“bomen in doorzichtige hemdjes”

“Hoe het dorp erbij ligt! Ik wil mijn telefoon uit mijn zak pakken om een foto te maken, maar zie er dan toch vanaf.” Zo begint een column van de dichter/schrijver Marjolein de Vos.

Het zicht, de ervaring of het gevoel laat zich niet vastleggen in digitale pixels. Als je dichterlijke beschrijving leest begrijp je wat ze bedoelt. Ze ziet “glinsterend groen, zoals dat alleen maar in het voorjaar te zien is, de bomen langs de straat in doorzichtige hemdjes, daarachter de zonbeschenen molen – ik zie lente, een wemeling van kleine vlekjes. Mijn ogen dwalen eroverheen en maken dit alles voor mij tot een ervaring, nu ja, een kleintje, zo’n verheugende kleine sensatie die je soms even hebt op je dagelijkse wandelingetje.”

Een AI-Chabot moet wel vele dichtbundels “doorgecrawled” hebben om zo’n beschrijving te kunnen genereren en dan nog is dat natuurlijk geen beschrijving van “zijn ”ervaring  van een mooie lente-wandeling.  Nee, zo’n simulant, die mogelijk in staat is dichterlijke taal na te bootsen doet, volgens de filosoof Hans Schnitzler, niet anders dan met behulp van kansberekening, voorspelen “welk woord het meest waarschijnlijk op een ander woord moet volgen; het heeft, kortom, geen begrip of bewustzijn van onderliggende betekenissen of connotaties van de taal die het bezigt – het simuleert taalbegrip en wij, aldus Schnitzler,  “trappen met open ogen in dat ‘doen alsof’-kunstje.”

Ik zal nog wel in een “state of denial” verkeren en in die toestand word ik dan ook ongemakkelijk van al die publicaties over AI-Chatbots die “zich als therapeut opwerpen”.

Ik verdenk ze ervan, ja ik heb het ook al over “ze” , dat ze uit puur commerciële overwegingen de hulpzoekende naar de mond praten, want er gaat veel geld om, in de AI-sector. Daar  zijn die AI-programma’s op gebouwd, om kunstmatige empathie te “veinzen”: “Wat vervelend voor je” , “je bent niet de enige” en straks misschien: “ik hoor je” en ik voel je pijn”.

Maar, zeg ik, met tegenzin tegen mezelf: “wen er maar aan”. Ooit was er geen mobiele telefoon, geen sociale media en niemand vroeg er om, maar vroeg of laat, word ook ik meegesleurd door deze nieuwe technologieën en geef ik me daaraan over.

En dan lees ik later in een werkstuk, door mijn kleinkind uitbesteed aan de zoveelste generatie AI, over “bomen langs de straat in doorzichtige hemdjes

Plaats een reactie