Een aanvulling op mijn blog over de meidagen 2020.
4 mei-voordracht 2020 Aron Grunberg
Toch, 5 dagen na 4 mei, besloten hier een verwijzing te plaatsen naar die tot diep nadenken dwingende 4 mei toespraak van Arnon Grunberg . Eerlijk gezegd vond ik Grunberg altijd een wat eng geniaal wonderkind. Maar langzaam maar zeker wordt hij toch ons nationaal geweten, al is zijn boodschap soms wat ongemakkelijk.
Ik citeer hier alleen het slot van zijn voordracht:
“En het is ook logisch dat als er gesproken wordt over bepaalde bevolkingsgroepen op een manier die doet denken aan de meest duistere tijd uit de twintigste eeuw, als dat gewoon is geworden, er vroeg of laat op die manier ook weer over Joden gesproken kan worden. Voor mij was het van begin af aan duidelijk: als ze het over Marokkanen hebben, dan hebben ze het over mij.
‘Ik kan niet begrijpen, niet verdragen dat men een mens beoordeelt niet naar wat hij is, maar naar de groep waar hij toevallig toe behoort,’ schreef Primo Levi in de jaren zestig aan zijn Duitse vertaler. Woorden die wij wekelijks, misschien wel dagelijks zouden moeten herhalen al was het maar om ons eraan te herinneren hoe giftig woorden kunnen zijn. Dat een Nederlander in Auschwitz kerosine over levende vrouwen en kinderen moest uitgieten begon met woorden, met toespraken van politici.
Juist in deze geseculariseerde tijden rust, meen ik, een speciale verantwoordelijkheid op Kamerleden, op ministers om het goede voorbeeld te geven, om het woord géén gif te laten zijn, om altijd voor ogen te houden dat de staat noodzakelijk is maar tevens een potentieel kwaad dat met achteloze vanzelfsprekendheid mensen, bevolkingsgroepen kan vermorzelen. De vrouw die haar halfdode kind in het gezicht van Oberscharführer Voss gooide, zij waarschuwt ons. De Nederlander die ‘Nee! Nee!’ riep, weigerde kerosine over levende vrouwen en kinderen uit te gieten, toen zelf het vuur in werd getrapt, hij waarschuwt ons.”
Nu dan het vervolg op
“De rechtsstaat in het licht van de meidagen. Laat dat licht niet doven.”
of:
“Jezelf een vraag stellen, daarmee begint verzet”
Deze meidagen 2020 waren anders dan de 74 voorafgaande. Het mooie boekje “Waarden van Vrijheid” dat door de gemeente Weststellingwerf is aangeboden aan elk huishouden binnen de gemeente kwam net te vroeg uit om aandacht te besteden aan die bijzondere situatie waarin wij tijdens deze meidagen verkeerden.
In het begeleidend schrijven van burgemeester André van de Nadort, dat als inlegvel meekwam met deze uitgave, kon de burgemeester nog wel opmerken: “Het is eigenlijk wrang dat juist nu we 75 jaar vrijheid vieren het vrije leven in Nederland is beperkt.” Hij doelt hier natuurlijk op de coronamaatregelen.

Voor het eerst sinds 75 jaar weer een soort “spertijd”, zij het één binnen de grenzen van onze rechtsstaat. Deze keer ondergaan we de ons opgelegde vrijheidsbeperking vreedzaam en met begrip. Al is nog wat “reparatiewetgeving” nodig om de vergaande maatregelen in overeenstemming met onze Grondwet te brengen.
Ons “huisarrest” biedt ons een mooie gelegenheid om daar waar bevrijdingsfestivals zijn afgelast en de HORECA nog op slot zit, de vrijkomende tijd te gebruiken onszelf en anderen te bevragen over wat vreedzaam samenleven betekent en wat de vrijheid ons waard is. Na 75 jaar leek vrede voor ons als water voor een vis. We leven erin maar hebben geen idee wat het werkelijk is. Die vanzelfsprekendheid is er nu een beetje af.Lees meer »