De obsessie van identiteit

In een recent nummer van 360 las ik een vraaggesprek tussen de filosoof en politicoloog Mark Lilla en journalist/historicus Gadi Taub. Dat interview verscheen eerder in Ha’aretz Tel Aviv.  Taub interviewde Lilla naar aanleiding van een opiniestuk dat Lilla schreef in The New York Times, getiteld: “The End of Identity Liberalism“. Die titel lijkt ingegeven door een vorm van wishful thinking bij Lilla. Hij meent dat die door hem geconstateerde obsessie met identiteit een generatie narcistische liberalen en progressievelingen heeft voortgebracht die geen weet hebben van de omstandigheden buiten hun zelf gedefinieerde groep. “Echokamer” of “Bubbel” wordt zo’n groep vaak genoemd. In het artikel in Ha’aretz wordt ook Bernie Sanders opgevoerd als iemand die de gevaren ziet van de identiteitspolitiek. Sanders brengt die politiek direct in verband met de klassenverschillen, dus “it’s the economy stupid.”

Armoede en obesitas

Dit weekend vroeg “De Groene Amsterdammer” in een tweet Pretparkaandacht voor een stuk dat 15 februari 2017 in dat blad verscheen: “Amsterdam, Van hippiestad tot pretpark voor hoogopgeleiden“. Ook dit weekend verscheen in NRC-Handelsblad een artikel over Armoede waarin een direct verband werd gelegd tussen obesitas en inkomen. Op kaartjes van drie grote steden werd getoond in welke stadsdelen percentueel het minste obesitas voorkwam, dat bleken de wijken waar hoge inkomens en de hoog opgeleiden oververtegenwoordigd zijn. In Amsterdam de binnenstad en (Oud-)Zuid. De economie, de klassen van Sanders, zo u wilt,  bepalen dus ook een groot deel van de geografische spreiding van de identiteit.

Balkanisering

Op de site van de Democratische Partij staan 17 verschillende boodschappen voor 17 verschillende identiteitsgroepen. Balkanisering wordt dat hier genoemd en iedereen weet dat groepsvorming altijd en overal, op de Balkan, in Amerika en op het schoolplein buitengeslotenen of vermeend buitengeslotenen kent. Trump’s “forgotten people” bijvoorbeeld. En dan kan je wel weer nieuwe groepjes gaan vormen, maar Nee, zegt, Lilla, de oplossing schuilt erin om los te komen van de obsessie met verschil. Hij spreekt in zijn opiniestuk en in dit vraaggesprek de hoop uit dat de liberalen als antwoord op Trump met een visie komen die verenigt in plaats van verdeelt. “Ze moeten terug naar de basis en leren om ‘wij’ te zeggen, zoals de “wij, het volk”/ “we, the people” uit de Amerikaanse grondwet – ‘wij’ in de alomvattende zin, een ‘wij’ waar alle burgers zich onder kunnen scharen.” Maar hoe verenig je volken, gemeenschappen, die zich celdeling na celdeling, schisma, na schisma, afscheiding, na afscheiding heeft versplinterd tot zeer kleine individualistische fracties?

Identiteitspolitiek=Individualisme

De eerste schisma’s ontstonden in de middeleeuwen en deden geloofsgemeenschappen van elkaar afscheiden. schismUit het recente verleden kennen we in Nederland nog de verzuiling. Maar met het verdwijnen van de zuilen kwam de behoefte aan individualisering en profilering. En het eigenaardige feit doet zich voor dat die individualiseringsbehoefte en de groepsvorming van identiteitspolitiek hand in hand gaan. Taub vermeldt ook dat identiteitspolitiek iets misleidends heeft. “Het lijkt of er wordt gehamerd op ‘wij’ in plaats van ‘ik’, maar in feite is het kloppende hart van de identiteitspolitiek een verregaand individualisme. Dat is ook de reden dat er binnen elke groep subgroepen ontstaan….” (celdelingen tot je inderdaad weer als één individu overblijft).

Verbod “mij” van buitenaf te definiëren

Kijk bijvoorbeeld eens naar de identiteiten op het gebied van seksuele geaardheid. Heel vroeger spraken we “slechts” over hetero’s en homo’s en nu is de afkorting LGBT alweer achterhaald omdat queers/questioning, intersex and asexual  “geen identiteit” geeft dus spreken we nu over LGBTQIA. Dat weinigen die afkorting kunnen onthouden speelt geen rol. En ook de groepen die in deze letters vertegenwoordigd zijn, kunnen en moeten eigenlijk weer onderverdeeld worden. “Want onder dit alles schuilt”, aldus Taub, “het principiële verbod om “mij” om wat voor manier dan ook van buitenaf te definiëren. Elke poging om te kijken naar wat twee individuen bindt is daarmee een ontkenning van hun volstrekt unieke zelfdefinitie.”

Een witte kunstenares heeft het recht niet om zich het zwarte lijden toe te eigenen

“Het moederthema van de Boekenweek 2019 zorgt voor ophef in literair Nederland.” kopt Trouw 19 juni 2018. Niet alleen dat thema wordt “zo jaren 50 ” genoemd maar het zijn ook nog eens twee mannen die de speciale boekenweekuitgaven mogen schrijven, Murat Isik, het essay en  Jan Siebeling het Boekenweekgeschenk. Een nog schrijnender voorbeeld over welke vertegenwoordiger uit welke identiteitsgroep iets wel en niet mag, komt natuurlijk weer uit Amerika. In het stuk uit Ha’aretz kan men lezen over “de verhitte discussies van een jaar geleden over Dana Schutz’ schilderij van Emmett Till, dat in het Whitney Museum hing. Schutz had een schilderij gemaakt van Till, die in de zomer van 1955 in Mississippi is gelyncht.images Het was overduidelijk een
blijk van medeleven met de slachtoffers van de zwarte gelijkheidsstrijd. Maar ineens eiste de zwarte kunstenares Hannah Black dat het schilderij zou worden verwijderd. Een witte kunstenares heeft het recht niet om zich het zwarte lijden toe te eigenen teneinde zichzelf te promoten, aldus Hannah Black.” Je zou de moed opgeven maal Lilla houdt hoop zou blijkt uit het slot van zijn opiniestuk in “The New York Times” waar hij schrijft:

The national anthem

“Some years ago I was invited to a union convention in Florida to speak on a panel about Franklin D. Roosevelt’s famous Four Freedoms speech of 1941.4Free The hall was full of representatives from local chapters — men, women, blacks, whites, Latinos. We began by singing the national anthem, and then sat down to listen to a recording of Roosevelt’s speech. As I looked out into the crowd, and saw the array of different faces, I was struck by how focused they were on what they shared. And listening to Roosevelt’s stirring voice as he invoked the freedom of speech, the freedom of worship, the freedom from want and the freedom from fear — freedoms that Roosevelt demanded for “everyone in the world” — I was reminded of what the real foundations of modern American liberalism are.”

Misschien, hoe oubollig dat ook mag klinken in ons sterk geïndividualiseerde Nederland, is het nog niet zo’n gek idee: Het “Wilhelmus” tot verplichte lesstof verheffen de scholen.

En ja, hoor ook daar zijn weer enkele “identiteiten” tegen. “De politiek moet zich niet gaan bemoeien met de inhoud van het onderwijs”, vindt Wim Kuiper, de scheidend voorzitter van de koepel van katholieke en christelijke scholen Verus.

Celdelingen vernietigen uiteindelijk het weefsel dat een gemeenschap bijeen houdt.

“dit valt niet uit te leggen”

Groene Amsterdammer vroeg dit lange weekend in een Tweet nog eens aandacht voor het Essay van H.J.A Hofland uit oktober 2011. Het tamelijk cultuurpessimistische boek  “Platter en Dikker” van Neerlands beste  “old school journalist/waarnemer”.

20180513_172054

 

Een nieuw menstype

Er is een nieuw type mens ontstaan, schrijft Hofland, hij is grof en hij is dik. Hij lapt de verkeersregels aan zijn laars, hij steekt zijn middelvinger op, hij is eerder bereid een medemens uit te schelden, op zijn gezicht te slaan. hij zal iedereen laten weten dat hij hier op aarde is. Oorzaak: de propaganda van het genot. Alles moet leuk en lekker zijn.

En 7 jaar later beschrijft hoogleraar Ontwikkelingen in de Publieke Opinie Henri Beunders, de laatste ontwikkeling van deze nieuwe mens in een opiniestuk in het NRC.

In minder denigrerende toon, beschrijft Beunders, hoe die nieuwe mens van Hofland nu geworden is tot een mens die zegt: “ik heb recht op succes en alles wat daarbij de weg staat, maakt mij tot slachtoffer. Dat tragiek bij het leven kan horen, is een onacceptabele gedachte.” Beunders richt zich hoofdzakelijk op de ontwikkelingen in het Nederlands strafrechtelijk klimaat. Waren wij ooit kampioen resocialisatie met de daarbij behorende lichte straffen, nu klimmen we op naar een toppositie op de lijst strengst straffende landen. Een anti-cyclische, contra-intuïtieve beweging nu de criminaliteit onverklaarbaar snel daalt, zo verrassend zelfs dat gesproken wordt van mysterieuze verdwijning van de criminaliteit.

De veiligheidsparadox

“Er worden nog altijd meer verdachten in voorlopige hechtenis gehouden dan elders, en langer ook. En er zitten nu meer mensen een levenslange gevangenisstraf uit dan in de hele vorige eeuw bij elkaar. Trouwens, ook saillant voor het tolerante ‘gidsland Nederland’, zo constateert Beunders: de regering heeft in de afgelopen halve eeuw slechts één keer gratie verleend aan een levenslang gestrafte, een terminaal zieke. (Des te opmerkelijker omdat de Nederlandse overheid de twee laatste Duitse oorlogsmisdadigers wel gratie verleende.)

Beunders legt in zijn opiniestuk in NRC het begrip veiligheidsparadox nader uit. Destijds besprak ik dat fenomeen ook in mijn mijn blog: Het Volk als dam tegen de “Populist

“Hoe is dit te verklaren? ( De verharding van het strafrechtklimaat en dat gebrek aan empathie, edv) Het antwoord ligt in de ‘veiligheidsparadox’: we willen maximale veiligheid én maximale vrijheid. Alles wat dit paradijselijke leven verstoort, is onaanvaardbaar geworden. Dus: hoe veiliger, hoe gevoeliger – tot overgevoeligheid aan toe. En: hoe meer veiligheid, hoe groter de roep om vergelding. De secularisatie doet er een schepje bovenop. Het woord ‘vergeving’ is geheel verdwenen uit onze cultuur. De verdachte is nu geen medemens meer die van het pad is afgeraakt, maar een vijand die uit de weg moet worden geruimd.

De alomvattende sociale context van deze ontwikkeling is de emancipatie van de burger. In de seculiere samenleving is ‘de individuele autonomie’ de nieuwe God. Even belangrijk misschien: in de huidige rationele, commerciële prestatiemaatschappij is uiterlijk succes het dominante doel. En dit leidt tot minder empathie, want voor empathie zijn openheid, begrip en vooral ook rust en tijd nodig. Gestreste mensen oordelen sneller, slechter en harder. Maar waant iedereen zichzelf een god, dan is elke aantasting van dit zelfbeeld een narcistische krenking waarop met de emotie van woede wordt gereageerd.”

Shit Happens

In mijn hier boven aangehaalde blog “Het Volk als dam tegen de “Populist” dat ook al was geïnspireerd op Beunders ideeën, beschreef ik Beunders remedie tegen deze “Dikke Ik-mentaliteit”.  De beleidsmakers en politici hebben de afgelopen jaren niet het lef getoond de burger die zich slachtoffer waande tegen te werpen met: “Shit happens,  dat paradijs dat jullie eisen kan ik hier op aarde niet voor jullie creëren.” Nee, bij veel wat de burger boos maakte, roepen de politici: “tja, dat valt niet uit te leggen” doelend bijvoorbeeld, op een gewone geregelde vervroegde invrijheidstelling, op het niet opleggen van tbs door de rechter terwijl het slachtoffer of de nabestaanden dat wel eisen, op de verontwaardiging  over de vluchtelingeninstroom op grond van het Vluchtelingenverdrag, op stervende dieren in de Oostvaardersplassen, op weer een verwarde man etc.

Beunders zegt daarover in zijn recent artikel:

“Als burgers meer worden betrokken bij grote morele vragen, en bij het bestuur en de rechtspraak in het algemeen, zullen ze zien dat er weinig zaken zijn die inktzwart of hagelwit zijn. En dat een complex geworden maatschappij soms simpele maatregelen vereist. Maar ook dat de simpel ogende oplossing van vandaag het probleem van morgen zal zijn. En dat strafzaken vaak complexer in elkaar zitten dan gedacht, en dat de scheidslijnen tussen misdaad, boete en straf niet altijd kraakhelder zijn.”

Als de “puberende burger”, die volgens de overheid verantwoordelijk te houden is voor zijn eigen (on)geluk in deze neoliberale meritocratie, waarin iedereen (op papier?) immers gelijke kansen heeft, wanneer die burger, in de ogen van de bestuurders “verkeerd stemmen” in een referendum lijkt de conclusie steevast te zijn: dan hebben we het niet goed uitgelegd het niet goed uitgelegd.

Het valt best uit te leggen

Als ik Beunders goed begrijp moet je er wel moeite voor doen als politici, als bestuur, als rechter, om de burger meer te betrekken in de dilemma’s waar het bestuur vaak voor staat, dilemma’s  over kwesties die de burger raken en betreffen. Beunders zegt immers:

“Als burgers meer worden betrokken bij grote morele vragen, en bij het bestuur en de rechtspraak in het algemeen, zullen ze zien dat er weinig zaken zijn die inktzwart of hagelwit zijn. En dat een complex geworden maatschappij soms simpele maatregelen vereist. Maar ook dat de simpel ogende oplossing van vandaag het probleem van morgen zal zijn. En dat strafzaken vaak complexer in elkaar zitten dan gedacht, en dat de scheidslijnen tussen misdaad, boete en straf niet altijd kraakhelder zijn.”

De Minister van Rechtsbescherming Dekker kan heel goed uitleggen hoe ons systeem van voorwaardelijke invrijheidstelling (al decennia lang goed) werkt. Maar als hij de burger niet serieus neemt en onder valse voorwendselen een aanzienlijke strafverhoging wil doorvoeren, komt hij met een populistische redenering waarvan hij weet dat die goed zal vallen bij die boze burger die zich te pas ten te onpas slachtoffer acht.

“18 jaar krijgen en maar 12 jaar hoeven zitten, dat is toch niet uit te leggen aan de burgers”. Nee, dat is heel goed, goed uit te leggen maar het komt politiek niet van pas.

Een niet integer beroep op  het ‘gesundes Volksempfinden’ leidt zelden tot veel goeds.

 

 

De gevaarlijke arrogantie II

“Het beste argument tegen de democratie is een gesprek van vijf minuten met de doorsnee kiezer”. Met deze quote van Winston Churchill begint een mooie column van de politiek filosoof Remko van Broekhoven. 20180505_113923-1Spreekt hier de “vleesgeworden” weldenkende mens die met de doorsnee kiezer eigenlijk die “achterblijvers” bedoelt die bij gebrek aan inzicht hun onderbuik volgen?

Eerder schreef ik over de arrogantie van de zogenaamd weldenkende mensen, waartoe ik, heel aanmatigend, mijzelf ook graag reken. Zie: “De gevaarlijke arrogantie van de macht”.

Maar net als Remko van Broekhoven moet ik, als ik eerlijk ben, bij mijzelf ook vaststellen dat ik dat (wel)denken wel eens oversla. “Cherrypickend” pluk ik laaghangend fruit uit de media van mijn eigen bubbel. Feiten zoekend die mooi aansluiten op mijn gevoelsmatig gevormde opinie, mijn onderbuik dus, en die “feiten” dan zonder veel studie of overdenking delen. Aan die intellectuele luiheid zal ik me wel schuldig blijven maken, ik maak mij geen illusies. Maar de les die Van Broekhoven mij meegeeft is:

“Maar laten we wel onder ogen zien dat iedereen vatbaar is voor minder fraaie gevoelens, voor woede en wrok, voor angst en afgunst, voor dedain en paniekpolitiek. En laten we er rekening mee houden dat dit soort gevoelens je oordeelsvermogen kunnen verwarren en verduisteren, hoe hoog je opleiding of je inkomen ook is, hoe fatsoenlijk ook de krant die je leest of de omroep die je kijkt.”

En nu ik dit schrijf op 5 mei, herhaal ik hier mijn zwaarwichtige afsluiting van mijn deel I over “De gevaarlijke arrogantie van de macht“: 20180505_082658

“Veel achterblijvers, die op arrogante wijze zijn weggezet door de deskundige elite, hebben geen vertrouwen meer in dat eerlijk delen van kennis. Kennis is macht en macht maakt niet alleen arrogant, menen zij, maar corrumpeert uiteindelijk. Zo vormt arrogantie een gevaar voor onze SAMENleving.”

Wie de macht heeft om met de waarheid te knoeien brengt uiteindelijk onze democratische rechtsstaat in gevaar. Of zoals Timothy Snyder het zei, door mij aangehaald in “The truth, the whole truth and nothing but the truth”  „Zonder waarheid is er geen vertrouwen, zonder vertrouwen is er geen rechtsstaat, zonder rechtsstaat is er geen democratie.”

En Remko Broekhoven brengt in zijn column empathie en verantwoordelijkheid bij elkaar, door af te sluiten met:

“En Winston Churchill, besef dat een gesprek met de doorsnee kiezer je afkerig kan maken van democratie, maar ook dat zo’n gesprek je inzicht geeft in een onderbuik die niet weg te denken is uit welke democratie dan ook.” IMG_20180505_113241

De echt weldenkende mens met hart voor de democratische rechtstaat ziet het als zijn plicht en verantwoordelijkheid zo dicht mogelijk bij the truth the whole truth and nothing but the truth te blijven en doet daar ook moeite voor door integer wel te blijven denken en de ander keer op keer te corrigeren en tegen te spreken wanneer die ander het niet zo nauw neemt met de waarheid. Dit alles dan weer in het besef dat niemand de waarheid in pacht heeft. Maar, laatste citaat, nu vrij oud, Nicolaas Beets:

“Du choc des opinions jaillit la vérité”

(Uit de botsing van meningen ontspruit de waarheid)

Het botsen der gevoelend; zegt men vaak,

Kan voeren tot het ware van de zaak.

Maar waar vooroordeel met vooroordeel strijdt,

Wat is het — dan verlies van tijd!”

Dus leg dat vooroordeel opzij en ga met belangstelling en empathie het gesprek aan.

De “Sleepwet” en de voorleesoma’s

Geen voorspoed zonder tegenspoed, geen vrede zonder oorlog en geen leven zonder dood. Open deuren, zult u zeggen. Maar waarom accepteren we dat ongeluk, dat inderdaad vaak in een klein hoekje zit, dan zo slecht. Alsof het ons niet had mogen overkomen dat (nood)lot en daarom gaan we na een ramp direct op zoek naar schuldigen.

Het recht gaat uit van de hoofdregel: “Ieder draagt zijn eigen schade” of “The damage lies where it falls” maar de hedendaagse slachtoffers zien dat heel anders. Die gaan op zoek naar een persoon of een instantie, vaak de overheid, soms een bank, naar wie “die eigen schade” kan worden doorgeschoven. Het verwijt aan die ander is dan vaak, dat die ander onvoldoende voorzorgsmaatregelen genomen heeft of het slachtoffer niet tegen zichzelf in bescherming heeft genomen.

20180327_211806-1

Zo is Robert M., het monster van Riga (van de kindermisbruikzaak bij Het Hofnarretje in Amsterdam), er nu de oorzaak van dat de vaste voorleesoma’s en onderhoudsmonteurs bij kinderdagverblijven zich moeten laten registreren in een personenregister met een Verklaring omtrent het gedrag (VOG).

En de types Jos van Rey zorgen ervoor dat men nu al openlijk met de gedachte speelt ook voor gemeenteraadsleden een VOG te verlangen. Bestuurders en politici horen te weten dat zo’n eis in strijd met de Grondwet is. Alleen de rechter kan in zeer ernstige gevallen, als bijkomende straf, iemand het recht ontnemen gekozen te worden als volksvertegenwoordiger.

Vooral overheden, maar steeds vaker ook particuliere instanties zoals banken en financiële dienstverleners, dekken zich in met niet-werkende voorzorgsmaatregelen tegen de vaak onredelijke verwijten van de slachtoffers. Zo moest ik laatst van mijn bank een soort “toelatingsexamen” doen om te mogen beleggen. Want ook ik zou kunnen vinden dat mijn bank mij moet behoeden voor die onvermijdelijke tegenvallende rendementen.

Zou een Nederlandse “sleepwet” die aanslag bij Carcassonne hebben kunnen voorkomen. Ook nu weer was die (vermoedelijke) dader al bekend bij de Franse justitie- en inlichtingendiensten, hij behoorde zelfs tot de 20.000 als staatsgevaarlijk geregistreerd staande personen.

Al te goed is buurmans gek, maar shit happens en wie zijn noodlot coûte que coûte wil ontwijken leidt/lijdt een heel angstig leven en ziet ongeluk in ieder klein hoekje, ook daar waar een van die vele  bewakingscamera’s net niet bij kan.

“Twitter maakt het debat soms bitter”

 

 

Koning Willem-Alexander treedt in de voetsporen van zijn moeder.

20171230_123941Toen Koningin Beatrix zich in haar Kersttoespraak van 2009 kritisch uitliet over de sociale media, was ik licht verontwaardigd. Via mijn kinderen had ik net juist de zegeningen van die mooie vorm van contact en communicatie leren kennen. De veroordeling van de twitter-cultuur zag ik toen nog als een achterhoedegevecht van de, met alle respect, oudere generatie. Maar als ik nu, na de kersttoespraak van haar zoon, Koning Willem-Alexander, haar toespraak uit 2009 nog weer terughaal, lees ik:

“Domweg, grofweg emoties uiten is makkelijk geworden. Op spreken zonder respect wordt niemand meer afgerekend. Niet het vreemd zijn maakt de ander agressief maar agressiviteit maakt de ander tot vreemde.”

Nu moet ik toegeven dat de sociale media inderdaad een keerzijde kennen, de uitsluiting en zelfs verkettering van “de ander” lijkt meer regel dan uitzondering te zijn op Twitter en Facebook.

Nu signaleert de Koning dan ook:

“Nuance en inlevingsvermogen lijken bij voorbaat het onderspit te delven en Twitter maakt het debat soms bitter. Steeds meer mensen houden hun digitale deur het liefst dicht en nemen alleen nog kennis van ideeën die hun groepsgevoel en mening bevestigen.”

Een Koninklijke omschrijving van die spreekwoordelijke “bubbel”.

De Koning haalt “een van de grootste kunstenaars van ons land”, de choreograaf Hans van Manen aan die zei: “voor de mensheid is nieuwsgierigheid buitengewoon belangrijk”.

Juist in dit tijdperk van de sociale media, waarin veel “verzonden” wordt over, letterlijk en figuurlijk, grote afstanden, blijven de woorden van Koning Beatrix uit 2009 zeer behartenswaardig:

“Steeds minder roept de medemens bij ons solidariteit en compassie op. Om te kunnen mee-leven is tastbare nabijheid nodig. Echt contact ontstaat in daden en woorden. Taal is onmisbaar bij het opbouwen van vertrouwen. Maar wie het gesprek niet aangaat, sluit zichzelf uit.”

en zij eindigde toen met:

“Onze wereld heeft mensen nodig met passie en betrokkenheid, die een plaats geven aan wie zijn buitengesloten, die klaar staan voo hun medemensen en die blijven geloven in het goede.”

En dat geldt ook voor in de virtuele wereld, alleen empathie, werkelijke belangstelling voor elkaar kan ook Twitter minder bitter maken.

Ik wens jullie allen veel belangstelling voor elkaar toe, met een praatje hier en diepgaander gesprek daar.

 

20171230_191126-1-1
Een Kerst-/Oud en Nieuw Kaart met deze tekst ontving ik net vandaag.

Ik kan het niet laten, hier te verwijzen naar mijn laatste blog, waar ik onder het kopje: Stap uit je bubbel,  over de lessen “On Tyranny van Timothy Snyder, beschrijf:

Geloof in de waarheid. Een mooie in dit Twitter- en Sociale Media-tijdperk: Maak oogcontact en praat met elkaar, hij spreekt van “small talk” . Het NRC artikel beschrijft Snyder’s commentaar bij deze les als volgt: “Dat is niet alleen maar beleefd. Zo houdt u voeling met uw omgeving, doorbreekt u onnodige sociale barrières en gaat u inzien wie u wel en niet mag vertrouwen. Als we belanden in een verklikkerscultuur, moet u zorgen dat u het psychologische landschap van uw dagelijkse leven kent.” Blijf geïnteresseerd en belangstellend ook in de gedachten van mensen met een andere mening. Stap uit je bubbel ( zie mijn één na laatste blog) . Blijf actief betrokken, spreek je uit, kom zelfs in verzet. “Stand out” is les 8 van Snyder, NRC beschrijft Snyders toelichting als volgt: “Iemand moet dat doen. Het is gemakkelijk, in woord en daad, om met de stroom mee te gaan. Het is misschien een vreemd gevoel om iets anders te doen of zeggen. Maar zonder dat onbehagen is er geen vrijheid. En zodra u het voorbeeld geeft, is de ban van de status quo gebroken en zullen er anderen volgen.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rozen verwelken en schepen vergaan.

Volledig citaat van Coos Neetebeem  (pseudoniem van Drs. P, werkelijke naam: Heinz Hermann Polze, in 2015 overleden ):

266px-Heinz-polzer-alias-drs-p-1314016056

Rozen verwelken en schepen vergaan. Dus lig niet te melken maar doe er wat aan.”

In mijn artikel “De Tragedie van de Meenthe” voort het eerst gepubliceerd in ’t Journaaltje (destijds? het personeelsblad gemeente Weststellingwerf) schreef ik:

“Mark Rutte haalde in 2009 De Torcqueville aan die beschreef wat in Amerika gebeurde als daar een boom over de weg valt. Dan komen de mensen uit de huizen te voorschijn hakken hem in stukken en ruimen hem op.

democracy-in-america-book-cover

De Fransen daarentegen, aldus nog steeds De Torqueville, lopen in zo’n geval, massaal nar de burgemeester en eisen dat die boom wordt weggehaald. Rutte concludeert daaruit wij ons geluk te veel in handen van de staat leggen, terwijl, zo eindigt die dan: Wij liberalen weten dat daar het geluk niet ligt.”

Onze pursuit of Happiness

Misschien ligt het er wel  maar soms moet je niet wachten tot je dat geluk van de overheid ook krijgt.  Het was een van Rutte’s eerste stappen van de verzorgingsstaat richting participatiemaatschappij.

Maar die eigen verantwoordelijkheid geldt niet alleen voor onze pursuit of Happiness. Zie de trits uit de Amerikaanse Declaration of Independence :”Life, Liberty and the pursuit of Happiness“, maar ook voor de samenleving waarin wij willen leven.

De “internationale knipselkrant”  360 koos “Over Tirannie” van Timothy Snyder tot één van de 5 beste non-fictie boeken van 2017. Ook over Snyder schreef ik in een eerder blog:

“Wie in de waarheid gelooft moet terugvechten” stelt de Amerikaanse historicus Timothy Snyder (Zie De Groene Amsterdammer 8 februari 2017). Laat onwaarheid niet onweersproken. Blijf nadenken, wees steeds kritisch en doe ook niet aan doorgeschoten zelfcensuur.

Net als in Plato’s tijd zijn er ook nu weer demagogen

En dat geldt voor gehele samenleving, die behoeft actieve verdediging. Niet voor niets begon Snyder zijn boek of eerder pamflet met:

data8740674-9fc740

“De geschiedenis herhaalt zich niet, maar bevat wel lessen. De Founding Fathers trokken bij het opstellen van de Amerikaanse Grondwet lering uit de geschiedenis die ze kenden. Ze keken hoe oude democratieën waren vervallen tot een oligarchie of wereldrijk om te voorkomen dat de democratische republiek die hun voor ogen stond zou instorten. Ze kenden Aristoteles’ waarschuwing dat ongelijkheid instabiliteit baart, en Plato’s opvatting dat demagogen de vrijheid van meningsuiting gebruiken om zichzelf als tiran op het schild te hijsen.” Deze vrije vertaling van het voorwoord nam ik over van  Jelmer Mommers van “de Correspondent“.

Net als in Plato’s tijd zijn er ook nu weer demagogen die de vrijheid van meningsuiting gebruiken om zichzelf als tiran op het schild te hijsen.  De lessen die Snyder trekt uit de geschiedenis van de 20ste eeuw, lessen die hij de lezer ook wil meegeven, zijn mooi beschreven in dit artikel van NRC .

Stap uit je bubbel

De voor mij meest aansprekende lessen zijn: Gehoorzaam niet bij voorbaat (Les 1).  Blijf kritisch en zelf verantwoordelijk. 10. Geloof in de waarheid. Een mooie in dit Twitter- en Sociale Media-tijdperk: Maak oogcontact en praat met elkaar, hij spreekt van “small talk” . Het NRC artikel beschrijft Snyder’s commentaar bij deze les als volgt: “Dat is niet alleen maar beleefd. Zo houdt u voeling met uw omgeving, doorbreekt u onnodige sociale barrières en gaat u inzien wie u wel en niet mag vertrouwen. Als we belanden in een verklikkerscultuur, moet u zorgen dat u het psychologische landschap van uw dagelijkse leven kent.” Blijf geïnteresseerd en belangstellend ook in de gedachten van mensen met een andere mening. Stap uit je bubbel ( zie mijn één na laatste blog) . Blijf actief betrokken, spreek je uit, kom zelfs in verzet. “Stand out” is les 8 van Snyder, NRC beschrijft Snyders toelichting als volgt: “Iemand moet dat doen. Het is gemakkelijk, in woord en daad, om met de stroom mee te gaan. Het is misschien een vreemd gevoel om iets anders te doen of zeggen. Maar zonder dat onbehagen is er geen vrijheid. En zodra u het voorbeeld geeft, is de ban van de status quo gebroken en zullen er anderen volgen.”

De infantilisering van de burger

Die noodzaak van betrokkenheid en je verantwoordelijkheid nemen vind je ook terug in het boek van de Britse journalist Matthew d’Ancona :download (1)

“Post Truth, the new war on truth and how to fight back. Ook hier dus die noodzaak tot verzet. Uit een interview in 360 van d’Ancona haal ik het volgende passage:

“Alle grote retoriek uit het verleden betekende een uitdaging voor de burger. Of je nu naar Lincoln en Martin Luther King kijkt of naar John F. Kennedy en zelfs homoactivist Harvey Milk, al die grote verdedigers van de burgerrechten hadden met elkaar gemeen dat ze betrokkenheid eisten van degenen tot wie ze zich richtten. Denk aan die bekende uitspraak van JFK: “Ask not what your country can do for you – ask what you can do for your country,”

D’Ancona  komt ook met een strenge vermaning:

We hebben door de ICT technieken alle mogelijke middelen om informatie te vergaren en om beweringen te verifiëren, maar we gebruiken die “tools” alleen om te zien wat er vanavond op TV is en wat er op de sociale media gebeurt. “Het gevaarlijkste van deze hele geschiedenis is in mijn ogen de infantilisering van de burger. Wil de burger
zich al dan niet als volwassene gedragen? Op die vraag bestaat geen eenvoudig
antwoord.” om te eindigen met: “Dus hoe aantrekkelijk het ook mag lijken om te zeggen: Ze kunnen de pot op, ze mogen geloven wat ze willen maar wij hebben tenminste onze eigen versie van de waarheid”, die vlieger gaat gewoon niet op.”

Kom in verzet neem je verantwoordelijkheid

Eerder zij hij net als vele anderen over identiteit en de waarheid:                                      “Maar tegenwoordig kan iedereen zijn standpunt bijna voor niets over het voetlicht brengen. Dat is een goede zaak als je in de vrijheid van de mens gelooft, maar het betekent ook dat mensen niet alleen sterker geneigd zijn zich een op maat gemaakte
identiteit aan te meten, maar ook recht menen hebben op een op maat gemaakte waarheid. Dat is begrijpelijk, maar tegelijkertijd is het een sociale onmogelijkheid omdat de waarheid een verbindende kracht bezit. Het is uiteindelijk de erkenning van onveranderbare feiten die een samenleving mogelijk maakt.”

20171217_154231

Dus denk niet “ze kunnen de pot op” of “ze doen maar” waarbij met “ze” vaak een of andere overheid of autoriteit bedoeld wordt, maar “doe er wat aan”, kom in verzet neem je verantwoordelijkheid. Uiteindelijk kan alleen het volk, de burger, de democratie, of breder, een rechtvaardige samenleving in stand houden en verdedigen. Graag had ik de infantilisering van de burger er nog bijgehaald. Een andere keer.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daniel Lohues in de rol van Jean-Jacques Rousseau.

Rechts* Nederland was vandaag (25 november 2017) heel blij met de column van Daniel Lohues in Het Dagblad van het Noorden met de titel “de rest“. Over het verschil tussen de Randstad en “de rest van Nederland”. Die rest van Nederland laat zich in de ogen van Lohues te veel leiden door het Verlichtingsideaal van Voltaire. Had Voltaire hier en nu geleefd dan zou hij zich zeker thuis gevoeld hebben in wat wel de “Grachtengordel-elite” wordt genoemd. Rousseau daarentegen is meer een buitenstaander, afkomstig uit de provincie. Ik kom tot deze vergelijking na het lezen van een stuk van de journalistPankaj_Mishra_-_Dankesrede en essayist Pankaj Mishra. Dat stuk, een interview eigenlijk, getiteld: “De jihad begrijpen? Kijk naar het Duitsland van de 19de eeuw” verschenen in 360, klik hier. Mishra begin zijn stuk met de Duitse dichter Theodor Körner, die in 1813 oproept tot een “Heilige Oorlog” tegen Napoleon.  Een jihad om te kunnen voortbestaan als Duits volk (in wording, toen), na door Napoleon verslagen te zijn. Mishra noemt Napoleon de eerste moderne imperialist, een kind van de Franse Revolutie. Napoleon, de “Heraut van het Verstand” dreigde Duitsland en heel Europa, “de Verlichting”, de rede, het universalisme op te dringen. Duitsland was destijds nog niet zover, Het hoorde nog niet echt bij het Westen maar ontleende er wel zijn identiteit aan door zich er van af te zetten.800px-Jean-Jacques_Rousseau_(painted_portrait) Toen Rousseau zich, komende van het platteland, in Parijs vestigde voelde ook hij zich een buitenstaander (zie Duitsland), hij werd ook buitengesloten door de Parijse intellectuelen. Hij zag hoe rijk en zelfverzekerd die Parijse elite was en zag ook dat je de mensen, “de rest” van Lohues de vooruitgang niet op kon dringen. “Rousseau is moeilijk in een bepaalde categorie te plaatsen. Hij was zowel een representant als een bestrijder van de ideeën uit de Verlichting. Hij droeg bij aan de Encyclopédie, maar geloofde niet in vooruitgang. Hij wantrouwde de rede die volgens hem de mens met zichzelf en de natuur in conflict bracht.” (Wikipedia). Lohues komt, waag ik zomaar te stellen, dichter bij de natuur- en gevoelsmens Rousseau dan bij zijn tijdgenoot Voltaire.

“(A)Ik denk, aldus Mishra in het interview in 360, dat we na de grote maatschappelijke onrust van de laatste jaren eens goed moeten nadenken over de rol van de intellectuelen.’

(Q)Waarom?
‘Overal, of het nu in India, Indonesië, Europa of de Verenigde Staten is, zie ik een laag van intellectuelen die een kostbare opleiding hebben genoten, die genieten van de voordelen van een geglobaliseerde wereld en die denken voor een groot aantal mensen te mogen bepalen wat goed voor ze is. (….) Dat soort denken begint bij Voltaire. Het idee dat je de Verlichting met het zwaard kunt brengen. Intellectuelen die zich met de macht hebben verbonden: een problematische constellatie.

Vroeger al, en nu nog steeds.”

In een ander interview, in de Groene Amsterdammer komt Mishra dan op de angst van zeg maar weer “die rest van Lohues”, dat hun identiteit hun individualisme wordt afgenomen door de elitaire volgelingen van Voltaire. Hij legt uit hoe die rest, de provincie, de Rousseau’s  niets hebben met dat Verlichte individualisme:

“Als je vanuit de lange blik van de geschiedenis naar individualisme kijkt, dan zie je dat dat altijd ergens was ingebed, in de sociale controle van een buurt, of een kerk, of een gilde, en vanaf de negentiende eeuw in de natiestaat. Je kon als burger streven naar individualiteit, maar tegelijkertijd deed je dat binnen de context van iets groters. Dat had iets veiligs (zie onze oude zuilen, edv). De afgelopen vijftig jaar zijn alle instituten die voor die inbedding zorgden één voor één verdwenen. De vakbonden en kerken lopen leeg, de staat is gepasseerd door multinationals en internationale samenwerkingen. Nu er een crisis van burgerschap is – wie zijn wij? – verlangen mensen weer naar het veilige van de gemeenschap, maar die gemeenschap is ondermijnd, uit elkaar gevallen. En al die eeuwen van een steeds groter individualisme hebben ervoor gezorgd dat we niet terug kunnen. We kunnen onze vrijheden niet meer opgeven. Dus hoe moeten we die gemeenschap weer creëren? Nou, dat gebeurt door naar buitenstaanders te wijzen. Dat zie je van Wilders tot Modi. De retoriek is overal hetzelfde: jij hoort er bij, jij hoort er niet bij.”

Maar ook deze reflex moet niet “elitair” veroordeeld worden.

In zijn column stelt Lohues de Zwarte Pieten-discussie hier gelijk met de Trump- en de Brexit-discussie. Het gaat om die kloof tussen die zogenaamd weldenkende “de elite” en “de rest”. En het helpt niet en het is ook niet goed om die rest als niet REDE-lijk  en met irrationele angsten, als emotioneel, af te schilderen.  Lohues lijkt de schuld dan wel weer wat te eenzijdig te leggen bij “(D)ie zelfingenomen manier van denken en doen, daar is de “rest” wel een beetje klaar mee, geloof ik” (zijn slotzin).

vfOPCTxN_400x400

Graag eindig ik met een lang antwoord van Mishra op de vraag, hoe de ban van de angst en de woede (die de oorzaak is van die kloof edv) te doorbreken:

“Ik denk dat we de woede die we voelen niet in politieke termen kunnen doorgronden. Politici – maar ook intellectuelen, journalisten, academici – hebben de laatste drie decennia de simplistische ideologie van de vrije markt als grote goedmaker omarmd, en nu we over meer dan welvaart moeten praten, missen we de juiste woorden. Ik ben ervan overtuigd dat we een oud vocabulaire moeten terugvinden, en moeten spreken over dingen als de menselijke ziel. Niemand praat nog over spiritualiteit in het openbaar – dat doe je maar thuis, als niemand meeluistert – maar dat is een grote fout. Deze crisis die we nu meemaken toont ons dat de mens zich door veel meer laat leiden dan hyperrationele argumenten over economische groei. De mens streeft naar waardigheid, de menselijke ziel voedt zich niet met financiële plaatjes. De enige publieke figuren die daar nu over durven te praten zijn de paus en de dalai lama. Pas als politici durven te spreken over vragen als “wat maakt ons een mens?” zullen ze in staat zijn onze woede te temperen.”

Minder verheven zou ik zeggen, zet die zelfingenomenheid aan de kant, dat geldt dan voor de mensen aan beide kanten van die kloof. Breng het weer op om in die nieuwe situatie waar die oude vertrouwde en vanzelfsprekende gemeenschappen zijn verdwenen tot nieuwe te komen, waarin weer oprechte belangstelling voor elkaar is ook wanneer de meningen uiteen lopen. Want, ja, met het verdwijnen van die oude gemeenschappen kom je nu eenmaal steeds meer mede mensen tegen met een andere mening.

* “Rechts Nederland” is bij nader inzien niet de goede typering, “Niet elitair Nederland?

 

21st century skills II

Vandaag deed ik weer zo’n mooie ontdekking: Kinderboekenschrijftster Janny van der Molen. Van haar stond vandaag, 3 november 2017, een mooie, aanstekelijke column in de Leeuwarder Courant:  “Het belang van kennis voor elkaar ” Zie haar Tweet daarover. 20171103_123846-1En als dat niet lukt dan kunt u deze foto mogelijk vergroten. Zij ziet in een mogelijke samenwerking tussen een christelijke en een openbare basisschool in haar dorp De Knipe een mooie kans om, wat zij noemt, de zogenaamde eenentwintigste-eeuwse vaardigheden serieus en structureel onderdeel te maken van het onderwijs programma. Zelf citeerde ik  enige tijd terug de filosoof Joke J. Hermsen waar zij over de 21st century skills schreef in haar essay “Melancholie van de Onrust”. Als lid van de Raad van Toezicht van de Bibliotheek Zuidoost Fryslân zond ik laatst mijn medeleden een e-mail over  eigenlijk ook dit onderwerp en daar schreef ik onder andere: “Kinderen, maar ook mensen in het algemeen, hebben geen kennis nodig maar inzicht en empathie. Kinderen moeten doorkrijgen dat er buiten de eigen bubble waarin ze zijn geboren en opgegroeid ook nog leven is en daar belangstelling voor krijgen, voor wat die rare mensen in al die andere bubbles bezielt.”

Martha Nussbaum van o.a. “Niet voor de Winst” (zie hier een recentie) schreef in “De nieuwe religieuze intolerantie” ook over het belang van literaire teksten die de lezer zover krijgen dat hij over de wereld nadenkt vanuit het gezichtspunt van de andere.

In haar column schrijft Janny van der Molen: “In een maatschappij waar van veel kanten  nieuws en visies op hen (de kinderen, edv) af zullen komen, is kritisch kunnen denken bijvoorbeeld heel belangrijk is.”

Mediawijs heet dat tegenwoordig en daarvoor heeft de Bibliotheek Zuidoost Fryslân een mooi programma voor ontwikkeld, zie de Leerlijn Mediawijs .

Schermafdruk 2017-11-03 14.29.03

Haar pleidooi om filosofie en psychologie in de klaslokalen van de basisschool te halen spreekt mij ook zeer aan. Kinderen kunnen niet vroeg genoeg doordrongen worden van het besef dat zij wel degelijk vat hebben op hun eigen leven, persoonlijk leiderschap is niet alleen voor managers, dat samenwerken (waar is Sesamstraat?!) elkaar veel brengt,  kennis en begrip voor elkaar, empathie. Kortom, dank je wel Janny van der Molen, al ken ik je niet, nu dus wel een beetje.

 

Het Volk als dam tegen de “Populist”

Nieuw vooraf naar aanleiding van de discussie rond Anne Faber.

Na ieder drama, na ieder noodlottig incident komen altijd de vragen “Waarom?”, “Hoe kon dit gebeuren?” En wordt er op zoek gegaan naar een schuldige.  Er ontstaat een gevoel van onveiligheid en er komt kritiek op de rechtspraak. Aan de hieronder te bespreken veiligheidsparadox is weinig te veranderen.  Tegen de kritiek op de rechtspraak bestaat misschien wel een remedie.

Begin dit jaar schreef ik op deze plaats over de ideeën van David Van Reybrouck, cultuurhistoricus en schrijver, over de loting als nieuw middel om te bepalen wie volksvertegenwoordiger zal worden: “Verkiezingen zijn niet democratisch“.

20171006_094246

Hij spreekt, in zijn boek of pamfet “Tegen Verkiezingen”,  in dit verband van electoraal fundamentalisme.  Van Reybrouck trekt ook  een parallel met de juryrechtspraak in de VS, waarbij ook de juryleden door middels van loting worden aangewezen. De ingelotenen krijgen zo de kans en de opdracht hun “burgerplichten” te vervullen.

Behalve de volksvertegenwoordiging is ook de rechtspraak een belangrijk onderdeel van onze democratische rechtsstaat. En op die beide instituties heeft de mondige burger meer en meer kritiek. Voor de (straf)rechtspraak geldt dan nog het volgende. Hoe veiliger een land is, hoe ernstiger mensen de inbreuk op hun veiligheid ervaren (de veiligheidsparadox). In ons veilige landje waar de misdaadcijfers blijven dalen en de gevangenissen leeg staan, komt de inbreuk op de veiligheid, bijvoorbeeld door een ernstig misdrijf, daarom steeds harder aan. En steeds moeilijker lijkt het te worden om zo’n inbreuk als “shit happens” te aanvaarden. Henri Beunders auteur van een artikelenreeks over “Emotionalisering van het strafrecht” verklaart in zijn slotartikel in deze reeks,28 september jl. verschenen in “De Groene Amsterdammer” daarover het volgende:

“We willen maximale vrijheid en maximale veiligheid tegelijk. De emancipatie van de burger – met niet ‘inspraak’ maar ‘individuele autonomie’ als nieuwe god en uiterlijk succes als enige maatstaf voor een geslaagd leven – kan de almaar toenemende emotionalisering verklaren als het onverhoopt toch misgaat in het leven. En ook de groeiende roep om vergelding. Misdaad en misdadiger moeten hard, ja ‘keihard’ worden aangepakt, zo vertaalde ‘de politiek’ op basis van zowel voortschrijdend inzicht als ook angst voor ‘de boze burger’ deze toenemende uitbarstingen van ‘maatschappelijke onrust’ over dit of dat incident of misdrijf.

Zo kroop de strafmaat langzaam maar zeker omhoog, en zitten nu meer delinquenten een levenslange straf uit dan in de hele vorige eeuw bij elkaar.

Zo ging het van resocialisatie naar principiële vergelding. Is mijn kind doodgereden? Dan moet de veroorzaker levenslang, ‘want dat hebben wij ook’. Het bijbelse adagium ‘oog om oog, tand om tand’ was meer verbod dan gebod, want bedoeld om te voorkomen dat er méér leed werd toegebracht dan er was geleden. Het wordt nu gehanteerd om escalerende strafeisen te rechtvaardigen.”

Eerder in dit stuk constateert hij: “Bij slachtoffers is het gevoel voor het tragische element in het leven verdwenen, en dus ook het idee dat je je moet verzoenen met het lot.” download

En weer noem ik het begrip: “empathie”. Het lijkt zoveel makkelijker, zoveel geruststellender  om de wereld simpelweg te verdelen in goed en kwaad. Was het maar zo simpel dan had die Amerikaan die gisteren weer op nieuws verklaarde: “The only way to stop a bad guy with a gun is a good guy with a gun.” naar aanleiding van het schietincident in Las Vegas, gelijk. Maar ik vrees dat Willy Alberti meer gelijk heeft als hij de smartlap “De Dievenwagen”  zingt: “Lach nooit als je die wagen ziet staan, je kunt hem gerust wel betreuren. Denk maar alleen: wat hij heeft gedaan kan morgen mij ook gebeuren.” Iedereen kan door een speling van het lot opeens in dat verkeerde kamp van “het Kwaad” terecht komen.

Maar zo wordt niet meer gedacht. Je verplaatsten in die stumper in de Dievenwagen is er niet meer bij.

De populistische reflex is nu: Zwaardere straffen, spreekrecht voor het slachtoffer en daardoor nog zwaardere straffen. Rechters zijn immers niet immuun voor de emoties van het slachtoffer. En uit angst voor die spreekwoordelijke “boze burger” gaat de politiek hierin mee.

Beunders denkt deze, wat hij noemt “vervolksing van het strafrecht” , te kunnen tegengaan door het inzetten van, juist, “het volk”. Lekenrechters naast de beroepsrechters. Nederland is een van de weinige landen in het Westen die deze vorm van burgerparticipatie niet kent. In Duitsland nemen om toerbeurt 36.000 lekenrechters deel aan de rechtspraak. Een groot aantal reeds afgezwaaide lekenrechters kan inmiddels als “ambassadeur van rechtspraktijk” in eigen kring, met ervaring van binnenuit, uitleg geven over hoe recht gesproken wordt. Dat verhoogt kennis van en draagvlak en begrip voor de strafrechtspraak. Hoe anders zou het Wilders-proces gewaardeerd zijn als daar rechters, gekozen uit het volk, aan deel hadden genomen?  En uit ieder onderzoek blijkt keer op keer dat de goed geïnformeerde burger, die alle details uit het strafdossier kent, niet anders oordeelt, en dus ook niet zwaarder straft dan de beroepsrechter. De lekenrechter, zullen we er om loten?