”. Op 11 april 2013 sloten de sociale partners, de vakbonden en werkgeversverenigingen een sociaal akkoord over het ontslagrecht. Dit akkoord was een reactie op de plannen van het PVDA-VVD kabinet en is in ijltempo tot wet geworden, die nu dus op 1 juli 2015 in werking treedt.

Deze column leent zich niet voor een uitvoerige bespreking van de wet, maar de  belangrijkste punten zijn:

Voor de ontslagene wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid blijft eigenlijk de oude BBA procedure gelden: er moet een ontslagvergunning worden aangevraagd bij het UWV. De kantonrechter behandelt beëindigingen wegens verstoorde arbeidsverhoudingen of disfunctioneren.

Nieuw is dat alle werknemers bij ontslag recht krijgen op een ‘transitievergoeding’ ongeacht of de UWV- of de kantonrechtsprocedure wordt gevolgd. Nu, tot 1 juli 2015,  staat een werknemer die de UWV-route doorloopt, na het ontslag nog met lege handen.

De uitkomst van de formule waarmee de transitievergoeding wordt berekend komt grofweg 2/3 lager uit dan de kantonrechtersformule. Ons ben zûnig in de polder.