Als kind kom je er langzaam maar zeker achter dat er geen krokodil onder je bed kan liggen, maar dat de kachel (oud voorbeeld), toch wel heet kan zijn.
Peuters leren zichzelf soms gewoontes aan zoals, zingen of fluiten in het donker,
“Ik ben niet bang voor de boze wolf”
Later leer je dat angst een slechte raadgever is komt die tegelwijsheid voorbij van:
‘Een mens lijdt dikwijls het meest door/van het lijden dat hij vreest’ (dichter onbekend). De fight-or-flight response werkte goed in de oertijd wanneer je oog in oog kwam te staan met een sabeltandtijger.
Maar zeker na de de Tweede Wereldoorlog werd die existentiële angst eigenlijk alleen opgeroepen door meer ongrijpbare dingen als de Koude Oorlog en afgeleide daarvan, “de bom” , “de Russen komen”.
Nog weer later ontstond die zogenaamde “veiligheidsparadox” = hoe veiliger het land hoe banger zijn burgers.
Straling van hoogspanningsmasten, 4G/5G, voedselveiligheid, pestprotocollen, bejaarden die zouden kunnen vallen, bijwerkingen van vaccins, buiten spelende kinderen zonder begeleiding, pedofielen, vreemdelingen en terrorisme, natuurlijk, vul maar aan.
Kijk naar de lijst in het gedicht van Joost Zwagerman “Voor alles”. Een bekijk die laatste vertolking van Wende Snijders:
En toen kwam het coronavirus.
Waar moeten we die dreiging plaatsen in het spectrum van hoogspanningsmasten tot de moderne de sabeltandtijger. Ook hier leek de eerste reactie een soort “zingen of fluiten in het donker” Wij zijn niet bang voor ….”
Overmacht, het wordt te pas en te onpas geroepen, net als “nood breekt wet”. Maar wat is overmacht en wat betekent “nood” in dat gezegde?
Afspraak is afspraak en afspraken moeten worden nagekomen. Wie gewichtig wil doen, zegt dat in het Latijn: “Pacta sunt servanda”.
Een woningzoekende die een huis of kamer huurt roept aan twee kanten verplichtingen op in het leven, hij zal op de afgesproken tijd de kamer moeten betrekken en de huurprijs moeten betalen en de verhuurder zal, van zijn kant, die kamer ter beschikking moeten stellen en de huurder het huurgenot moeten bieden.
Dus heb je voor een astronomisch bedrag een kamer gehuurd in Zandvoort voor de dagen van de Formule 1 Grand Prix van 1 t/m 3 mei 2020, dan moet je daarvoor de overeengekomen huurprijs betalen en verhuurder moet de kamer op die dagen ter beschikking stellen aan de huurder.
Een toen kwam het corona virus en ging de Grand Prix niet door.
Overmacht in de wet voor 1992 maar ook in de huidige wet is niet te vinden wat overmacht precies is.
Heeft de Max Verstappen fan nu een weekend Zandvoort zonder GP geboekt voor de prijs van een luxe cruise of kan hij van zijn verplichtingen uit huurovereenkomst af?
Deze vraag doet denken aan de befaamde “Coronation Case” uit 1903. Aardige bijkomstigheid: “corona” betekent krans of kroon. Direct na de bekendmaking in december 1901 van de aanstaande kroning van Edward VII was er een run op kamers langs de route van de Kroningsstoet, die zou gaan van Buckingham Palace naar Westminster Abbey. Maar kort voor de kroning, bepaald op 26 juni 1902, werd Edward VII ziek en werd de kroning afgeblazen.
Een zekere Henry had van Krell een flat gehuurd, 56A Pall Mall, voor een aanzienlijk bedrag, met een goed uitzicht op de stoet die daar voorbij zou trekken ter gelegenheid van de kroning.
Net als de Max Verstappen fan wilde ook deze koningsgezinde Henry van zijn (verplichtingen uit) huurovereenkomst af. Henry beriep zich op overmacht. En wat vond de Engelse rechter daarvan? Nou die begon met de stelling, waarmee juristen altijd beginnen: dat hangt van alle relevante feiten en omstandigheden af. Waarbij ik me altijd afvraag wat het verschil is tussen feiten en omstandigheden.Lees meer »
Wonend in Friesland gaat de “Randstedelijke paniek om Corona” wat aan mij voorbij. Ja, mijn dochter stuurt mij foto’s van “haar” totaal leeg gehamsterde buurt-AH. Maar in mijn dorp is het niet stiller dan anders. Het meest ingrijpende gevolg voor “mijn bubbel” tot nu toe: het afblazen van een, door de plaatselijke Rotary-club georganiseerd, Muziekspektakel. De opbrengst zou geheel ten goede komen aan “Spieren voor Spieren”. Dramatisch gesteld zou je kunnen concluderen dat het coronavirus het hier heeft gewonnen van van de spierziekte-patiënten. Zo werkt het niet, dat begrijp ik ook wel, maar het symboliseert, in het klein, het dilemma van de kool en de geit, die moeilijk beide te sparen zijn. En zoals de minister-president het verwoordde, er moet soms met 50 % kennis en 100% besluit genomen worden. En ook zijn het vaak keuzes tussen emotie en ratio. Een goed voorbeeld, het besluit over het wel/niet sluiten van de scholen. Zodra zo’n beslissing door de grote massa als “contra-intuïtief” wordt ervaren, kan de wetenschap op z’n kop gaan staan maar dan krijg je geen begrip of draagvlak voor je maatregel. En al helemaal niet als daar ook binnen de wetenschap discussie over ontstaat en de aanpak op dit punt van land tot land verschilt. Eerder stelde ik ook al vast dat we nu een sterk Europa missen, want de verschillen in aanpak per land, zijn moeilijk uit te leggen aan de burger.
Verborgen logica van de corona-crisis
Tot voor kort riep Trump nog dat het corona-virus een buitenlands probleem was en een algemeen kenmerk van het populisme is juist dát, om voor alle “pech” in de wereld een schuldige aan te wijzen en zo ook weer polarisatie op te roepen. Populistisch rechts roept nu “too little too late”. Dat riepen ze overigens niet bij de stikstofmaatregelen. Toen werd juist naar de ons omringende landen gewezen waar veel minder drastische maatregelen werden genomen en nu wordt dat buitenland weer als voorbeeld gesteld, omdat daar veel draconischer maatregelen zijn genomen tegen het coronavirus .
In zijn colomnn “Verborgen logica van de corona-crisis”, schreef Tom-Jan Meeus: “voor constructieve politici kan het toch niet ingewikkeld zijn om uit te leggen dat juist deze crisis, waarin vooral ouderen gevaar lopen, alleen is te bestrijden met samenwerking. Samenwerking in het binnenland, samenwerking met het buitenland, samenwerking in de wetenschap. Terwijl de populistische aanpak van anderen verwijten maken – over hun beslissingen, hun gedrag, hun kennis – weinig tot niets aan een oplossing bijdraagt.
Het is lang geleden dat een crisis, hoe ongemakkelijk ze ook is, zoveel kansen bood aan het anti-populisme.”
Diezelfde Meeus schreef 12 maart 2020 in zijn NRC: “Opoffering voor het algemeen belang: minder leven op de impuls, uitstel van behoeftebevrediging. En verderop: “Gesteld voor de keuze winnen uitstel van behoeftebevrediging en sociale onthouding het nu blijkbaar van vrijheid, maar hoe lang – je weet het niet.
Twee dagen later werden de supermarkten leeggeplunderd door hamsteraars met minder impuls beheersing. Maar het zijn ook gekke tijden waar we allemaal wel even aan moeten wennen. Ik vertrouw erop dat we uiteindelijk graag iets voor onze medemens over hebben, of je nu je oude ouders of je buurman in zijn scootmobiel, voor ogen hebt, maar dan moeten de offers die van ons gevraagd worden wel “logisch” aanvoelen, want rede en gevoel zijn moeilijk te scheiden. Heel Nederland zit in een groot sociaal experiment. Ik hoop dat de uitkomst zal zijn dat: “De meeste mensen deugen”.
Uit mijn laatste zin van mijn vorige blog: “Maak de angst niet besmettelijk” sprak enige bezorgdheid. Had ik mij laten misleiden door die redeloze hamsteraars? Of krijgt Jesse Klaver gelijk die later opmerkte dat wij ten diepste geen homo economicus zijn, maar een homo empathicus?
De afgelopen week lees ik teksten als “Deze vijand kan ons verbinden” (Daan Roovers, de Filosoof en Denker des Vaderlands), “Deze afstand (1.5 meter) brengt ons dichterbij”. Overal ontstaan, spontaan mooie initiatieven, zoals het klappen voor de zorg en in mijn eigen gemeente “Coronahulp Weststellingwerf”.
Overal haalt men toch nog mondkapjes en veiligheidsbrillen vandaan voor de zorg.
#Daslief
En groter en meeslepender, zien mensen in het plotseling tot stilstand komen van het land, van de wereld, toch ook de nadelen die heilig verklaarde economische groei en van het individualisme. Solidariteit wint het van het individuele belang.
Het Coronavirus als “blessing in disguise”? De tijd zal het leren.
Ook Duitsland trekt de solidariteit breder en las ons al een beetje de les door opvallende demonstratief, het belang van internationale samenwerking, van een sterker en solidair Europa te tonen, toen het ons zo ruimhartig (een deel van) zijn overcapaciteit aan IC-bedden/ruimte aanbod.
Hier had ik even een “writers block”, maar noem mij geen schrijver, en toen kwam mijn favoriete “In Europa” columniste Caroline de Gruyter mij te hulp en zij introduceerde in haar column van deze week de Italiaanse filosoof Maurizio Ferraris. Althans ik kende hem niet.
De Gruyter gaf een paar mooie positieve citaten van Ferrasis die ik jullie niet wil onthouden, sterker nog je kan mijn blog beter hier beginnen want Ferrasis zegt het zoveel mooier dan ik, met dank aan Caroline de Gruyter :
“dat het in deze crisis niet om geld draait (zoals vorige keer, bankencrisis, edv), maar om het leven zelf. Het leven moet winnen van het virus. Hoe doen we dat? Door met goede wil en goede ideeën te komen. Door te borrelen van levenslust. Studenten die boodschappen doen voor ouderen, leraren die examens afnemen op video, Duitse dokters die Italiaanse patiënten behandelen – al die initiatieven zijn nieuw en spannend, en staan bol van de levenslust. Tijdens de financiële crisis domineerde de bitterheid. Iedereen was platgeslagen. Nu is er veel leed, maar je ziet ook overal erupties van vindingrijkheid, goede voornemens en pure empathie.”
en
het virus attendeert ons erop „dat de aarde rond is. Dat mensen voorbestemd zijn om contact met elkaar te hebben, elkaar nodig hebben. Uit virussen kunnen goede ideeën voortkomen. Dat lijkt mij een positieve infectie.”
Nu eindig ik dan ook optimistischer en positiever, laat dat optimisme van Ferraris en zoveel anderen aanstekelijk werken, besmettelijker zijn dan #C…. en laten we het niet steeds over C.. hebben maar doorgaan met onze gewone kletspraatjes die soms nergens over gaan, opdat we die (gevoels)afstand tot elkaar maar klein kunnen houden.
De Nederlands staatsinrichting kent drie gescheiden machten: de wetgevende macht, die ligt bij de Eerste en de Tweede Kamer, daar wordt over de wetten beslist, de uitvoerende macht: de regering (de ministers, en meer ceremonieel, de koning) zij voert de wetten uit en zorgen voor het openbaar bestuur van het land. En de rechterlijke macht, gevormd door de rechters die tezamen met het Openbaar Ministerie, recht spreken.
Het idee van de scheiding der machten, ook wel de trias politica genoemd, is ontwikkeld door de Franse filosoof Montesquieu, die leefde van 1689-1755, de tijd waarin de macht nog in hoofdzaak bij de adel en de koning lag. Hij vond dat de macht niet geconcentreerd bij één (staats)instelling of persoon moest liggen – Power corrupts; absolute power corrupts absolutely- maar bij meerdere instellingen.
Sinds de Grondwetswijziging van 1884 werkt dit systeem goed. Die drie machten zorgen voor een zeker (machts)evenwicht, zij vullen elkaar aan en controleren elkaar, waarbij de kiezers dan weer de wetgever controleren door middel van hun stemrecht.
Uitgangspunt is dat het zwaartepunt ligt bij de volksvertegenwoordigers, de politici, die moeten zorgen voor goede rechtvaardige wetten die het algemeen belang dienen.
“Onze rechtsstaat- aldus onze Koning Willem-Alexander- beschermt wat weerloos is en voorkomt dat alleen de hardste stemmen worden gehoord.”
Het is ook een misvatting dat in een democratie de meerderheid het voor het zeggen heeft. De democratische rechtsstaat beschermt juist de minderheid tegen een (willekeurige) meerderheid.
Maar terug naar de machtenscheiding. De politiek (de wetgevende macht) moet zich niet al te diepgaand bemoeien met de uitvoering. Dat moet worden overgelaten aan het ambtelijke apparaat, aangestuurd door de ministers. Bij de Belastingdienst (de Toeslagen-affaire, de NS ( de kamer die af wil dwingen dat de treinen op tijd rijden, waar de NS zelfs geen overheidsbedrijf meer is) en bijvoorbeeld het onderwijs kunnen ze meepraten over wat er gebeurt als de politiek “in de waan van de dag” zich met de uitvoering gaat bemoeien.
En de onafhankelijke rechterlijke macht moet de “politiek aan de “” politiek” laten. Die moet zich beperken tot alledaagse conflictoplossing, uitleg en aanvulling van de wet en met nieuw opgekomen rechtsvragen, vaak voortkomend uit nieuwe ontwikkelingen, waarin de wet nog niet voorziet.
Enkele politici beweren steeds luider dat de rechterlijke macht te veel op de stoel van de wetgever is gaan zitten. Die politici wijzen dan naar de rechterlijke uitspraken over stikstof, waar bouwers en boeren zich nu zo boos overmaken , de Urgenda-uitspraak, die de staat dwingt tot een 25 % CO2 reductie, de IS-zaak waarbij de staat wordt gedwongen meer te doen om IS-kinderen terug te halen. Nijpende en ook politiek getinte problemen waar, in de wet nog geen antwoord te vinden was.
De Zweetvoetenman over rechtszaken & regels (en een hoop gedoe) dat prachtige boek van Annet Huizinga & Margot Westermann waarin zelfs deze kwestie mooi wordt uitgelegd op blz. 216 e.v.
De rechter is wettelijk verplicht recht te spreken als hem, zoals in deze zaken, om een oordeel wordt gevraagd. Uiteraard moet de rechter zijn oordeel dan baseren op de wet op staand regeringsbeleid en regeringsbeloften en op de van toepassing zijnde verdragen.
In de Urgenda-zaak waren de drie opeenvolgende rechtscollege’s het met elkaar eens. De rechtbank en, in beroep, het gerechtshof en in hoogste instantie, in cassatie, de Hoge Raad.
In een uitgebreide overweging, geheel gewijd aan de grens tussen wetgevende en de rechtsprekende macht overweegt de Hoge Raad in zijn uitspraak in zijn laatste overweging 8:
De Hoge Raad begint met een belangrijk uitgangspunt:
“Indien de overheid tot iets verplicht is, kan zij daartoe, net als ieder ander, door de rechter worden veroordeeld op vordering van de gerechtigde (art. 3:296 BW). Dit is een fundamentele regel van de rechtsstaat, die is verankerd in onze rechtsorde.”
en vervolgt dat wat technischer:
“Zoals hiervoor in 6.3 is overwogen, komt in het Nederlandse staatsbestel de besluitvorming over reductie van de uitstoot van broeikasgassen toe aan de regering en het parlement . Zij hebben een grote mate van vrijheid om de daarvoor vereiste politieke afwegingen te maken. Het is aan de rechter om te beoordelen of de regering en het parlement bij het gebruik van die vrijheid zijn gebleven binnen de grenzen van het recht, waaraan zij zijn gebonden. Tot de hiervoor in 8.3.2 bedoelde grenzen behoren die welke voor de Staat voortvloeien uit het EVRM (Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, Rome, 04-11-1950, edv).
In de bijna op zijn eind lopende Impeachment procedure hoorden wij steeds: Niemand staat boven de wet, ook President Trump niet. Nou dat geldt ook voor de Nederlandse overheid.Lees meer »
HEEL het Noorden gaat gebukt onder de gevolgen van de krimp! HEEL het Noorden? Nee, een klein dorp bleef dapper weerstand bieden tegen die gevolgen van de krimp. Misschien zit in die omvang van Wolvega, want daar heb ik het natuurlijk over, ook wel de kracht. Des te kleiner de gemeenschap des te groter de gemeenschapszin. Die saamhorigheid bracht leden van alle ondernemingsverenigingen en medewerkers van de gemeente bij elkaar om met z’n allen aan de campagne “Stiekm Trots te werken.
Vanuit een valse of speelse bescheidenheid, je toch trots tonen op je plek en streektaal – stiekm in plaats van stiekem – met een knipoog naar dat dorpje van Asterix en Obelix.
Als ik treinend vanuit de randstad, mijn coupé na Zwolle steeds leger zie worden, sluit ik ook altijd een stiekem verbond met de enkele nog aanwezige medereizigers. “Niet doorvertellen hoor, daar in het westen, dat het hier zo mooi en rustig is” , fluister ik hem of haar dan toe.
De dichter/columnist Ellen Deckwitz beschrijft in haar column, van vorige week, een ander aspect van dat beschermend geheimhouden van iets moois:
“Niet zeggen dat je geniet”, siste hij, „dat is een heel gevaarlijk woord.” „Hoezo?” „Zodra je van iets geniet valt het de volgende keer tegen. Het benoemen zorgt voor een te hoge verwachting.” „Goed punt”, zei de oudste, en zo liepen we in het geniep genietend over de bospaden…”.
Met de initiatiefnemers van “Stiekm Trots” hoop ik toch dat de plaatselijke bevolking nog meer dan nu, zich ook in het geniep waagt aan wat “funshoppend” flaneren door de winkelstraat, met hopelijk wat meer groen en hier en daar een aanlokkelijke pleisterplaats. En al die winkels met die bekende aardige gezichten “achter de toonbank” zijn even zovele ontmoetingspunten, zoals vroeger die oude spreekwoordelijke “dorpspomp” dat was, die de gemeenschap tot een echte gemeenschap maken en mijn lunchwandelingen tot een feest. En als ik dan die mooie vernieuwde zaken van bijvoorbeeld Visspecialist Van der Schuit, Keurslager Hoeksma, of Bakkerij Kruiper binnenloop, dan krijg ik altijd weer groot respect voor het lef van die ondernemers om zo’n kostbaar verbouwingsavontuur aan te gaan. En gelukkig kan je een haring moeilijk “on line” kopen.
Compassie en empathie opbrengen is werken, nee het is het leven.
Na dat monument van een conference / geschiedenisles van Diederik van Vleuten: “Daar Werd Wat Groots Verricht” op https://www.npostart.nl/BV_101396848 eindelijk gezien te hebben,( lang naar gezocht, steeds gemist,) kwam ik ook weer wat dichter bij mijn ouders.
Gauw kijken op NPO Start of elders bij een “Uitzending gemist” zolang het nog kan. Wel ruim 2 uur kijken.
Voor iedereen die (zijdelings) iets met het oude “Indië” te maken heeft (gehad) een must see!
Context alles draait om context, nuance en empathie.
En daar zijn verhalen en literatuur voor nodig om gevoel voor context aan te leren.
Maxim Februari zei het in de NRC van 21 december jl. zo:
“Volgens de regels van het identiteitsdenken maakt het wel degelijk uit.
Als je een roman leest zit je sowieso in het hoofd van iemand anders. De schrijver is voor de lezer bij uitstek De Ander. Bij mijn romans, ook al zijn ze niet ontzettend autobiografisch – dat zijn ze trouwens wel, maar niemand die dat ziet –kom je als lezer in mijn hoofd te zitten, en daar kun je zien hoe ik denk op het moment dat ik even niet meer aan de beperkingen van de krantencolumn vastzit. Je leert de gedachtegang van een schrijver kennen, zijn fascinaties, zijn interesses. Dat maakt het lezen van een roman zo intiem.”
Na een essay van Bas Heijne ook op 21 december jl. in de NRC begrijp ik dat zo’n Tweet weinig zin heeft:
“Het gaat helemaal niet om de feiten. Het gaat om beleving.”
Daar stel Heijne:
“Je neemt de angst voor terrorisme niet weg door mensen voor te houden dat de kans dat zij het slachtoffer van een aanslag worden vele malen kleiner is dan de kans op een auto-ongeluk. Wanneer je net een filmpje op je telefoon hebt gezien van iemand die met grof geweld in elkaar wordt geslagen, is het lastig te accepteren dat de misdaadcijfers dalen. Het doet er ook niet toe of het filmpje aan de andere kant van de wereld is opgenomen of vier jaar geleden. Jouw emotionele relatie is met het meisje of de jongen die klappen krijgt, niet met de statistieken.”
Heijne sluit zijn essay af met:
“Dat ons idee van objectiviteit op alle gebieden onder druk staat, hoeft niet alleen maar negatieve gevolgen te hebben – het kan ons bewuster maken van de positie van waaruit we handelen en spreken. Het kan ons beter laten inschatten welke reacties we teweegbrengen, hoe onze inbreng – onze woorden, onze beelden, onze ontwerpen, onze politieke boodschap – de wereld waarin we leven beïnvloeden en veranderen. Wanneer we ons bewuster worden van het effect dat we hebben op onze omgeving, gaan we een nieuwe, betekenisvolle relatie met die omgeving aan.
In een tijd waarin men steeds minder gevoelig lijkt voor de wereld buiten het eigen hoofd, voor het gezichtspunt van de ander, in een tijd waarin men zich steeds verder verschanst in de eigen beleving en de eigen overtuiging, lijkt me zo’n houding niet alleen zinvol, maar ook van cruciaal belang.” (vet van edv)Lees meer »
Graag zou ik, net als Rosanne Hertzberger, columniste van het NRC, van al die, in hoofdzaak boze mannen willen zeggen, ach het zijn eigenlijk maar goedzakken die geen vlieg kwaad doen.
Na dit weekend twee columns in diezelfde NRC gelezen te hebben, van twee dames, wier columns ik altijd graag lees, twijfel ik. Dreigt er een escalatie in dit land of is er weinig aan de hand.
Foto bij haar column in NRC
Hertzberger schrijft dit weekend over al die grimmige conflicten van de laatste tijd, over de tegenstellingen die groter dan ooit lijken tussen “Zwarte Piet-voorstanders en roetveeg-voorstanders, tussen bouwvakkers en ecologen, tussen natuurliefhebbers en boeren, tussen forenzen die door willen rijden en de mensen die blij zijn met 100 kilometer per uur.” En legt dan een verband tussen deze werkelijkheid en de sociale media van het internet:
” Voor wie zich te veel op sociale media begeeft (wij allen), lijkt Nederland zich deze dagen op het randje van een burgeroorlog te begeven. Maar wat blijft er van die dreiging over als je Facebook en Twitter wegklikt? Kijk om je heen in plaats van op je scherm en je ziet er weinig van terug.” en verder in haar column: “Wat blijft er over als je de extremisten en de agressieve neonazi’s die vorige week de activisten van Kick Out Zwarte Piet aanvielen, wegdenkt?” Begrijp ik haar collega-columniste Clarice Gargard, in dezelfde krant, goed dan laat die Hertzberger niet zomaar wegkomen met zo’n laconieke relatievering van de aanval vrijdag jl. op aanhangers van de actiegroep Kick Out Zwarte Piet (KOZP). Gargard beschreef die aanval als volgt:
“Een groep overwegend zwarte activisten en bondgenoten werd afgelopen week door tientallen witte, racistische extremisten aangevallen tijdens een congres van Kick Out Zwarte Piet in Den Haag. Ze werden met vuurwerkbommen begroet, autoruiten waren ingeslagen en deuren ingeramd. De politie was er, ondanks eerdere signalen, te laat bij. Slachtoffers stonden doodsangsten uit.”
Zeker geen eenmalig incident dus en die Zwarte Pieten-discussie gaat volgens haar “al lang niet meer om de kleur van Zwarte Piet. Maar om dat sommigen niet willen dat zwarte Nederlanders inspraak hebben en aandacht vragen voor hun achtergestelde politieke, economische, sociale en culturele positie in een land dat ook van ons is.”
Foto bij haar column in NRC
Beide columnisten zijn stevig in hun karakterisering van die aanvallers van KOZP, Hertzberg noemt het “agressieve neonazi’s” en Gargard “racistische extremisten”.
Wel plaatst Hertzberger deze escalaties in een breder verband:
“De conflicten van onze tijd hebben een gemene deler. Telkens weer voelt een grote groep mensen, vooral onze Nederlandse mannen, zich tot in het diepst van hun ziel gekrenkt. Ze zijn goedzakken, die deugen, hard werken, geen vlieg kwaad doen, en ze voelen zich telkens weer onterecht beschuldigd van ernstige misdaden: racisme, seksisme, het vernietigen van onze planeet.” En die groep, voor zover ze als een soort “meelopers” gekenschetst kunnen worden, laat zich dan weer opjutten door de bots en en trollen van het internet en door de opportunistische en populistische rattenvangers die dat internet afschuimen opzoek naar willig kanonnenvlees voor hun particuliere strijd.
Tussen april en september van dit jaar heeft alleen Facebook al, 3,2 MILJARD! nepprofielen verwijderd, 1,5 x het aantal echte Facebook-profielen. Een nieuwe schoonmaak actie bij Twitter zal een soortgelijk resultaat opleveren, vrees ik. Een goede reden voor de redactie van “EenVandaag” om direct te stoppen met die malle rubriek “TredingVandaag”. Dat mag met recht “Fakenews” genoemd worden, gekatalyseerd door bots- en trollenfabrieken en toch dankbaar gebracht door luie journalisten.
En wat één tweet over Zwarte Piet(Black Pet) van super influencer @KimKardashian, met 62,3 miljoen volgens, kan bereiken, blijkt wel uit de vele duizenden reacties hierop:
Gargard gaf in haar column vrijdag al aan waarschijnlijk naar de landelijke intocht van Sinterklaas te zullen gaan om te protesteren tegen Zwarte Piet. Of ze gegaan is weet ik niet, maar ik proefde bij haar wel een “heilig moeten”. Zij beëindigde haar column immers met: “hoewel ik het beangstigend vind en normaliter liever van een afstand waarneem. Maar als leiders die verkozen zijn ieders rechten te beschermen dat niet doen, moet je soms zelf optreden. Om niet te vergeten dat ook de levens van mensen zoals jij het verdedigen waard zijn.”
Eerder stelde zij in haar column vast: “Deze discussie gaat al lang niet meer om de kleur van Zwarte Piet. Maar om dat sommigen niet willen dat zwarte Nederlanders inspraak hebben en aandacht vragen voor hun achtergestelde politieke, economische, sociale en culturele positie in een land dat ook van ons is.”
Nou blijf ik als positivist maar hopen dat die “sommigen” van Gargard toch een kleine racistische minderheid is en blijft waarvan het belang dus sterk vergroot wordt door de giftige werking van de sociale media met hun bots en trollen en door eerder bedoelde luie journalisten. Laat het overgrote deel alsjeblieft die hoofdzakelijk mannelijke goedzakken van Hertzberger zijn.
Laat de ratten maar in de riolen van het internet.
In mijn vorige blog schreef ik over de snelheid waarmee de democratieën van het VK en de VS onder respectievelijk de Brexit-chaos en Trump ernstig beschadigd zijn geraakt.
Dat plaatste ik in het kader van de door Hannah Arendt met zoveel woorden gepropageerde “oordeelsplicht“, die titel ook van mijn vorige blog.
Hannah Arendt foto Ullstein uit NRC 9-10-2009
Arendt liet niet na het belang van denken in een democratische samenleving te benadrukken. Zij schreef:
“Ook niet-denken echter, dat zo’n aanbevelenswaardige toestand lijkt in politieke en morele aangelegenheden, heeft zo zijn risico’s. Door mensen af te schermen voor de gevaren van onderzoek leert men hem zich vastklampen aan om het even welke voorgeschreven gedragsregels zoals die op een bepaald ogenblik in een gegeven samenleving gelden. Mensen raken dan niet zozeer gewend aan de inhoud van de regels -een grondig onderzoek hiervan zou hen radeloos maken- als wel het bezit van de regels, die ze op alle bijzondere gevallen kan toepassen. Als iemand verschijnt die, om welke reden ook, de oude ‘waarden’ of deugden wenst af te schaffen, dan zal hem dat niet zwaar vallen op voorwaarde dat hij een nieuwe gedragscode aanbiedt, en hij zal relatief weinig geweld en geen overreding nodig hebben – d.w.z. bewijsvoering dat die nieuwe waarden beter zijn dan de oude- om die code op te leggen.”
Die nieuwe code hoeft noch rechtvaardig noch op waarheden gebaseerd te zijn. In ander verband schreef Arendt dat “niet zozeer de overtuigde communist of nazi de ideale onderdanen van een totalitair regime zijn, maar al degenen die niet langer het onderscheid tussen waarheid en leugen kunnen maken.”
Zo is het zowel Trump als de campaigners voor “Leave” (Brexit) gelukt om hun succes op leugens te stoelen. Niet voor niets hekelt Trump keer op keer de vrije pers die zijn leugens aan de kaak stelt.
Met deze zwartgallige wetenschap in het hoofd las ik onlangs een interview met de Kroatische schrijfster Dubravka Ugresic. Dat interview vond plaats naar aanleiding van het verschijnen van haar nieuwe boek “Het tijdperk van de huid” en stond vrijdag j.l. in het NRC.
Dubravka Ugresic van NRC-site
“Nadat in 1991 in Joegoslavië de oorlog uitbrak, nam Ugresic stelling tegen het moordzuchtige geweld en de nationalistische ideeën van zowel de Kroaten als de Serviërs. In de pers schreef ze kritisch over de cultuur van leugens die daarmee samenhing. Het leverde haar een haatcampagne op van de nationalistische Kroatische media, die haar voor ‘verrader’, ‘vijand van het volk’ en ‘heks’ uitmaakten.”
Haar uitgever was in 1992 politiecommissaris geworden en kwam woest op haar voordeur bonzen vanwege wat zij geschreven had. Daarna ging ze verder met het uiten van kritiek op het primitivisme en nationalisme, van o.a. ook haar collega’s. Ja, zelfs in intellectuele kringen waarin Ugresic verkeerde, werd simpelweg niet meer nagedacht. Vrienden met wie ze al twintig jaar had samengewerkt keerden zich van haar af, alleen omdat zij wél kritisch bleef.
Omdat zij als een van de weinigen, weigerde om achter de nationalistische en fascistische leugens aan te lopen werd zij als paria, uitgesloten, door haar voormalige vrienden en geestverwanten.
In het interview zegt zij over dat fascisme:
„Fascisme is de zachtste, meest natuurlijke conditie van de mens. Als je niet meedoet, hoor je er niet meer bij. En de angst voor uitsluiting is ieders grootste angst. Dat geldt voor de meerderheid van de mensheid. Al op de kleuterschool wil niemand buitengesloten worden. Zelf werd ik daar gepest omdat ik een Bulgaarse moeder had. Je wordt gedwongen ergens bij te horen en dat is precies de basis van iedere fascistische organisatie. Het marktdenken, waarin iedereen hetzelfde wil hebben, speelt er ook een rol in.”
Of het nu over Goudse kaas, hamburgers van die beroemde fastfood ketens of over Nutella gaat, mensen lijken tot veel “smaak concessies” bereid om maar bij die grote groep gelijkgezinden te behoren. Ugresic noemde die Goudse kaas ook in haar interview en trok die vergelijking door door te zeggen:
„Ja. Sterker nog, in de toekomst hoeven ze helemaal geen eigen smaak meer te hebben. Om je vrienden te behouden moet je houden waar zij van houden.”
Maar moet je ook vinden wat je vrienden vinden, moet je die blind volgen ook als het over iets meer gaat dan over smaak? Vindt je dat dan brul je uiteindelijk dus met je vrienden mee: “minder minder, minder” (Marokkanen) tot “Lock her up, lock her up.” (Trump over Hillary Clinton).
Dit weekend schreef The Washington Post dat de Republikeinen voor de keuze staan: Betray Trump or betray the country? Laten ze het “vaasje” (het land) of Trump vallen?
Sturen ze hun geweten, hun onderscheidingsvermogen, met vakantie om “er maar bij te horen” om de eenheid in de partij te handhaven of nemen ze de moeite om tijd te besteden aan het (gewetensvol) vormen van een eigen mening. Voldoen ze aan die oordeelsplicht uit mijn vorige blog.
Zeker met alle nieuwe digitale technieken en de invloed van de sociale media zullen we ons steeds weer moeten afvragen: “Klopt dit wel” wat ik hier zie, lees, hoor.
De grootste bedreiging voor dat vaasje van Rutte is misschien wel de luiheid en gemakzucht waarmee de leugen voor lief wordt genomen, niet wordt onderzocht laat staan weersproken.