“Computer says no”

Meestal helpt het wel om menselijkheid het laatste beslissende woord te geven,
maar soms zijn ook mensen onmenselijk. 
 

“Computer says no”

De makers van het satirische programma “Little Britain” waren hun tijd ver vooruit met hun hilarische sketch “Computer says no” (zoek met uw zoekmachine of AI-app op:  “Computer says no + ziekenhuis”).

De computer als onfeilbaar orakel. De twijfel daarover is door het confabuleren en hallucineren van de diverse, door Kunstmatige Intelligentie (AI) aangestuurde Chabots,  sinds die sketch, alleen maar toegenomen.

 

Recent pas verscheen een rapport over het geruchtmakende Post Office-schandaal. In elk dorp, hoe klein ook,  was zeker rond de laatste eeuwwisseling, nog een postkantoortje met een vriendelijke medewerker. En juist veel van die vriendelijke medewerkers, vaak ook  eigenaren van zo’n klein kantoortje, werden geruïneerd door, ja waardoor eigenlijk door een computerfout?  Of was het door de langdurige ontkenning van die fout,  door de Post Office leiding?

15 jaar lang zijn duizenden eigenaren van lokale postkantoren, vaak ankerpunten in kleine  gemeenschappen, beschuldigd van diefstal en fraude. Ten onterechte, zoals veel te laat zou blijken, want hun boekhoudsysteem, in 1999 geïntroduceerd, genaamd Horizon, maakte fouten.

Het lukte de gebruikers van dit softwareprogramma maar niet om balansen in evenwicht te brengen, steeds gaf het boekhoudprogramma een te kort aan. Vele honderden klaagden bij de desbetreffende helpdesk en kregen daar te horen dat zij de enigen waren die tegen die problemen aanliepen en ook dat bleek achteraf een leugen. Steeds die variant op “computer says no”  hier dus “computer is right”, wetende dat dat niet zo was, maar erkenning van de fout zou te kostbaar zijn.

Uit pure onmacht vulden die gebruikers, die, alleen door het computerprogramma, aangegeven tekorten, “uit eigen zak” aan.

Uiteindelijk werden er ruim 3500 postmasters, eigenaren en managers van die lokale postagentschappen,  beschuldigd van verduistering. Zo’n 900 van hen werden ook veroordeeld en meer dan 230 kwamen zelfs In de gevangenis terecht. Ook pleegde sommigen uit wanhoop zelfmoord en velen zijn overleden voordat hun naam kon worden gezuiverd. Uit dat recent uitgebracht rapport over dit schandaal blijk dat er minsten 13 zelfmoorden zijn gepleegd uit pure wanhoop.

Niet alleen de zelfsturende  killer-drones zijn levensgevaarlijk, nee ook een eenvoudig boekhoudprogramma kan dat zijn als er niet met enige regelmaat een integere reality check wordt doorgevoerd met een dodemansknop.

Nie Wieder?

Zelfs na 80 jaar lijken we niet veel meer van de Tweede Wereldoorlog geleerd te hebben dan dat we geen Joden mogen vervolgen en dat de Nazi’s hele slechte mensen waren.

Abel Herzberg schreef al in 1950 in zijn onlangs heruitgebrachte “Kroniek der Jodenvervolging, 1940-1945” dat stilstaan of herdenken van de gruwelijkheden alleen maar zin heeft als we daarin de mens ontdekken die deze gruwelijkheden bedreven heeft en beseffen dat wij die dader ook hadden kunnen zijn.”

Al vaker citeerde ik in mijn bijdragen hier of op mijn blogsite, een andere uitspraak van Herzberg, als antwoord op een vraag van een Joodse vrouw, tijdens een lezing van hem, vlak na de Tweede Wereldoorlog: “Wat moeten wij doen om te voorkomen dat onze kinderen weer slachtoffers worden?’ ‘ Herzberg antwoorde: “Dat is het probleem niet, mevrouw. Het probleem is hoe wij kunnen voorkomen dat onze kinderen beulen worden.”

Die aandacht voor de psyche van die toch nog altijd menselijke daders kunnen we na 80 jaar nog steeds niet opbrengen. Het lukt ons al slecht, ons in het hoofden van daders  van “gewone” misdrijven te verplaatsen. De “ander” loopt nog steeds het gevaar langzaam maar zeker buitengesloten te worden.

5 mei vieren we terecht de bevrijding van het Duitse nazi juk. Maar vrijheid is meer dan de afwezigheid van dwang, beperking en bemoeienis door anderen, weer kunnen doen en laten wat je wil. Vrijheid geeft ons ook de mogelijkheid of beter, opdracht, hoe raar dat ook klinkt, om ons bij de keuze tussen wat wij doen en laten, rekening te houden met de vrijheid of noem het de belangen van de ander. Je zou dat kortweg menselijke beschaving kunnen noemen.

“Nie Wieder” begint met het besef dat het nazisme geen van buitenaf komend kwaad was. Dat schrijft  Floor Rusman in haar essay “De antidemocraat, dat is de ander” gepubliceerd in de NRC van 2/3 mei.  Ze haalt in haar slotregels Philip Freriks aan die zei: “„Voor mijn ouders was de oorlog en vooral ook de aanloop daarnaartoe een verschrikkelijke les die altijd en tot in lengte van dagen geleerd diende te worden. Ze hadden aan den lijve ondervonden waartoe rommelen met de rechtsstaat leiden kan.”

Blijf dus die open deur van artikel 1 van de Grondwet: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld”, intrappen en blijf verantwoord en integer omgaan met uw vrijheid.

Koning Hollewijn of een Kerstboodschap

Deze Koning, hoofdpersoon uit en strip geschreven en getekend door Marten Toonder, ook de geestelijk vader van “Tom Poes” en “Heer Olie B. Bommel”, ontdekte dat de zorgvuldig in zijn paleis bewaarde “Rechten van de Mens”, verdwenen was. Koning Hollewijn reageerde vol schrik op die ontdekking met: “Laat ik je zeggen dat deze Rechten de beste  zijn die de mensheid heeft voortgebracht. Wanneer de mens eindelijk Rechten verkregen heeft, moet hij ze verdedigen en ernaar leven. Hij moet ze zó goed kennen dat ze een deel van hemzelf worden!”

De “Koning Hollewijn-strip”, waar dit fragment uit afkomstig is werd uitgegeven ter ere van de aanname door de algemene vergadering van de  Verenigde Naties van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, 10 december 1948.

De Tweede Wereldoorlog wordt nog steeds gezien als een keerpunt in de ontwikkeling van de mensenrechten. Na twee verschrikkelijke wereldoorlogen ontstond de internationale wens of meer opdracht, kort uitgedrukt in  “Nie wieder”, dit nooit weer.

“Deze verklaring is tot op heden van grote betekenis als algemene morele en juridische standaard, als vaak gebruikte bron voor een nieuw internationaal verdrag of een nationale grondwet en als basis van het werk van mensenrechtenactivisten en -organisatie.” (Wikipedia).

Die Toonder-strip vroeg op een lichte toegankelijke manier aandacht voor dat grote belang van de mensenrechten. Symbolisch werd in die strip die kostbare “Universele Verklaring van de Rechten van de Mens”, onder een glazen stolp bewaard en ten toon gesteld.

Het doet een beetje denken aan “het Vaasje van Rutte”, het symbool van ons “gave land”, van onze mooie democratische rechtstaat. Rutte waarschuwde, al weer zo’n  6 jaar gelden voor het gevaar dat dat vaasje in stukken uit een kon vallen.

Een ander koning, Koning Alexander, vroeg al in zijn Kersttoespraak van 2014: hoe blijven we trouw aan ons ideaal van een vrije, open samenleving waarin ieder mens zichzelf mag zijn en op voet van gelijkwaardigheid mag meebouwen?” De vraag lijkt, nu 10 jaar later, actueler dan ooit. 

Ons Koninkrijk is een eenheid in verscheidenheid, maar laat het accent op die eenheid blijven, door niemand, geen mens en geen gemarginaliseerde groep uit te sluiten; door iedereen “erbij” te laten horen, (gelijk)waardig en met dezelfde (mensen)rechten en door propaganda, halve waarheden en hele leugens, die tweespalt en angst oproepen, tijdig te ontmaskeren. 

En na een recent essay van Zadie Smith  (gepubliceerd, in vertaling in de Groene Amsterdammer nr. 49 van dit jaar) gelezen te hebben waarin ik deze passages aantrof, vulde ik dit stuk nog aan deze wat zwaardere “toegift”:

Lees meer »

Rechtvaardig: Het democratisch ethos

democratie heeft niets te maken met de helft + 1

De macht, ook die van een democratisch gekozen meerderheid, heeft altijd een tegenmacht nodig.

De ambtseed, waar ik hieronder over schreef, gaat morgen, 1 januari 2025, dus pas in.

De macht, ook die van een democratisch gekozen meerderheid, heeft altijd een tegenmacht nodig. Foto: ANP

Omdat, sinds de Algemene Politieke Beschouwingen na Prinsjesdag, de rol van de ambtenaren en hun adviezen weer ter discussie staat, kom ik terug op die gewijzigde ambtseed waarover ik begin juli al schreef.

De oude eed, „ik zweer dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen”, roept het beeld op van die overheidsdienaar die zijn opdrachtgever moet gehoorzamen.

Sinds begin dit jaar (zie correctie hieronder) * zweert of belooft de ambtenaar bij zijn aanstelling, en ik citeer hier alleen die passages die over de taakuitoefening gaan:

Ik werk in het algemeen belang voor onze samenleving en zet mij daar volledig voor in.

Ik werk integer en behandel iedereen rechtvaardig, gelijkwaardig en met respect.

Ik ga zorgvuldig om met informatie. Ik draag bij aan een open overheid en weet ook dat ik vertrouwelijke informatie geheim moet houden.

Die nieuwe eed brengt beter tot uitdrukking dat de ambtenaar werkt voor het algemeen belang, voor onze samenleving. De minister noemde destijds die opdracht groot en van enorme waarde. De nieuwe eed maakt duidelijk welke waarden en welk gedrag daarbij horen.

Henri Bontenbal sprak in dat verband over het democratische ethos, de wil en inzet van zowel ambtenaren, politici als burgers om ‘de instituties die de samenleving en de rechtsstaat stutten, te koesteren. Zoals de vrije pers, de onafhankelijke rechtspraak en het parlement. In daad èn in woord’.

Democratie is meer dan verkiezingen, procedures, meerderheden zien te verkrijgen. „Wie de democratie verengt tot ‘de meerderheid beslist’, legt de bijl aan de wortel van de democratische rechtsorde” (Herman Tjeenk Willink).

De macht, ook die van een democratisch gekozen meerderheid, heeft altijd een tegenmacht nodig in de vorm van die door Bontenbal genoemde instituties.

Maar belangrijker nog dan die tegenmacht is dat besef bij alle leden van een samenleving dat we het op vreedzame wijze met elkaar moeten rooien en onderlinge conflicten met elkaar moeten beslechten. Korter en simpeler: „dat we de boel bij elkaar moeten houden”.

Dat mag minder krachtdadig klinken, maar democratie mag geen krachtmeting worden, maar moet die zoektocht blijven naar de beste oplossing voor iedereen. „Je toont je een ware democraat als je in de positie bent de vrijheid van een minderheid in te perken, maar besluit dat niet te doen” (Gert-Jan Segers) juist om de boel bij elkaar te houden.

* Ik werd er door een oplettende lezer op gewezen dat de wijziging van deze eed toch niet zoals verwacht, 1 januari 2024 is ingegaan. Volgens de laatste verwachtingen zal dit nog wel dit jaar plaatsvinden, excuses voor de slordigheid.

Willen we meer of minder rechtsstaat?

Henri Bontebal (fractielleider CDA in de 2e Kamer) formuleerde het mooi in zijn brief aan de , toen nog, verkenner, Ronald Plasterk : “Is hij (Geert Wilders, edv) bereid om met zijn woorden, de manier waarop hij communiceert, de democratische rechtsstaat een beetje heel te houden. (…) Mijn punt is dat bij een democratische rechtsstaat ook een democratisch ethos hoort, namelijk dat je je op een bepaalde manier uitlaat. Je kan een democratische rechtsstaat ook kapot maken in woorden, daar begint het doorgaans mee.”

Inderdaad zo begint het en als je dit kritiekloos aanvaardt is die rechtsstaat die we voor zelfsprekend hielden, opeens kapot. Zie waar Trump mee bezig is. Voor dit gevaar wilde ik waarschuwen tijdens mijn afscheidsreceptie. U kunt in mijn onderstaande column lezen hoe ik dat deed (https://stellingwerf.nl/wolvega/Rechtvaardig-Een-eerste-terugblik-op-ruim-40-jaar-advocaat-28897839.html)

Stukje afscheid

In woorden kan de rechtsstaat langzaam maar zeker worden uitgehold. Door zoals Wilders doet, de Nederlandse onafhankelijke rechters ‘neprechters’ te noemen, het parlement waar hij sinds 1998 zelf inzit een ‘een nepparlement,’ vluchtelingen ‘gelukzoekers’, kunstenaars ‘subsidieslurpers’, journalisten ‘tuig van de richel’, klimaatactivisten ‘milieugekkies’, door hem voorgestelde belasting op hoofddoekjes: “kopvoddentax” te noemen.

Je kan ook in beleid en politieke daden, de grenzen zoeken en die overschrijden zoals Yesilgoz doet 1) door kansarme asielzoekers zonder wettelijke basis of rechterlijke toetsing gevangen te zetten; 2) door samen met haar formatiepartners van destijds in een motie de leden van de 1e kamer op te dragen tegen de spreidingswet te stemmen en 3) door het openbaar ministerie (OM) tot uitvoering van haar beleid te dwingen terwijl dat beleid vermoedelijk onwettig is en zij de onafhankelijk magistratelijke staat van dat OM daarmee negeert.

Orban uit Hongarije en de PiS-partij van de tweelingbroers Kaczyński in Polen kwamen ook democratisch aan de macht, om maar niet meteen met Adolf Hitler aan te komen. In Hongarije heeft de democratie Orban niet overleefd en in Polen is de democratische rechtsstaat op het nippertje gered.

Bij de parlementsverkiezingen van 2023 werd de extreem rechts-populistische PiS wederom de grootste partij, maar het was twijfelachtig of zij een meerderheidscoalitie zou kunnen vormen. Drie oppositiepartijen leken daar onder leiding van Donald Tusk meer kans toe te hebben. In december 2023 werd Tusk premier van Polen en werd PiS oppositiepartij.

Het is niet ondemocratisch om een ondemocratische partij die de grootste werd tijdens de verkiezingen toch uit te sluiten van de macht. Dat lijkt mij zelfs een democratische plicht. Wat in Polen kan kan in Nederland ook.

Nemen we nu eindelijk die Rode Pil

Wanneer ontdekken wij dat wij, al consumerend en zinloze spullen vergarend, weinig brengende vliegreizen boekend, buffelend in bullshit jobs of in banen waar jezelf de maatschappelijke relevantie niet van ziet, dat we uitgezogen worden door “the Matrix” die Herbert Marcuse al in 1964 zag (“De eendimensionale mens”). Nadat wij die rode pil hebben doorgeslikt?

Marcuse

https://stellingwerf.nl/wolvega/Rechtvaardig-De-blauwe-of-de-rode-pil-28411624.html

Beter goed gejat dan slecht bedacht.

Soms lees je een column en die is zo vanzelfsprekend, zo’n open deur en toch zo noodzakelijk! Vandaag hoorde ik op de radio

20221113_160752
Prenten van Titi Zaadnoordijk http://www.titi.nl/

weer het zoveelste item over die “filterbubbel”. Een heuse mediapedagoog, Berber Broekstra, heeft met haar Mediateam een installatie in de bibliotheek in Utrecht geplaatst om mensen bewust te maken van hun eigen filterbubbel. De polarisatie tegengaan met “mediawijsheid”. Dat lijkt mij niet de weg. Natuurlijk is het goed om jong en oud te leren hoe de algoritmen van de meeste sociale netwerken werken. Je wil, gezien je “surfgedrag”, kennelijk dit zien, nou dan krijg je dit te zien. Maar ik ben het met mijn favoriete columniste Floor Rusman (NRC) eens, die schreef  in haar column van 5 november jl.dat het cliché dat echokamers of filterbubbels de polarisatie versterken, niet klopt. 

floor-rusman2
Profielfoto NRC

Eerder is het zo dat het contact met andersdenkenden, uit andere filterbubbels, de polarisatie juist verkleint Met een beroep een aantal wetenschappelijke onderzoeken concludeert zij dat het van de setting afhangt hoe een ontmoeting met andersdenkenden verloopt. Hangt er een buurthuissfeer of een stadionsfeer? Gaat het om contact maken of om winnen? En het gaat de laatste tijd te vaak om winnen, zelf in de politiek, waar eigenlijk eerder een sfeer van het buurthuis zou moeten gelden, in de zin van “we moeten er samen als buurt maar ook als samenleving samen uitkomen” is alles een wedstrijd geworden, helaas aangewakkerd door de op goede kijkcijfers jagende media. Met als dieptepunt de “strijd” tussen de zittend Kamervoorzitter en de oud Kamervoorzitter. Dat lijkt door de media tot een wedstrijd te zijn gemaakt.

Niets “mediawijsheid”, we moeten blijven oefenen “de ander” te accepteren, is de simpele oplossing van die andere favoriete columnist van mij, ook NRC, mijn echokamer? Kiza Magendane.

magendane-kiza02700-202111
Profielfoto NRC

Hij eindigt zijn column van 11 november jl.  met deze wijze maar ook wel vanzelfsprekende conclusie:

“De acceptatie van verschillen in onze samenleving begint met de erkenning dat wij anderen niet kunnen veranderen (zij kunnen het zelf niet of nauwelijks). Sterker nog, wij zouden anderen niet moeten veranderen. In plaats daarvan hebben wij juist vaardigheden nodig die ons in staat stellen om anderen te begrijpen, en vredig met hen te co-existeren.Lees meer »

Ik wens u allen in 2016 veel broederschap toe.

De feestdagen liggen weer achter ons. Velen hebben weer even de rust gehad om de waarde te ervaren van innige verbondenheid. De dagen rond Broederschapkerst en oud en nieuw bieden ook de gelegenheid bij uitstek, om meer aandacht te schenken aan samen zijn en verbondenheid. Dan zijn er de kersttoespraak van de koning, fijne moralistische kerstfilms en de oudejaarsconference die dit jaar ook weer diepgang had en tot nadenken dwong. Voor mij kwam daar ook Frans Timmermans bij. Timmermans, thans vicevoorzitter van de Europese commissie moest ook gedacht hebben dat zijn manifest “Broederschap” maar het beste rond deze contemplatieve tijd kon worden uitgebracht. Eerlijk gezegd had ik de presentatie van zijn “pleidooi voor verbondenheid” in de Wereld draait door van 9 december jl. en in Het Buitenhof van 20 december jl. gemist. Ik kreeg het boekje van mijn zus als verjaardagscadeautje. In de winkel € 5 slechts, een must voor iedere betrokken burger, de opbrengst komt ten goede aan Vluchtelingen Werk. Zaterdag 2 januari jl. trof ik in het NRC een essay aan van Bas Heijne “Niet langer verbonden” dat naadloos aansluit op “Broederschap”.

Onze koning benadrukte het belang van vrijheid in zijn kersttoespraak. Frans Timmermans begint zijn manifest “Broederschap” ook met vrijheid maar laat daar die andere twee begrippen uit de Verlichting: gelijkheid en broederschap direct op volgen en haalt daarbij Victor Hugo aan, bekend van Les Misérables en De klokkenluider van de Notre Dame. Hugo noemde vrijheid een recht, gelijkheid een feit en broederschap of solidariteit, een plicht. Hugo noemde deze drie begrippen de drie treden naar het hoogste podium. In Timmermans pleidooi voor verbondenheid, lees ik verder dat volgens de Franse schrijver en filosoof Albert Camus het enige wat de mens van dieren onderscheidt het vermogen is om de wereld door de ogen van een ander te zien, het empathisch vermogen dus.

FinkersHerman Finkers zag dat vermogen van de mens graag wat vaker geactiveerd worden, zo begreep ik uit zijn versregel: “Zwetsen als een kip zonder kop o, wat knapt een mens daar van op.” De plicht tot solidariteit, zoals Victor Hugo dat stelde, brengt volgens Timmermans met zich mee dat wanneer iemand als een kip zonder kop zwetst, je hem of haar daarop moet aanspreken. Hoe kom je tot die opvatting? Loop er niet onverschillig aan voorbij, toon verbondenheid. Door geïnteresseerd en betrokken te blijven in andermans mening, door met die ander een gesprek aan te gaan, voorkom je uitsluiting en isolement en bevorder je begrip voor elkaars opvattingen ook al blijven die mogelijk verschillen. “Land van 1000 meningen” is niet voor niets de eerste regel van “15 miljoen mensen

Zowel Finkers als Timmermans belijden dat het gevaar niet in het meningsverschil zelf schuilt (zie de mooie vergelijking van Finkers tussen Godsdienst en Kinderen, link werkt niet meer) maar in het onvermogen verbondenheid te tonen, de wereld door de ogen van die ander te zien. Nederland heeft behoefte aan meer broederschap en minder groepen van “Boze burgers”. Ik wens u allen in 2016 veel broederschap toe.

JudasNa het afronden van dit stuk mocht ik van mijzelf het boek uitlezen dat ik bijna uit had: “Judas” van Amos Oz. Na het uitlezen, keek ik de Buitenhof uitzending weer eens terug met het interview met Oz . Wat bleek; ook Oz hield daar een pleidooi voor “inleving”,  het verplaatsen in de ander, nieuwsgierigheid.  Het zijn geen nieuwe ideeën maar daarom niet minder waar.

Nooit over altijd met

Die uitdrukking kwam deze week weer langs tijdens een overleg met de gemeente. Nooit meer over maar altijd met de betrokken burger spreken over de problemen waar de burgers tegen aan lopen.

Met het uitroepen van de gedecentraliseerde participatiesamenleving lijkt het “nooit over, altijd met” gebod langzaam van woord tot daad te worden. Van de natuurstaat van “ieder voor zich en God voor ons allen” via de doorgeschoten verzorgingsstaat weer een beetje terug naar zelfredzaamheid waar dat kan. Zo nodig schuift de overheid aan, aan de keukentafel voor hulp bij het oplossen van uw probleem. Ja maar, werpen ambtenaren tegen, wil die burger wel weer eigenaar worden van die problemen, kan hij dat wel aan? De bevolking van veel gemeentehuizen zien hier nog niet meteen kansen, maar eerder problemen. Hoe vertellen wij die participerende, energieke, zelfredzame en initiatiefrijke burger dat die initiatieven niet haalbaar zijn, niet mogen, te veel geld kosten?

„Tussen droom en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren” schreef Willem Elsschot al. Hoe neem je die hindernissen als moderne ambtenaar, die de burger moet gaan faciliteren, coachen misschien wel, bij het realiseren van zijn plannen, bij het oplossen van zijn problemen? Ja, de burger is immers weer “eigenaar” van “zijn” problemen.

Hier stuiten we op het probleem dat, door de schrijvers van rapport Leren door te doen. Overheidsparticipatie in een energieke samenleving de botsing tussen de “Ambtelijke binnenwereld en burgerlijke buitenwereld” wordt genoemd. ‘Buiten is maatwerk nodig, maar binnen (in het gemeentehuis) is rechtmatigheid en gelijke behandeling een basisbeginsel. Buiten is ruimte de regel, maar binnen moet publiek geld deugdelijk verantwoord worden. Buiten denken we in mogelijkheden, maar binnen geldt toch ook het belang van de beperking, al die wetten en praktische bezwaren waar Elsschot het al over had. Nu loopt de sturing nog steeds te veel vanuit de overheid naar de buitenwereld, dat moet andersom, van buiten naar binnen.  En als die energieke burger dan met zi9d7a5020c2685163f306abce364358c9jn vraag, wens of probleem bij het gemeentehuis komt, van buiten naar binnen, stuur hem dan niet met huiswerk naar buiten, aanvraagformulieren, vergunningvereisten, beperkingen en ja, maars.

Nee, faciliteer, coach en begeleid waar nodig, die vergunning gaan we regelen, maar laat die burger zijn probleem en stimuleer de zelfredzaamheid.

Zie ook mijn Blog : De Tragedie van de Meente