Niets is zeker, en zelfs dat niet.

Humor als tegengif tegen fanatisme

De column van Michel Krielaars met de titel: “De laatste wijze raad van Amos Oz” in het NRC van dit weekend bracht mij weer bij mijn eigen bespreking van een pamflet van Amos Oz “Hoe genees je een fanaticus” in “Humor als tegengif tegen fanatisme” .

Krielaars haalt in zijn column, in het NRC, de in 2018 overleden schrijver Amos Oz aan. Hij schrijft dat Amos Oz in zijn postuum verschenen “De laatste lezing. Hoe het verder moet met Israël” wijst op het gevaar van nostalgie. Als je terug verlangt naar een niet meer bestaand verleden, moet je daar maar een boek of toneelstuk over schrijven, zegt Oz, aldus Krielaars, “Zoek wat u bent kwijtgeraakt in de tijd en niet in de ruimte, want u bent het niet kwijtgeraakt in de ruimte, u bent het kwijtgeraakt in de tijd.”

Tijden veranderen en veranderen gaat van au!

De herinnering blijft maar the times they are a changing. Tijdens die andere crisis, de oliecrisis van 1973 zei premier Joop den Uyl: „Het zal nooit meer worden zoals vroeger”. Tijdens de huidige coronacrisis hebben we het over “het nieuwe normaal”.

Veranderingen, ook noodzakelijke, gaan van Au! En om die ongemakkelijke veranderingen toch door te voeren is leiderschap nodig. Krielaars stelt aan het slot van zijn column oud president Truman tegenover zijn “huidige ambtsgenoot (Trump?) waar hij schrift:

“Anders dan zijn huidige ambtgenoot besefte Truman dat zijn enige echte macht eruit bestond dat hij anderen ervan kon overtuigen dingen te doen waarvan ze diep in hun hart wisten dat die gedaan moesten worden, maar waar ze geen zin in hadden. Een betere manier om de vrede te bewaren is er niet.”

Lees meer »

De Wet kan hard zijn ook voor Acquin

Nu met een bespreking en uitleg van die mooie brief geplaatst in het verhaal van “Alleen op de Wereld”

Wat kan je een vreugde beleven aan  het schrijven van simpel stukjes en vaak nog meer aan de reacties. Op mijn pas vandaag in de Stellingwerf gepubliceerde column kreeg ik al diverse reacties,  maar één ontroerend mooie wil ik met u delen. In dit stuk plaatste ik  een afbeelding van een wel heel mooie brief, die aan onze kantoorbalie werd aangeleverd, van een “fan” en daaronder plaatste ik mijn stukje in de Stellingwerf van vandaag. Via de links, hier direct onder, kan je de mooie brief en mijn stukje downloaden, voor het geval die wat moeilijk leesbaar zijn.

de mooie brief 

De wet kan hard zijn

De nadere uitleg van de brief

20200708_121415

De schrijver van deze mooie brief, -zo mooi en regelmatig geschreven ook-, emigreerde als 12 jarige jongen, in 1953 met zijn ouders naar Metz, Frankrijk. Zijn lievelingsboek “Alleen op de wereld” van Hector Malot,  reisde met hem mee. Datzelfde jaar nog kocht hij de originele Franse uitgave “Sans Famille”.  Met behulp van die twee boeken leerde hij zichzelf Frans. In zijn brief wordt de scene uit het boek aangehaald waarin Remi al door Pierre Acquin in huis is genomen.  Acquin, een bloemenkweker, vond de kleine Remi voor zijn deur.  Op een kwade dag wordt de bloemenoogst van Acquin door een extreem zware hagelbui  verwoest . In het verhaal van Remi, voel je die ramp al ver van te voren aankomen. Dat drama brengt Acquin in onoverkomelijke financiële problemen. En daar ziet de man die mij de brief aanreikte parallellen met mijn onderstaande column over de hardheid van de wet.  Het Corona-virus uit mijn stukje is  de hagelbui uit het boek. Uiteindelijk gaat Acquin  naar de gevangenis omdat hij zijn schulden, na de verwoeste oogst, niet meer kan betalen. In mijn stukje schrijf ik dat in vroeger tijden de schuldeisers zich niet alleen op de bezittingen van de schuldenaar konden verhalen maar ook op de schuldenaar zelf. De schuldeisers mocht de schuldenaar voor hem laten werken of de schuldenaar als slaaf verkopen. En hier moest Acquin dus vanwege het onbetaald laten van zijn schulden voor vijf jaar de gevangenis in. Op die oude meedogenloze vormen van verhaal van schulden en wraak op de schuldenaar gaat de schrijven van de brief die ik vandaag dus kreeg verder in.  Hij citeert uit “Alleen op de wereld”, in de vertaling van Gerard Keller uit 1889, waarin  deze passage nog te vinden is die in latere drukken/versies geschrapt zal worden . Acquin komt volledig te neer geslagen thuis en vertelt zijn kinderen inclusief Remi, dat hij naar de gevangenis zal moeten. Acquin probeert dat slechte nieuws  nog wat te vergoelijken met deze anekdote.

De (rood) onderstreepte passage

Ik onderstreep hier het deel dat de briefschrijver met rode pen onderstreepte in zijn brief: 20200708_121350

“Maar men heeft mij tot betalen veroordeeld, en daar ik geen geld heb, gaat men hier alles verkopen en waarschijnlijk zal dit zelfs niet voldoende zijn en zal ik naar de gevangenis moeten gaan, waarin ik dan vijf jaren blijven moet; daar ik het niet met mijn geld doen kan, zal ik mijn schuld met mijn lichaam, met mijn vrijheid moeten aflossen.

Wij begonnen allen te huilen.

–Ja, dat is heel treurig, maar er valt tegen de wet niets te doen en het is de wet (een variant op  mijn “Lex dura sed Lex” = De wet is hard, maar zij is de wet, edv). ;

vroeger was deze nog strenger, zei mij een advocaat; als toen een schuldenaar zijn schuldeisers niet betalen kon, dan hadden dezen het recht zijn lichaam in stukken te snijden en het tussen elkaar in zoveel delen te verdelen, als zij maar wilden; mij zet men eenvoudig in de gevangenis, binnen een paar dagen zal dat waarschijnlijk gebeuren. Wat zal er in die vijf jaren van jullie worden? Dat is het ergste.”

Barre ellende levert mooie verhalen en ja, maar er valt tegen de wet niets te doen en het is de wet. De wet als noodlot.

 

 

 

 

De Wet is Hard en Alleen op de Wereld

Wat kan je een vreugde beleven aan  het schrijven van simpel stukjes en vaak nog meer aan de reacties. Op mijn pas vandaag in de Stellingwerf gepubliceerde column kreeg ik al diverse reacties,  maar één ontroerend mooie wil ik met u delen. In dit stuk plaatste ik  een afbeelding van een wel heel mooie brief, die aan onze balie werd aangeleverd, van een “fan” en daaronder een van mijn stukje in de Stellingwerf en via de links, hier direct onder, kan je de mooie brief en mijn stukje downloaden voor het geval de afbeeldingen wat moeilijk leesbaar zijn.

de mooie brief 

De wet kan hard zijn

20200708_121415

20200708_121350

“Zij die zeggen dat de politiek onfatsoenlijk is, dragen ertoe bij dat politiek zo wordt.”

Deze waarschuwende woorden van Vaclav Havel worden aangehaald door Alicja Gescinska filosoof en schrijfster van het essay voor de Maand van de Filosofie, “Kinderen van Apate”. In een essay gepubliceerd in NRC van dit weekend, zet zij haar ideeën over waarheid uiteen .

Die waarschuwing van Havel  past bij haar aanbevelingen, het politieke klimaat te verbeteren. “wil je niet dat de politiek leugenachtig is, maak van de politiek dan geen leugenachtige stiel.”

Ze vervolgt met: “De voorbije jaren is het bon ton om te beweren dat politici professionele leugenaars zijn. Dat politiek slechts om machtsspelletjes draait. Dat politici vooral hun eigenbelang nastreven en niet het algemeen belang. Die mening zie je niet enkel in anti-politieke hoek, bij aanhangers van populisten en niet-stemmers.”

Dat leidt uiteindelijk tot een “self-fulfilling prophecy“, een conclusie die Havel dus ook trekt met zijn woorden: „Zij die zeggen dat de politiek onfatsoenlijk is, dragen ertoe bij dat politiek zo wordt.”

Ook al wordt er wat afgelogen en worden er op z’n minst halve waarheden verkondigd in de politiek, Wij moeten dat toch blijven zien als aberraties,  als verstorende afwijkingen van de politieke ethiek.

Mooi om te lezen hoe zij een zuiver gebruik van begrippen rond waarheid bepleit. Stel de leugen niet tegenover de waarheid. “Het tegendeel van de leugen is niet zozeer waarheid (de feitelijke juistheid van een bewering), maar waarachtigheid: de oprechte, authentieke houding waarmee men een uitspraak doet. Daarom is een herwaardering van waarachtigheid nodig, als we leugens en desinformatie willen bestrijden. En in een post truth-tijdperk is die waarachtigheid des te belangrijker. Wanneer de leugen regeert, is waarachtig zijn een revolutionaire daad.” 

Een zuivere uitwisseling van gedachten en argumenten zowel in de politiek als daarbuiten is een morele kwestie en vereist zorgvuldigheid, nuance en integriteit.

In mijn blog “Gevaarlijke Arrogantie” schreef ik:Lees meer »

Man is a storytelling animal

De Britse filosoof Alasdair Chalmers MacIntyre was er van overtuigd dat mensen, “storytelling animals” zijn.  In zijn boek “After Virtue” schrijft hij;  “man is in his actions and practice, as well as in his fictions, essentially a story-telling animal.

Van mythologische verhalen, van de Bijbel tot de sprookjes, van het Communistisch Manifest tot “The  American Dream” (Van krantenjongen tot miljonair) leren we hoe karakters gekend en gevormd worden in het drama waarin we geboren worden. Een drama of tragedie, want al onze verhalen eindigen met de dood. Uiteindelijk maken we van ons eigen leven, van onszelf ook een verhaal. Zonder verhalen tasten we angstig in het ongewisse duister. Het is moeilijk een samenleving te begrijpen zonder zo’n voorraad verhalen. Ieders eigen databank zit vol verhalen met antwoorden op onze levensvragen.

We need stories

20200524_141347
Ook in de “de Zweetvoetenman, alleen de titel al, ligt het accent op de verhalen.

Jan Leijten,  oud advocaatgeneraal bij de Hoge Raad en overleden in 2014, verzuchtte ooit: “We need stories” en zelf schreef hij ook mooie verhalen voortkomend uit zijn praktijk, zoals bijvoorbeeld “De verschrikkelijke eenzaamheid van de inbreker”

Coen Drion, advocaat en van 2010 tot 2015 Raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden, riep advocaten ooit op hun zaken “in een bepaald thema aan de rechter voor te leggen: ‘Deze zaak gaat in essentie over het volgende.’ Dat kan het verschil maken, vooral in kwesties waar de feiten diffuus zijn.” Ik lees in die oproep ook een advies de zaak en een context, lees in een verhaal te plaatsen.

En deze maand verscheen een artikel in het juridisch maandblad “Ars Aequi” een artikel met de titel “Storytelling in de civiele procespraktijk”.Lees meer »

Zou het echt allemaal kantelen en veranderen, na #Corona?

In mijn laatste blog,  “Never let a good crisis go to waste” liet ik me meeslepen door schrijvers, die recent heel hoopgevend en aanstekelijk, een toekomst na #corona schetsten zoals  Rebecca Solnit .

Ik citeer haar nogmaals:  “Hoop biedt ons het heldere inzicht dat er, met alle onzekerheid die ons wacht, ook conflicten zullen komen die het aangaan waard zijn en die we soms
kunnen winnen. En wat voor deze hoop funest zou zijn, is terugvallen op de overtuiging dat alles beter was voordat deze ramp ons overkwam, dat we alleen maar moeten terugkeren naar hoe het was. Voor veel te veel mensen was ook het leven voor de pandemie allang een ramp van uitzichtloosheid en uitsluiting, een milieu- en een klimaatramp, een ramp van obscene ongelijkheid. Het is te vroeg om nu al te weten wat deze crisis ons allemaal zal
brengen, maar niet te vroeg om op zoek te gaan naar mogelijkheden om dat mede te bepalen. Dat is volgens mij iets waarvoor velen van ons zich nu opmaken.”

En dat die strijd tegen de neiging tot terugval naar de oude, slechte gewoonte gewoonten, snel zou beginnen bleek al gauw. Nog geen week later lag “De Groene Amsterdammer” van deze week op de mat met dit artikel:

Hoe vaak is het neoliberalisme al wel niet doodverklaard?

20200522_143953

De koppenmaker is duidelijk geen fan van het neoliberalisme en de schrijven van het redactioneel commentaar ook niet. Dit stuk begint ronkend:

“Hoe vaak is het neoliberalisme al wel niet doodverklaard? Hoeveel intellectuelen hebben niet korte metten gemaakt met de utopie van de vrije markt en de mythe van de homo economicus; met de verfoeide ideologie, die sinds de jaren tachtig diep ingrijpt in het dagelijks leven, of het nu gaat om de marktwerking in de zorg of de kaalslag in het onderwijs. En toch waart de geest van economen als Friedrich Hayek en Milton Friedman (roergangers van het neoliberalisme, edv) nog altijd rond op de plekken waar de beslissingen worden genomen.”

En het artikel eindigt met met wat ik ook waarnam en beschreef in “Never let a good crisis go to waste” , “Aan ideeën voor een eerlijkere en groenere economie is geen gebrek, getuige de onophoudelijke stroom aan manifesten en petities.”  Maar zaait daarna twijfel over de vraag of die mooie ideeën ooit in de praktijk zullen worden gebracht, nu dat neoliberalisme zich zo moeilijk laat verslaan.

CovidiDat is de vraag.  Gaat het de wereld na deze  #coronapandemie wel lukken om als een totaal nieuwe feniks uit de as te herrijzen?  Niet met een verbeterde variant van weer een consumptie gedreven economische groei model. Kunnen we met Solnit (zie mijn vorige blog) hopen dat nu het moment is “ waarop we inzien dat er genoeg voedsel, kleding, onderdak, gezondheidszorg en onderwijs voor alle mensen is – en dat de beschikbaarheid daarvan niet afhankelijk moet zijn van het werk dat je doet en het inkomen dat je hebt. 

Graag laat ik me door Solnit hoop in praten en als dat nog niet helpt kan ik nog te rade gaan bij de aanstekelijke rasoptimist Rutger Bregman van het artikel “Het tijdperk van het neoliberalisme loopt ten einde  (zie nogmaals mijn laatste blog)  maar bekender vanwege zijn boek “De meeste mensen deugen”. Hij eindig zijn artikel met:

Schermafdruk 2020-05-23 16.52.16 De mens is niet egoïstisch maar geëvolueerd om samen te werken

“Maar het kan anders. Dankzij het harde werken van talloze activisten en academici, netwerkers en oproerkraaiers, is er nu een andere weg voorstelbaar. Deze pandemie zóú kunnen leiden tot nieuwe waarden.

Als het neoliberalisme één dogma had, dan was het dat de meeste mensen egoïsten zijn. Uit dit cynische mensbeeld volgde al het andere – de privatiseringen, de groeiende ongelijkheid, de uitholling van de publieke sector.

Nu is de ruimte er voor een ander, realistischer mensbeeld: dat de mens is geëvolueerd om samen te werken. Uit die overtuiging kan al het andere voortvloeien: een vertrouwende overheid, een solidair belastingstelsel en duurzame investeringen die nodig zijn voor onze toekomst. Zo kunnen we net op tijd klaar zijn voor de grootste test van deze eeuw, onze 

En zelfs een onverbeterlijke optimist als Bregman, houdt nog een slag om de arm in zijn slotzin:

Niemand weet waar deze crisis ons zal brengen. Maar we zijn in ieder geval beter voorbereid dan de vorige keer.” 

 

 

 

“Never let a good crisis go to waste”

Winston Churchill grossierde in dit soort “one liners”. Deze uitspraak wordt nu veel geciteerd in stukken over wat wij moeten na deze COVID-19 crisis. En er verschijnen momenteel veel van dit soort stukken. Een artikel in “De Groene Amsterdammer” met de kop “Tijd voor een nieuw jubeljaar”, in “De Correspondent” verscheen “Het tijdperk van het neoliberalisme loopt ten einde. Wat komt ervoor in de plaats?” van de hand van Rutger Bregman,  wereldberoemd geworden met zijn optreden bij het World Economic Forum over taxes, taxes, taxes).

En de man van “Gratis Geld” een pleidooi voor een basisinkomen, maar daarover later meer.

In de stukken die ik dit weekend onder ogen kreeg, ging het over de noodzaak tot schuldenkwijtschelding, zowel van particulieren als van landen, over een basisinkomen en over de kans ( Never let a good crisis go to waste) om nu te herstellen wat allemaal is stuk gegaan door dat meedogenloos doorvoeren van het neoliberalisme, eerst door de rechts-convervatieve politici als  Ronald Reagan and Margaret Thatcher , maar later ook door hun opvolgers Tony Blair (Labour) en Bill Clinton (Democratische Partij). In ons land voor Wim Kok reden om zijn (sociale) ideologische veren af te schudden.

Wat dat betreft is dit stuk ook weer een soort vervolg op mijn blog: “Een nieuwe lente, een nieuw geluid”

Laten we nu minstens ons kapitalistische systeem, dat wordt aangedreven door (over)consumptie heroverwegen. Van die veel geprezen “derde weg” die ons land zou zijn ingeslagen, na de jaren 60/70 van de vorige eeuw, die weg tussen kapitalisme en socialisme, zijn we ver verwijderd geraakt. 20180317_160611

Rebecca Solnit

Maar graag begin ik met een stuk van Rebecca Solnit,  gepubliceerd in de Engelse krant “The Guardian”. Dat essay kreeg van de redactie van “360 Magazine”, het blad dat een vertaalde versie publiceerde, een kop, die speels verwijst  naar een uitspraak van ook weer een beroemd staatsman, Julius Caesar: “Covidi vidi vici”. Dus niet: “Ik kwam, ik zag,  ik overwon” maar “Covid (19)  kwam, zag en overwon.”

Ik begin met haar artikel omdat het zo hoopvol is. “In the midst of fear and isolation, we are learning that profound, positive change is possible.” is de subtitel in “The Guardian”.

Uit de Nederlandse versie van haar essay citeer ik het volgende maar eigenlijk moet iedereen het hele stuk lezen. De Engelse versie zit niet achter een “betaalmuur”  en is hier te vinden.Lees meer »

“Jezelf een vraag stellen, daarmee begint verzet”

Een aanvulling op mijn blog over de meidagen 2020.

4 mei-voordracht 2020 Aron Grunberg

Toch, 5 dagen na 4 mei, besloten hier een verwijzing te plaatsen naar die tot diep nadenken dwingende 4 mei toespraak van Arnon Grunberg . Eerlijk gezegd vond ik Grunberg altijd een wat eng geniaal wonderkind.  Maar langzaam maar zeker wordt hij toch ons nationaal geweten, al is zijn boodschap soms wat ongemakkelijk.

 

Ik citeer hier alleen het slot van zijn voordracht:

“En het is ook logisch dat als er gesproken wordt over bepaalde bevolkingsgroepen op een manier die doet denken aan de meest duistere tijd uit de twintigste eeuw, als dat gewoon is geworden, er vroeg of laat op die manier ook weer over Joden gesproken kan worden. Voor mij was het van begin af aan duidelijk: als ze het over Marokkanen hebben, dan hebben ze het over mij. 

‘Ik kan niet begrijpen, niet verdragen dat men een mens beoordeelt niet naar wat hij is, maar naar de groep waar hij toevallig toe behoort,’ schreef Primo Levi in de jaren zestig aan zijn Duitse vertaler. Woorden die wij wekelijks, misschien wel dagelijks zouden moeten herhalen al was het maar om ons eraan te herinneren hoe giftig woorden kunnen zijn. Dat een Nederlander in Auschwitz kerosine over levende vrouwen en kinderen moest uitgieten begon met woorden, met toespraken van politici.

Juist in deze geseculariseerde tijden rust, meen ik, een speciale verantwoordelijkheid op Kamerleden, op ministers om het goede voorbeeld te geven, om het woord géén gif te laten zijn, om altijd voor ogen te houden dat de staat noodzakelijk is maar tevens een potentieel kwaad dat met achteloze vanzelfsprekendheid mensen, bevolkingsgroepen kan vermorzelen. De vrouw die haar halfdode kind in het gezicht van Oberscharführer Voss gooide, zij waarschuwt ons. De Nederlander die ‘Nee! Nee!’ riep, weigerde kerosine over levende vrouwen en kinderen uit te gieten, toen zelf het vuur in werd getrapt, hij waarschuwt ons.”

Nu dan het vervolg op

“De rechtsstaat in het licht van de meidagen. Laat dat licht niet doven.”

of:

“Jezelf een vraag stellen, daarmee begint verzet”

Deze meidagen 2020 waren anders dan de 74 voorafgaande. Het mooie boekje “Waarden van Vrijheid” dat door de gemeente Weststellingwerf is aangeboden aan elk huishouden binnen de gemeente kwam net te vroeg uit om aandacht te besteden aan die bijzondere situatie waarin wij tijdens deze meidagen verkeerden.

In het begeleidend schrijven van burgemeester André van de Nadort, dat als inlegvel meekwam met deze uitgave, kon de burgemeester nog wel opmerken: “Het is eigenlijk wrang dat juist nu we 75 jaar vrijheid vieren het vrije leven in Nederland is beperkt.” Hij doelt hier natuurlijk op de coronamaatregelen.

20200430_080444
Man en Vrouw in bange tijden Éen in lijden Één in strijd 1940-1945

Voor het eerst sinds 75 jaar weer een soort “spertijd”, zij het één binnen de grenzen van onze rechtsstaat. Deze keer ondergaan we de ons opgelegde vrijheidsbeperking vreedzaam en met begrip. Al is nog wat “reparatiewetgeving” nodig om de vergaande maatregelen in overeenstemming met onze Grondwet te brengen.

Ons “huisarrest” biedt ons een mooie gelegenheid om daar waar bevrijdingsfestivals zijn afgelast en de HORECA nog op slot zit, de vrijkomende tijd te gebruiken onszelf en anderen te bevragen over wat vreedzaam samenleven betekent en wat de vrijheid ons waard is. Na 75 jaar leek vrede voor ons als water voor een vis. We leven erin maar hebben geen idee wat het werkelijk is. Die vanzelfsprekendheid is er nu een beetje af.Lees meer »

De Angst (voor Corona)

Als kind kom je er langzaam maar zeker achter dat er geen krokodil onder je bed kan liggen, maar dat de kachel (oud voorbeeld), toch wel heet kan zijn.

Peuters leren zichzelf soms gewoontes aan zoals, zingen of fluiten in het donker,

“Ik ben niet bang voor de boze wolf”

Later leer je dat angst een slechte raadgever is komt die tegelwijsheid voorbij van:

‘Een mens lijdt dikwijls het meest door/van het lijden dat hij vreest’ (dichter onbekend). De fight-or-flight response werkte goed in de oertijd wanneer je oog in oog kwam te staan met een sabeltandtijger.

Maar zeker na de de Tweede Wereldoorlog werd die existentiële angst eigenlijk alleen opgeroepen door meer ongrijpbare dingen als  de Koude Oorlog  en afgeleide daarvan, “de bom” , “de Russen komen”.

Nog weer later ontstond die zogenaamde “veiligheidsparadox” = hoe veiliger het land hoe banger zijn burgers.

Straling van hoogspanningsmasten, 4G/5G, voedselveiligheid, pestprotocollen, bejaarden die zouden kunnen vallen, bijwerkingen van vaccins, buiten spelende kinderen  zonder begeleiding, pedofielen, vreemdelingen en terrorisme, natuurlijk, vul maar aan.

Kijk naar de lijst in het gedicht van Joost Zwagerman “Voor alles”.  Een bekijk die laatste vertolking van Wende Snijders:

En toen kwam het coronavirus.

Waar moeten we die dreiging plaatsen in het spectrum van hoogspanningsmasten tot de moderne de sabeltandtijger. Ook hier leek de eerste reactie een soort “zingen of fluiten in het donker” Wij zijn niet bang voor ….”

Lees meer »

Corona,Kroning en Overmacht

Overmacht, het wordt te pas en te onpas geroepen, net als “nood breekt wet”. Maar wat is overmacht en wat betekent “nood” in dat gezegde?

Afspraak is afspraak en afspraken moeten worden nagekomen. Wie gewichtig wil doen, zegt dat in het Latijn: “Pacta sunt servanda”.

Een woningzoekende die een huis of kamer huurt roept aan twee kanten verplichtingen op in het leven, hij zal op de afgesproken tijd de kamer moeten betrekken en de huurprijs moeten betalen en de verhuurder zal, van zijn kant, die kamer ter beschikking moeten stellen en de huurder het huurgenot moeten bieden.

Dus heb je voor een astronomisch bedrag een kamer gehuurd in Zandvoort voor de dagen van de Formule 1 Grand Prix van 1 t/m 3 mei 2020, dan moet je daarvoor de overeengekomen huurprijs betalen en verhuurder moet de kamer op die dagen ter beschikking stellen aan de huurder.

Een toen kwam het  corona virus  en ging de Grand Prix niet door.

20200319_203248
Overmacht in de wet voor 1992 maar ook in de huidige wet is niet te vinden wat overmacht precies is.

Heeft de Max Verstappen fan nu een weekend Zandvoort zonder GP geboekt voor de prijs van een luxe cruise of kan hij van zijn verplichtingen uit huurovereenkomst af?

Deze vraag doet denken aan de befaamde “Coronation Case” uit 1903. Aardige bijkomstigheid: “corona” betekent krans of kroon. Direct na de bekendmaking in december 1901 van de aanstaande kroning van Edward VII was er een run op kamers langs de route van de Kroningsstoet, die zou gaan van Buckingham Palace naar Westminster Abbey. Maar kort voor de kroning, bepaald op 26 juni 1902, werd Edward VII ziek en werd de kroning afgeblazen.

Een zekere Henry had van Krell een flat gehuurd, 56A Pall Mall, voor een aanzienlijk bedrag, met een goed uitzicht op de stoet die daar voorbij zou trekken ter gelegenheid van de kroning.

Net als de Max Verstappen fan wilde ook deze koningsgezinde Henry van zijn (verplichtingen uit) huurovereenkomst af. Henry beriep zich op overmacht. En wat vond de Engelse rechter daarvan? Nou die begon met de stelling, waarmee juristen altijd beginnen: dat hangt van alle relevante feiten en omstandigheden af. Waarbij ik me altijd afvraag wat het verschil is tussen feiten en omstandigheden.Lees meer »