De Grondwet

Een paar weken voor Kerst liep ik langs “ProDemos”, een instituut, ook wel “Het Huis voor de democratie en rechtstaat “genoemd, gevestigd in een pand gelegen op een steenworp afstand van ons Binnenhof (zie https://prodemos.nl/ ). ProDemos stelt zich ten doel de spelregels van de democratie en de rechtsstaat uit te leggen aan bijvoorbeeld (aanstaande) volksvertegenwoordigers, scholieren, docenten en studenten en laat je zien wat je zelf kunt doen om invloed uit te oefenen – in de gemeente, het waterschap, de provincie, het land en Europa.

20190102_150111

Ik mag daar graag even binnen lopen. Er is een boekwinkel aan verbonden met natuurlijk in hoofdzaak boeken over politiek, democratie staatsinrichting en staatslieden. Ik voel me daar, vlak bij de Eerste en Tweede Kamer, het Torentje van de minister-president, Nieuwspoort, altijd nauw verbonden met ons mooie goed geregelde landje waarin zoveel moeite wordt gedaan om iedereen “recht te doen”. Daarbinnen, in de boekenafdeling van ProDemos viel mijn oog op een mooi uitgegeven tekst van onze Grondwet. Ieder jaar koop ik voor de medewerkers van ons advocatenkantoor een klein, vaak wat stichtelijk boekje. En u raadt het al, ik liep met acht schitterend ingepakte Grondwetten, die winkel uit.

In zijn Kersttoespraak haalde de Koning, Eleanor Roosevelt aan, de drijvende kracht achter die Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, een verklaring aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 10 december 1948, 3 jaar na einde van de Tweede Wereldoorlog, nu 70 jaar geleden.

Eleanor Roosevelt zei: “Waar beginnen mensenrechten? Op plekken dicht bij huis, zó dichtbij en zó klein dat ze op geen enkele kaart zichtbaar zijn.”

Ook na 70 jaar is dat niet anders. In het nieuws zien we gewone, nee, moedige mensen de straat opgaan, vaak met gevaar voor eigen leven om hun grondrechten gerespecteerd te krijgen.

Nederland is “een van die beste plekken ter wereld”, om met de Koning te spreken, waar iedereen, zonder groot risico te lopen en beschermd door de Grondwet, voor zijn rechten op mag komen.

De Koning prees de “Actieve burgers die het ondanks alle verschillen samen willen bolwerken. Dát is de rode draad die door onze geschiedenis loopt, tot op de dag van vandaag. Dat is wat ons sterk maakt.”

“De Nederlandse norm, aldus onze Koning, is dat we oog hebben voor elkaar en het gedeelde belang. Dat we samenwerken en geven en nemen. Deze norm mogen we nooit laten vervagen!”

Laat dat ook onze opdracht zijn voor 2019.

Vertrouwen

Tijdens de avond van de verkiezing van de Ondernemer(s) van het Jaar Weststellingwerf, georganiseerd door de Commerciële Club Weststellingwerf ,trad weer een zeer inspirerende en enthousiasmerende spreker op: Allard Droste. Ik kan een heleboel over hem vertellen, maar bekijk deze video en u leest mijn blog, vrees ik, eerst niet verder.
Bent u daar weer of nog? Allard Droste pleit voor meer vertrouwen, in zijn voorbeelden, meer vertrouwen op (de mensen op ) de werkvloer. Hij heeft dat in zijn onderneming, mag ik zeggen, op extreme wijze doorgevoerd, al zal hij dat “extreme” willen relativeren. Hij heeft het over het rare fenomeen, dat op alle gebied capabele en deskundige mensen op het moment dat ze als werknemers de fabrieks- of bedrijfspoort binnenkomen, zij bij toverslag handelingsonbekwaam worden bevonden en controle, instructie, correctie en toezicht behoeven. Als een al wat oudere jurist doet me dat denken aan die handelingsbekwame volwassen vrouw die voor 1956, door huwelijk handelingsonbekwaam werd. Vanaf dat moment was haar echtgenoot de baas, ook bezopen. De werknemers krijgen, ook anno 2018, bij binnenkomst “op de zaak” (de bewaarschool voor werknemers m/v) een “baas” boven zich. Alsof zij dan opeens, ondanks al hun vaardigheden en kwaliteiten, gewantrouwd moeten worden. Voor Droste’s aanstekelijk optimisme en blind vertrouwen in zijn medewerkers en in de mensheid moet u echt de video bekijken, maar hier ga ik door op dat thema vertrouwen. Dat Nederland en eigenlijk het gehele “Westen” in een vertrouwenscrisis verkeert, werd beeldend verwoord door de oud politicus, thans een nog wijzer mens, Jan Terlouw, toen hij het over het “touwtje uit de brievenbus” had in “De Wereld Draait Door”. En meer journalistieke beschouwing over het algehele verlies aan vertrouwen trof ik aan in een artikel in de Groene Amsterdammer van Marcel ten Hooven . In een eerder blog van mij schreef ik daarover:  “In alle sectoren van de markt en zelfs bij publieke instellingen werd efficiëntie met de daarbij behorende protocollen en controle door managers hoger aangeslagen dan vakdeskundigheid. Journalist Marcel ten Hooven verzuchtte in zijn artikel, onlangs: Was “wie het weet mag het zeggen” nog het parool van de oudere werkcultuur, nu gold “Wie het meet mag het zeggen”. Van de zorg tot de rechtspraak is de zeggenschap verschoven van de vakbekwame professional naar degenen met verstand van procesmanagement en kostenbeheersing, van controlemethodes, prestatiemetingen en functioneringsgesprekken.” Het werk van deze “afvinkers” van checklists, de “bullshitjobs”, zijn “de nieuwe kleren van de keizer” geworden.” De meest recente signalering van het verdwijnen van het vertrouwen is afkomstig van de scheidend vicevoorzitter van de Raad van State Herman Tjeenk Willink. In een interview met hem gepubliceerd in het Financieel Dagblad 10 december 2018. In meer bredere zin is zijn zorg “dat we de publieke zaak structureel aan het uithollen zijn.” Gezien zijn functie als adviseur van de regering heeft hij het dan  in hoofdzaak over het gedrag en beleid van de publieke sector.
Tjeenk
Foto Wiebe Kiestra voor het FD
  De interviewers Rob de Lange en Ulko Jonker stelde vast dat Tjeenk Willink meerder malen zijn bezorgdheid uitsprak over de steeds dikke tussenlaag van controle en toezicht tussen de ministers en de professionals op de werkvloer. Zijn bijna retorische vragen en opmerkingen als: “Hoe is het mogelijk dat professionals de overheid voornamelijk op hun weg vinden in plaats van door haar te worden gefaciliteerd? ” en kort daarna zijn opmerking “Professionals zijn soms tot 40% van hun tijd kwijt aan administratieve verplichtingen wijzen duidelijk één kant op: “De oorzaak van het dichtslibbende systeem is dat ‘het mechanisme drijft op het uitsluiten van risico’s met wantrouwen als resultaat.” Toch ziet hij bemoedigende initiatieven:  “Ik zie zeer competente professionals op de werkvloer die houden van hun vak en zich daarom verzetten tegen de regels en controles. Ik zie rechters die in vaak zeer ingewikkelde kwesties zoeken naar wat rechtvaardig en redelijk is en daarom weigeren om hun uitspraken ‘producten’ bestemd voor ‘klanten’ te noemen. Zonder onafhankelijke rechters geen democratie. In een bijna gelijktijdig interview gepubliceerd in NRC op 12 december 2018 is zijn uitspraak te lezen: “Gele hesjes ontstaan als we langdurig de democratische rechtsorde aan onze laars lappen.” Gele hesjes Het interview in het FD eindigt, na ook een verwijzing naar de gele hesjes, met een oproep aan al diegene die niet een “baas” à la Allard Droste hebben: “Waarom komen de professionals niet meer in actie? ‘De positie van individuele uitvoerders is zwak, ook juridisch. De gevraagde formulieren domweg invullen is dan makkelijker dan in actie komen. Maar ze hebben een ijzersterke casus. Als zij niet goed functioneren heeft de overheid een probleem. Het kan nog zo goed gaan met Nederland, maar als het op individueel niveau niet zo wordt ervaren wordt het maatschappijbreed buitengewoon onrechtvaardig gevonden.”

Vertrouwen

Tijdens de avond van de verkiezing van de Ondernemer(s) van het Jaar Weststellingwerf, georganiseerd door de Commerciële Club Weststellingwerf ,trad weer een zeer inspirerende en enthousiasmerende spreker op: Allard Droste. Ik kan een heleboel over hem vertellen, maar bekijk deze video en u leest mijn blog, vrees ik, eerst niet verder.
Bent u daar weer of nog? Allard Droste pleit voor meer vertrouwen, in zijn voorbeelden, meer vertrouwen op (de mensen op ) de werkvloer. Hij heeft dat in zijn onderneming, mag ik zeggen, op extreme wijze doorgevoerd, al zal hij dat “extreme” willen relativeren. Hij heeft het over het rare fenomeen, dat op alle gebied capabele en deskundige mensen op het moment dat ze als werknemers de fabrieks- of bedrijfspoort binnenkomen, zij bij toverslag handelingsonbekwaam worden bevonden en controle, instructie, correctie en toezicht behoeven. Als een al wat oudere jurist doet me dat denken aan die handelingsbekwame volwassen vrouw die voor 1956, door huwelijk handelingsonbekwaam werd. Vanaf dat moment was haar echtgenoot de baas.  De werknemers krijgen, ook anno 2018, bij binnenkomst “op de zaak” (de bewaarschool voor werknemers m/v) een “baas” boven zich. Alsof zij dan opeens, ondanks al hun vaardigheden en kwaliteiten, gewantrouwd moeten worden. Voor Droste’s aanstekelijk optimisme en blind vertrouwen in zijn medewerkers en in de mensheid moet u echt de video bekijken, maar hier ga ik door op dat thema vertrouwen. Dat Nederland en eigenlijk het gehele “Westen” in een vertrouwenscrisis verkeert, werd beeldend verwoord door de oud politicus, thans een nog wijzer mens, Jan Terlouw, toen hij het over het “touwtje uit de brievenbus” had in “De Wereld Draait Door”. En meer journalistieke beschouwing over het algehele verlies aan vertrouwen trof ik aan in een artikel in de Groene Amsterdammer van Marcel ten Hooven . In een eerder blog van mij schreef ik daarover:  “In alle sectoren van de markt en zelfs bij publieke instellingen werd efficiëntie met de daarbij behorende protocollen en controle door managers hoger aangeslagen dan vakdeskundigheid. Journalist Marcel ten Hooven verzuchtte in zijn artikel, onlangs: Was “wie het weet mag het zeggen” nog het parool van de oudere werkcultuur, nu gold “Wie het meet mag het zeggen”. Van de zorg tot de rechtspraak is de zeggenschap verschoven van de vakbekwame professional naar degenen met verstand van procesmanagement en kostenbeheersing, van controlemethodes, prestatiemetingen en functioneringsgesprekken.” Het werk van deze “afvinkers” van checklists, de “bullshitjobs”, zijn “de nieuwe kleren van de keizer” geworden.” De meest recente signalering van het verdwijnen van het vertrouwen is afkomstig van de scheidend vicevoorzitter van de Raad van State Herman Tjeenk Willink. In een interview met hem gepubliceerd in het Financieel Dagblad 10 december 2018. In meer bredere zin is zijn zorg “dat we de publieke zaak structureel aan het uithollen zijn.” Gezien zijn functie als adviseur van de regering heeft hij het dan  in hoofdzaak over het gedrag en beleid van de publieke sector.
Tjeenk
Foto Wiebe Kiestra voor het FD
  De interviewers Rob de Lange en Ulko Jonker stelde vast dat Tjeenk Willink meerder malen zijn bezorgdheid uitsprak over de steeds dikke tussenlaag van controle en toezicht tussen de ministers en de professionals op de werkvloer. Zijn bijna retorische vragen en opmerkingen als: “Hoe is het mogelijk dat professionals de overheid voornamelijk op hun weg vinden in plaats van door haar te worden gefaciliteerd? ” en kort daarna zijn opmerking “Professionals zijn soms tot 40% van hun tijd kwijt aan administratieve verplichtingen wijzen duidelijk één kant op: “De oorzaak van het dichtslibbende systeem is dat ‘het mechanisme drijft op het uitsluiten van risico’s met wantrouwen als resultaat.” Toch ziet hij bemoedigende initiatieven:  “Ik zie zeer competente professionals op de werkvloer die houden van hun vak en zich daarom verzetten tegen de regels en controles. Ik zie rechters die in vaak zeer ingewikkelde kwesties zoeken naar wat rechtvaardig en redelijk is en daarom weigeren om hun uitspraken ‘producten’ bestemd voor ‘klanten’ te noemen. Zonder onafhankelijke rechters geen democratie. In een bijna gelijktijdig interview gepubliceerd in NRC op 12 december 2018 is zijn uitspraak te lezen: “Gele hesjes ontstaan als we langdurig de democratische rechtsorde aan onze laars lappen.” Gele hesjes Het interview in het FD eindigt, na ook een verwijzing naar de gele hesjes, met een oproep aan al diegene die niet een “baas” à la Allard Droste hebben: “Waarom komen de professionals niet meer in actie? ‘De positie van individuele uitvoerders is zwak, ook juridisch. De gevraagde formulieren domweg invullen is dan makkelijker dan in actie komen. Maar ze hebben een ijzersterke casus. Als zij niet goed functioneren heeft de overheid een probleem. Het kan nog zo goed gaan met Nederland, maar als het op individueel niveau niet zo wordt ervaren wordt het maatschappijbreed buitengewoon onrechtvaardig gevonden.”

Samenleven en de lessen van Wim Kok

Vorig jaar won Bart Somer, sinds 2001 burgemeester van Mechelen, de World Mayor Prize, voor de beste burgemeester van de wereld. Ik wist niet dat die prijs bestond, maar de ideeën van Bart Somer over diversiteit spreken mij aan.

Omgaan met diversiteit volgens Somer

Over diversiteit binnen zijn stad zegt Somer: „Linkse politici herleiden mensen tot slachtoffers. Rechtse herleiden ze tot problemen, profiteurs van de sociale zekerheid en veroorzakers van overlast en criminaliteit. Beide groepen spreken over dé Marokkaan, dé Antilliaan, dé moslim. Die segregatie moet je doorbreken. Wij zien mensen expliciet niet als onderdeel van een gemeenschap. We organiseren geen gesprekken met gemeenschappen of gemeenschapsleiders. Er is in Mechelen maar één gemeenschap, en dat is de stad.“ Hij bedoelde daar de gemeenschap, niet als hokje of bubbel, maar als politieke samenleving waarin de mensen op elkaar zijn aangewezen en het met elkaar moeten doen. (Zie NRC )

Een stad of een samenleving valt inderdaad als los zand uiteen wanneer groepen zich afsplits van die samenleving. Die afgesplitste groepen beroepen zich vaak op een eigen, unieke en door “de anderen” onvoldoende erkende identiteit. Die miskenning van de eigen identiteit leidt dan weer tot gekwetstheid en slachtofferschap.

De video column van Tinneke Beeckman

Tinneke Beeckman, Vlaams filosoof over dat slachtofferschap: “Het volstaat om je een slachtoffer van discriminatie te noemen om je gelijk te krijgen.” Zij beschrijft in een korte video column

 

Aan de ander kant staan groepen, vaak gevormd door de oude oorspronkelijke bewoners van een stad en regio, die weer niets kunnen met die “gekwetstheid”. Bij hen ontstaat de angst dat zij te veel van hun oude eigenheid en tradities moeten prijsgeven. Ik hoef maar “zwarte piet”, “verstopeieren” of recenter “winterfeest” te noemen en u weet wat ik bedoel. En dan helpt het niet dat politici en de media goed garen spinnen bij deze tegenstellingen, het levert stemmen en kijkers op.

Nee, dan kunnen we beter naar de beste burgemeester van de wereld luisteren die meent dat verschillen er mogen wezen. Maar hij zegt ook: “We moeten de wet en de principes waarop onze samenleving gebaseerd is respecteren om onze vrijheid te bewaken, dat spreekt voor zich. Maar zolang verschillen onze fundamentele principes niet schenden, what the fuck is dan het probleem? We moeten ophouden te denken dat we altijd iets kwijtraken als we iets geven.” Inschikken en toegeven, over en weer, is de essentie van een goede democratische samenleving.

De lessen van Wim Kok

En dan met een variatie op  uitspraken van Wim Kok,  inschikken niet om het inschikken maar om tot elkaar te komen.

Op de vraag van Ivo Niehe in de TV Show aan de vooravond van de verkiezingen van 1998:  “U bent iemand die voor het compromis het vuur het sloffen loopt? “ antwoordt Kok, zie “de video “Een eerbetoon aan de oud-staatsman Wim Kok” (na 6 min. 6 sec ) Hier een soort transcriptie:

csm_Wim-Kok-zw_0dc20ce284
van de site van AVROTROS

“Ja maar niet vanwege het compromis, daar hou ik absoluut niet van. Ik vind het niet prettig, dat zou ik ook absoluut niet kunnen om met voorbij gaan aan eigen inzichten dus altijd maar te zoeken naar, waar is weer die brug naar de andere opvatting en dat tellen we op en dat delen we door twee en dat is het dan. Maar ik ben er altijd wel op uit om, als er meningen zijn, toch achter die meningen te kijken en waar is het op gebaseerd, wat is de redenering, is het nu echt een tegenstelling, nee misschien als je een beetje doorpraat, – dat heb je toch thuis, gewoon in je gezin en met je kinderen en zo heb je dat toch ook, of met anderen, met vrinden- , je zegt dat nou wel maar laten we daar nu eens over doorpraten. En dat is dan nog niet eens zo zeer een comprimis maar “eens’ van een `common ground’ waarop we verder gaat”

Die bijna heilige opdracht om de verbinding te zoeken verdween uit de politiek met de komst van Frits Bolkestein. Zijn reactie op de vraag aan hem, na het overlijden van Wim Kok: Wat heeft u van Wim Kok geleerd, was dan ook typerend voor het nieuwe politieke klimaat:  “Niks. Wat had ik van hem moeten leren? Hij was leider van de PvdA, ik van de VVD.

 

De achterbank en de vechtscheiding

Op de terugweg van vakantie, in de file was het voor allebei wel duidelijk, al wist “de achterbank” nog van niets.

Dit jaar valt “de dag van de scheiding” op 14 september. Na iedere zomervakantie hebben de echtscheidingsadvocaten het weer extra druk.

Een scheiding hoeft niet slecht te zijn voor de kinderen, ieder mens en dus ook kinderen moeten in het leven tegenslagen verwerken dat hoort bij het leven. Als zo’n scheiding maar niet escaleert. De vechtscheiding is politiek “hot”, zie de plannen van het Platform Scheiden zonder schade onder leiding van oud-minister Rouvoet (ChristenUnie).

20180730_083156

Heel cynisch schreef de family mediator Steven de Winter over die politieke belangstelling, onlangs in NRC: “Politici delen graag hun ‘grote zorg’ met ons over ‘de schade’ die kinderen oplopen als gevolg van het ‘sterk toegenomen aantal vechtscheidingen’. Maar als een in kogelvrije vesten gehulde politiemacht een stacaravan van een gezin zonder verblijfsstatus omsingelt, de minderjarige kinderen afvoert om ze in een detentiecentrum op te sluiten en aldus kinderrechten op grove wijze bruuskeert, zwijgen dezelfde politici.”

Terug naar de scheiding; zo’n 70.000 thuiswonende kinderen zijn betrokken bij een vorm van scheiding, na huwelijk of na andere samenlevingsvormen. Volgens de site https://www.villapinedo.nl/ , de site voor kinderen van gescheiden ouders, ervaart 1/3 van de kinderen de scheiding van hun ouders als “vechtscheiding”. Ik raad alle ouders “in scheiding” en eigenlijk ook hun omgeving aan een bezoek te brengen aan die site.

(download bijvoorbeeld ook de Open brief aan alle ouders van Nederland en bekijk de animatievideo: “Niet jouw taak”)  Schermafdruk 2018-08-02 12.16.05

Want mocht in die file, op de terugweg van vakantie, toch tot scheiding besloten zijn, dan gun ik “de achterbank”, de kinderen dus, dat hun ouders thuis de site van Villa Pinedo aandachtig gaan bestuderen en daarvan meenemen:

Blijf respectvol over de andere ouder praten, laat ook de kinderen alle de ruimte om positief over de andere ouder te spreken, laat ze geen kant kiezen, maak geen ruzie in het bijzijn van de kinderen, laat de kinderen zich niet verantwoordelijk voelen voor de ontstane situatie, hou je als ouders allebei aan de gemaakte afspraken en plannen. En als dan ook de omgeving: opa’s en oma’s, andere familie, vrienden (sport)vereniging, in diezelfde geest met de kinderen omgaan, dan kunnen die kinderen de volgende vakantie met een gerust hart kiezen met welke ouder ze dat jaar meegaan. Wat zou het mooi zijn als de andere ouder “die achterbank” dan uitzwaait.

 

“Twitter maakt het debat soms bitter”

 

 

Koning Willem-Alexander treedt in de voetsporen van zijn moeder.

20171230_123941Toen Koningin Beatrix zich in haar Kersttoespraak van 2009 kritisch uitliet over de sociale media, was ik licht verontwaardigd. Via mijn kinderen had ik net juist de zegeningen van die mooie vorm van contact en communicatie leren kennen. De veroordeling van de twitter-cultuur zag ik toen nog als een achterhoedegevecht van de, met alle respect, oudere generatie. Maar als ik nu, na de kersttoespraak van haar zoon, Koning Willem-Alexander, haar toespraak uit 2009 nog weer terughaal, lees ik:

“Domweg, grofweg emoties uiten is makkelijk geworden. Op spreken zonder respect wordt niemand meer afgerekend. Niet het vreemd zijn maakt de ander agressief maar agressiviteit maakt de ander tot vreemde.”

Nu moet ik toegeven dat de sociale media inderdaad een keerzijde kennen, de uitsluiting en zelfs verkettering van “de ander” lijkt meer regel dan uitzondering te zijn op Twitter en Facebook.

Nu signaleert de Koning dan ook:

“Nuance en inlevingsvermogen lijken bij voorbaat het onderspit te delven en Twitter maakt het debat soms bitter. Steeds meer mensen houden hun digitale deur het liefst dicht en nemen alleen nog kennis van ideeën die hun groepsgevoel en mening bevestigen.”

Een Koninklijke omschrijving van die spreekwoordelijke “bubbel”.

De Koning haalt “een van de grootste kunstenaars van ons land”, de choreograaf Hans van Manen aan die zei: “voor de mensheid is nieuwsgierigheid buitengewoon belangrijk”.

Juist in dit tijdperk van de sociale media, waarin veel “verzonden” wordt over, letterlijk en figuurlijk, grote afstanden, blijven de woorden van Koning Beatrix uit 2009 zeer behartenswaardig:

“Steeds minder roept de medemens bij ons solidariteit en compassie op. Om te kunnen mee-leven is tastbare nabijheid nodig. Echt contact ontstaat in daden en woorden. Taal is onmisbaar bij het opbouwen van vertrouwen. Maar wie het gesprek niet aangaat, sluit zichzelf uit.”

en zij eindigde toen met:

“Onze wereld heeft mensen nodig met passie en betrokkenheid, die een plaats geven aan wie zijn buitengesloten, die klaar staan voo hun medemensen en die blijven geloven in het goede.”

En dat geldt ook voor in de virtuele wereld, alleen empathie, werkelijke belangstelling voor elkaar kan ook Twitter minder bitter maken.

Ik wens jullie allen veel belangstelling voor elkaar toe, met een praatje hier en diepgaander gesprek daar.

 

20171230_191126-1-1
Een Kerst-/Oud en Nieuw Kaart met deze tekst ontving ik net vandaag.

Ik kan het niet laten, hier te verwijzen naar mijn laatste blog, waar ik onder het kopje: Stap uit je bubbel,  over de lessen “On Tyranny van Timothy Snyder, beschrijf:

Geloof in de waarheid. Een mooie in dit Twitter- en Sociale Media-tijdperk: Maak oogcontact en praat met elkaar, hij spreekt van “small talk” . Het NRC artikel beschrijft Snyder’s commentaar bij deze les als volgt: “Dat is niet alleen maar beleefd. Zo houdt u voeling met uw omgeving, doorbreekt u onnodige sociale barrières en gaat u inzien wie u wel en niet mag vertrouwen. Als we belanden in een verklikkerscultuur, moet u zorgen dat u het psychologische landschap van uw dagelijkse leven kent.” Blijf geïnteresseerd en belangstellend ook in de gedachten van mensen met een andere mening. Stap uit je bubbel ( zie mijn één na laatste blog) . Blijf actief betrokken, spreek je uit, kom zelfs in verzet. “Stand out” is les 8 van Snyder, NRC beschrijft Snyders toelichting als volgt: “Iemand moet dat doen. Het is gemakkelijk, in woord en daad, om met de stroom mee te gaan. Het is misschien een vreemd gevoel om iets anders te doen of zeggen. Maar zonder dat onbehagen is er geen vrijheid. En zodra u het voorbeeld geeft, is de ban van de status quo gebroken en zullen er anderen volgen.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rozen verwelken en schepen vergaan.

Volledig citaat van Coos Neetebeem  (pseudoniem van Drs. P, werkelijke naam: Heinz Hermann Polze, in 2015 overleden ):

266px-Heinz-polzer-alias-drs-p-1314016056

Rozen verwelken en schepen vergaan. Dus lig niet te melken maar doe er wat aan.”

In mijn artikel “De Tragedie van de Meenthe” voort het eerst gepubliceerd in ’t Journaaltje (destijds? het personeelsblad gemeente Weststellingwerf) schreef ik:

“Mark Rutte haalde in 2009 De Torcqueville aan die beschreef wat in Amerika gebeurde als daar een boom over de weg valt. Dan komen de mensen uit de huizen te voorschijn hakken hem in stukken en ruimen hem op.

democracy-in-america-book-cover

De Fransen daarentegen, aldus nog steeds De Torqueville, lopen in zo’n geval, massaal nar de burgemeester en eisen dat die boom wordt weggehaald. Rutte concludeert daaruit wij ons geluk te veel in handen van de staat leggen, terwijl, zo eindigt die dan: Wij liberalen weten dat daar het geluk niet ligt.”

Onze pursuit of Happiness

Misschien ligt het er wel  maar soms moet je niet wachten tot je dat geluk van de overheid ook krijgt.  Het was een van Rutte’s eerste stappen van de verzorgingsstaat richting participatiemaatschappij.

Maar die eigen verantwoordelijkheid geldt niet alleen voor onze pursuit of Happiness. Zie de trits uit de Amerikaanse Declaration of Independence :”Life, Liberty and the pursuit of Happiness“, maar ook voor de samenleving waarin wij willen leven.

De “internationale knipselkrant”  360 koos “Over Tirannie” van Timothy Snyder tot één van de 5 beste non-fictie boeken van 2017. Ook over Snyder schreef ik in een eerder blog:

“Wie in de waarheid gelooft moet terugvechten” stelt de Amerikaanse historicus Timothy Snyder (Zie De Groene Amsterdammer 8 februari 2017). Laat onwaarheid niet onweersproken. Blijf nadenken, wees steeds kritisch en doe ook niet aan doorgeschoten zelfcensuur.

Net als in Plato’s tijd zijn er ook nu weer demagogen

En dat geldt voor gehele samenleving, die behoeft actieve verdediging. Niet voor niets begon Snyder zijn boek of eerder pamflet met:

data8740674-9fc740

“De geschiedenis herhaalt zich niet, maar bevat wel lessen. De Founding Fathers trokken bij het opstellen van de Amerikaanse Grondwet lering uit de geschiedenis die ze kenden. Ze keken hoe oude democratieën waren vervallen tot een oligarchie of wereldrijk om te voorkomen dat de democratische republiek die hun voor ogen stond zou instorten. Ze kenden Aristoteles’ waarschuwing dat ongelijkheid instabiliteit baart, en Plato’s opvatting dat demagogen de vrijheid van meningsuiting gebruiken om zichzelf als tiran op het schild te hijsen.” Deze vrije vertaling van het voorwoord nam ik over van  Jelmer Mommers van “de Correspondent“.

Net als in Plato’s tijd zijn er ook nu weer demagogen die de vrijheid van meningsuiting gebruiken om zichzelf als tiran op het schild te hijsen.  De lessen die Snyder trekt uit de geschiedenis van de 20ste eeuw, lessen die hij de lezer ook wil meegeven, zijn mooi beschreven in dit artikel van NRC .

Stap uit je bubbel

De voor mij meest aansprekende lessen zijn: Gehoorzaam niet bij voorbaat (Les 1).  Blijf kritisch en zelf verantwoordelijk. 10. Geloof in de waarheid. Een mooie in dit Twitter- en Sociale Media-tijdperk: Maak oogcontact en praat met elkaar, hij spreekt van “small talk” . Het NRC artikel beschrijft Snyder’s commentaar bij deze les als volgt: “Dat is niet alleen maar beleefd. Zo houdt u voeling met uw omgeving, doorbreekt u onnodige sociale barrières en gaat u inzien wie u wel en niet mag vertrouwen. Als we belanden in een verklikkerscultuur, moet u zorgen dat u het psychologische landschap van uw dagelijkse leven kent.” Blijf geïnteresseerd en belangstellend ook in de gedachten van mensen met een andere mening. Stap uit je bubbel ( zie mijn één na laatste blog) . Blijf actief betrokken, spreek je uit, kom zelfs in verzet. “Stand out” is les 8 van Snyder, NRC beschrijft Snyders toelichting als volgt: “Iemand moet dat doen. Het is gemakkelijk, in woord en daad, om met de stroom mee te gaan. Het is misschien een vreemd gevoel om iets anders te doen of zeggen. Maar zonder dat onbehagen is er geen vrijheid. En zodra u het voorbeeld geeft, is de ban van de status quo gebroken en zullen er anderen volgen.”

De infantilisering van de burger

Die noodzaak van betrokkenheid en je verantwoordelijkheid nemen vind je ook terug in het boek van de Britse journalist Matthew d’Ancona :download (1)

“Post Truth, the new war on truth and how to fight back. Ook hier dus die noodzaak tot verzet. Uit een interview in 360 van d’Ancona haal ik het volgende passage:

“Alle grote retoriek uit het verleden betekende een uitdaging voor de burger. Of je nu naar Lincoln en Martin Luther King kijkt of naar John F. Kennedy en zelfs homoactivist Harvey Milk, al die grote verdedigers van de burgerrechten hadden met elkaar gemeen dat ze betrokkenheid eisten van degenen tot wie ze zich richtten. Denk aan die bekende uitspraak van JFK: “Ask not what your country can do for you – ask what you can do for your country,”

D’Ancona  komt ook met een strenge vermaning:

We hebben door de ICT technieken alle mogelijke middelen om informatie te vergaren en om beweringen te verifiëren, maar we gebruiken die “tools” alleen om te zien wat er vanavond op TV is en wat er op de sociale media gebeurt. “Het gevaarlijkste van deze hele geschiedenis is in mijn ogen de infantilisering van de burger. Wil de burger
zich al dan niet als volwassene gedragen? Op die vraag bestaat geen eenvoudig
antwoord.” om te eindigen met: “Dus hoe aantrekkelijk het ook mag lijken om te zeggen: Ze kunnen de pot op, ze mogen geloven wat ze willen maar wij hebben tenminste onze eigen versie van de waarheid”, die vlieger gaat gewoon niet op.”

Kom in verzet neem je verantwoordelijkheid

Eerder zij hij net als vele anderen over identiteit en de waarheid:                                      “Maar tegenwoordig kan iedereen zijn standpunt bijna voor niets over het voetlicht brengen. Dat is een goede zaak als je in de vrijheid van de mens gelooft, maar het betekent ook dat mensen niet alleen sterker geneigd zijn zich een op maat gemaakte
identiteit aan te meten, maar ook recht menen hebben op een op maat gemaakte waarheid. Dat is begrijpelijk, maar tegelijkertijd is het een sociale onmogelijkheid omdat de waarheid een verbindende kracht bezit. Het is uiteindelijk de erkenning van onveranderbare feiten die een samenleving mogelijk maakt.”

20171217_154231

Dus denk niet “ze kunnen de pot op” of “ze doen maar” waarbij met “ze” vaak een of andere overheid of autoriteit bedoeld wordt, maar “doe er wat aan”, kom in verzet neem je verantwoordelijkheid. Uiteindelijk kan alleen het volk, de burger, de democratie, of breder, een rechtvaardige samenleving in stand houden en verdedigen. Graag had ik de infantilisering van de burger er nog bijgehaald. Een andere keer.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daniel Lohues in de rol van Jean-Jacques Rousseau.

Rechts* Nederland was vandaag (25 november 2017) heel blij met de column van Daniel Lohues in Het Dagblad van het Noorden met de titel “de rest“. Over het verschil tussen de Randstad en “de rest van Nederland”. Die rest van Nederland laat zich in de ogen van Lohues te veel leiden door het Verlichtingsideaal van Voltaire. Had Voltaire hier en nu geleefd dan zou hij zich zeker thuis gevoeld hebben in wat wel de “Grachtengordel-elite” wordt genoemd. Rousseau daarentegen is meer een buitenstaander, afkomstig uit de provincie. Ik kom tot deze vergelijking na het lezen van een stuk van de journalistPankaj_Mishra_-_Dankesrede en essayist Pankaj Mishra. Dat stuk, een interview eigenlijk, getiteld: “De jihad begrijpen? Kijk naar het Duitsland van de 19de eeuw” verschenen in 360, klik hier. Mishra begin zijn stuk met de Duitse dichter Theodor Körner, die in 1813 oproept tot een “Heilige Oorlog” tegen Napoleon.  Een jihad om te kunnen voortbestaan als Duits volk (in wording, toen), na door Napoleon verslagen te zijn. Mishra noemt Napoleon de eerste moderne imperialist, een kind van de Franse Revolutie. Napoleon, de “Heraut van het Verstand” dreigde Duitsland en heel Europa, “de Verlichting”, de rede, het universalisme op te dringen. Duitsland was destijds nog niet zover, Het hoorde nog niet echt bij het Westen maar ontleende er wel zijn identiteit aan door zich er van af te zetten.800px-Jean-Jacques_Rousseau_(painted_portrait) Toen Rousseau zich, komende van het platteland, in Parijs vestigde voelde ook hij zich een buitenstaander (zie Duitsland), hij werd ook buitengesloten door de Parijse intellectuelen. Hij zag hoe rijk en zelfverzekerd die Parijse elite was en zag ook dat je de mensen, “de rest” van Lohues de vooruitgang niet op kon dringen. “Rousseau is moeilijk in een bepaalde categorie te plaatsen. Hij was zowel een representant als een bestrijder van de ideeën uit de Verlichting. Hij droeg bij aan de Encyclopédie, maar geloofde niet in vooruitgang. Hij wantrouwde de rede die volgens hem de mens met zichzelf en de natuur in conflict bracht.” (Wikipedia). Lohues komt, waag ik zomaar te stellen, dichter bij de natuur- en gevoelsmens Rousseau dan bij zijn tijdgenoot Voltaire.

“(A)Ik denk, aldus Mishra in het interview in 360, dat we na de grote maatschappelijke onrust van de laatste jaren eens goed moeten nadenken over de rol van de intellectuelen.’

(Q)Waarom?
‘Overal, of het nu in India, Indonesië, Europa of de Verenigde Staten is, zie ik een laag van intellectuelen die een kostbare opleiding hebben genoten, die genieten van de voordelen van een geglobaliseerde wereld en die denken voor een groot aantal mensen te mogen bepalen wat goed voor ze is. (….) Dat soort denken begint bij Voltaire. Het idee dat je de Verlichting met het zwaard kunt brengen. Intellectuelen die zich met de macht hebben verbonden: een problematische constellatie.

Vroeger al, en nu nog steeds.”

In een ander interview, in de Groene Amsterdammer komt Mishra dan op de angst van zeg maar weer “die rest van Lohues”, dat hun identiteit hun individualisme wordt afgenomen door de elitaire volgelingen van Voltaire. Hij legt uit hoe die rest, de provincie, de Rousseau’s  niets hebben met dat Verlichte individualisme:

“Als je vanuit de lange blik van de geschiedenis naar individualisme kijkt, dan zie je dat dat altijd ergens was ingebed, in de sociale controle van een buurt, of een kerk, of een gilde, en vanaf de negentiende eeuw in de natiestaat. Je kon als burger streven naar individualiteit, maar tegelijkertijd deed je dat binnen de context van iets groters. Dat had iets veiligs (zie onze oude zuilen, edv). De afgelopen vijftig jaar zijn alle instituten die voor die inbedding zorgden één voor één verdwenen. De vakbonden en kerken lopen leeg, de staat is gepasseerd door multinationals en internationale samenwerkingen. Nu er een crisis van burgerschap is – wie zijn wij? – verlangen mensen weer naar het veilige van de gemeenschap, maar die gemeenschap is ondermijnd, uit elkaar gevallen. En al die eeuwen van een steeds groter individualisme hebben ervoor gezorgd dat we niet terug kunnen. We kunnen onze vrijheden niet meer opgeven. Dus hoe moeten we die gemeenschap weer creëren? Nou, dat gebeurt door naar buitenstaanders te wijzen. Dat zie je van Wilders tot Modi. De retoriek is overal hetzelfde: jij hoort er bij, jij hoort er niet bij.”

Maar ook deze reflex moet niet “elitair” veroordeeld worden.

In zijn column stelt Lohues de Zwarte Pieten-discussie hier gelijk met de Trump- en de Brexit-discussie. Het gaat om die kloof tussen die zogenaamd weldenkende “de elite” en “de rest”. En het helpt niet en het is ook niet goed om die rest als niet REDE-lijk  en met irrationele angsten, als emotioneel, af te schilderen.  Lohues lijkt de schuld dan wel weer wat te eenzijdig te leggen bij “(D)ie zelfingenomen manier van denken en doen, daar is de “rest” wel een beetje klaar mee, geloof ik” (zijn slotzin).

vfOPCTxN_400x400

Graag eindig ik met een lang antwoord van Mishra op de vraag, hoe de ban van de angst en de woede (die de oorzaak is van die kloof edv) te doorbreken:

“Ik denk dat we de woede die we voelen niet in politieke termen kunnen doorgronden. Politici – maar ook intellectuelen, journalisten, academici – hebben de laatste drie decennia de simplistische ideologie van de vrije markt als grote goedmaker omarmd, en nu we over meer dan welvaart moeten praten, missen we de juiste woorden. Ik ben ervan overtuigd dat we een oud vocabulaire moeten terugvinden, en moeten spreken over dingen als de menselijke ziel. Niemand praat nog over spiritualiteit in het openbaar – dat doe je maar thuis, als niemand meeluistert – maar dat is een grote fout. Deze crisis die we nu meemaken toont ons dat de mens zich door veel meer laat leiden dan hyperrationele argumenten over economische groei. De mens streeft naar waardigheid, de menselijke ziel voedt zich niet met financiële plaatjes. De enige publieke figuren die daar nu over durven te praten zijn de paus en de dalai lama. Pas als politici durven te spreken over vragen als “wat maakt ons een mens?” zullen ze in staat zijn onze woede te temperen.”

Minder verheven zou ik zeggen, zet die zelfingenomenheid aan de kant, dat geldt dan voor de mensen aan beide kanten van die kloof. Breng het weer op om in die nieuwe situatie waar die oude vertrouwde en vanzelfsprekende gemeenschappen zijn verdwenen tot nieuwe te komen, waarin weer oprechte belangstelling voor elkaar is ook wanneer de meningen uiteen lopen. Want, ja, met het verdwijnen van die oude gemeenschappen kom je nu eenmaal steeds meer mede mensen tegen met een andere mening.

* “Rechts Nederland” is bij nader inzien niet de goede typering, “Niet elitair Nederland?

 

21st century skills II

Vandaag deed ik weer zo’n mooie ontdekking: Kinderboekenschrijftster Janny van der Molen. Van haar stond vandaag, 3 november 2017, een mooie, aanstekelijke column in de Leeuwarder Courant:  “Het belang van kennis voor elkaar ” Zie haar Tweet daarover. 20171103_123846-1En als dat niet lukt dan kunt u deze foto mogelijk vergroten. Zij ziet in een mogelijke samenwerking tussen een christelijke en een openbare basisschool in haar dorp De Knipe een mooie kans om, wat zij noemt, de zogenaamde eenentwintigste-eeuwse vaardigheden serieus en structureel onderdeel te maken van het onderwijs programma. Zelf citeerde ik  enige tijd terug de filosoof Joke J. Hermsen waar zij over de 21st century skills schreef in haar essay “Melancholie van de Onrust”. Als lid van de Raad van Toezicht van de Bibliotheek Zuidoost Fryslân zond ik laatst mijn medeleden een e-mail over  eigenlijk ook dit onderwerp en daar schreef ik onder andere: “Kinderen, maar ook mensen in het algemeen, hebben geen kennis nodig maar inzicht en empathie. Kinderen moeten doorkrijgen dat er buiten de eigen bubble waarin ze zijn geboren en opgegroeid ook nog leven is en daar belangstelling voor krijgen, voor wat die rare mensen in al die andere bubbles bezielt.”

Martha Nussbaum van o.a. “Niet voor de Winst” (zie hier een recentie) schreef in “De nieuwe religieuze intolerantie” ook over het belang van literaire teksten die de lezer zover krijgen dat hij over de wereld nadenkt vanuit het gezichtspunt van de andere.

In haar column schrijft Janny van der Molen: “In een maatschappij waar van veel kanten  nieuws en visies op hen (de kinderen, edv) af zullen komen, is kritisch kunnen denken bijvoorbeeld heel belangrijk is.”

Mediawijs heet dat tegenwoordig en daarvoor heeft de Bibliotheek Zuidoost Fryslân een mooi programma voor ontwikkeld, zie de Leerlijn Mediawijs .

Schermafdruk 2017-11-03 14.29.03

Haar pleidooi om filosofie en psychologie in de klaslokalen van de basisschool te halen spreekt mij ook zeer aan. Kinderen kunnen niet vroeg genoeg doordrongen worden van het besef dat zij wel degelijk vat hebben op hun eigen leven, persoonlijk leiderschap is niet alleen voor managers, dat samenwerken (waar is Sesamstraat?!) elkaar veel brengt,  kennis en begrip voor elkaar, empathie. Kortom, dank je wel Janny van der Molen, al ken ik je niet, nu dus wel een beetje.

 

Het Volk als dam tegen de “Populist”

Nieuw vooraf naar aanleiding van de discussie rond Anne Faber.

Na ieder drama, na ieder noodlottig incident komen altijd de vragen “Waarom?”, “Hoe kon dit gebeuren?” En wordt er op zoek gegaan naar een schuldige.  Er ontstaat een gevoel van onveiligheid en er komt kritiek op de rechtspraak. Aan de hieronder te bespreken veiligheidsparadox is weinig te veranderen.  Tegen de kritiek op de rechtspraak bestaat misschien wel een remedie.

Begin dit jaar schreef ik op deze plaats over de ideeën van David Van Reybrouck, cultuurhistoricus en schrijver, over de loting als nieuw middel om te bepalen wie volksvertegenwoordiger zal worden: “Verkiezingen zijn niet democratisch“.

20171006_094246

Hij spreekt, in zijn boek of pamfet “Tegen Verkiezingen”,  in dit verband van electoraal fundamentalisme.  Van Reybrouck trekt ook  een parallel met de juryrechtspraak in de VS, waarbij ook de juryleden door middels van loting worden aangewezen. De ingelotenen krijgen zo de kans en de opdracht hun “burgerplichten” te vervullen.

Behalve de volksvertegenwoordiging is ook de rechtspraak een belangrijk onderdeel van onze democratische rechtsstaat. En op die beide instituties heeft de mondige burger meer en meer kritiek. Voor de (straf)rechtspraak geldt dan nog het volgende. Hoe veiliger een land is, hoe ernstiger mensen de inbreuk op hun veiligheid ervaren (de veiligheidsparadox). In ons veilige landje waar de misdaadcijfers blijven dalen en de gevangenissen leeg staan, komt de inbreuk op de veiligheid, bijvoorbeeld door een ernstig misdrijf, daarom steeds harder aan. En steeds moeilijker lijkt het te worden om zo’n inbreuk als “shit happens” te aanvaarden. Henri Beunders auteur van een artikelenreeks over “Emotionalisering van het strafrecht” verklaart in zijn slotartikel in deze reeks,28 september jl. verschenen in “De Groene Amsterdammer” daarover het volgende:

“We willen maximale vrijheid en maximale veiligheid tegelijk. De emancipatie van de burger – met niet ‘inspraak’ maar ‘individuele autonomie’ als nieuwe god en uiterlijk succes als enige maatstaf voor een geslaagd leven – kan de almaar toenemende emotionalisering verklaren als het onverhoopt toch misgaat in het leven. En ook de groeiende roep om vergelding. Misdaad en misdadiger moeten hard, ja ‘keihard’ worden aangepakt, zo vertaalde ‘de politiek’ op basis van zowel voortschrijdend inzicht als ook angst voor ‘de boze burger’ deze toenemende uitbarstingen van ‘maatschappelijke onrust’ over dit of dat incident of misdrijf.

Zo kroop de strafmaat langzaam maar zeker omhoog, en zitten nu meer delinquenten een levenslange straf uit dan in de hele vorige eeuw bij elkaar.

Zo ging het van resocialisatie naar principiële vergelding. Is mijn kind doodgereden? Dan moet de veroorzaker levenslang, ‘want dat hebben wij ook’. Het bijbelse adagium ‘oog om oog, tand om tand’ was meer verbod dan gebod, want bedoeld om te voorkomen dat er méér leed werd toegebracht dan er was geleden. Het wordt nu gehanteerd om escalerende strafeisen te rechtvaardigen.”

Eerder in dit stuk constateert hij: “Bij slachtoffers is het gevoel voor het tragische element in het leven verdwenen, en dus ook het idee dat je je moet verzoenen met het lot.” download

En weer noem ik het begrip: “empathie”. Het lijkt zoveel makkelijker, zoveel geruststellender  om de wereld simpelweg te verdelen in goed en kwaad. Was het maar zo simpel dan had die Amerikaan die gisteren weer op nieuws verklaarde: “The only way to stop a bad guy with a gun is a good guy with a gun.” naar aanleiding van het schietincident in Las Vegas, gelijk. Maar ik vrees dat Willy Alberti meer gelijk heeft als hij de smartlap “De Dievenwagen”  zingt: “Lach nooit als je die wagen ziet staan, je kunt hem gerust wel betreuren. Denk maar alleen: wat hij heeft gedaan kan morgen mij ook gebeuren.” Iedereen kan door een speling van het lot opeens in dat verkeerde kamp van “het Kwaad” terecht komen.

Maar zo wordt niet meer gedacht. Je verplaatsten in die stumper in de Dievenwagen is er niet meer bij.

De populistische reflex is nu: Zwaardere straffen, spreekrecht voor het slachtoffer en daardoor nog zwaardere straffen. Rechters zijn immers niet immuun voor de emoties van het slachtoffer. En uit angst voor die spreekwoordelijke “boze burger” gaat de politiek hierin mee.

Beunders denkt deze, wat hij noemt “vervolksing van het strafrecht” , te kunnen tegengaan door het inzetten van, juist, “het volk”. Lekenrechters naast de beroepsrechters. Nederland is een van de weinige landen in het Westen die deze vorm van burgerparticipatie niet kent. In Duitsland nemen om toerbeurt 36.000 lekenrechters deel aan de rechtspraak. Een groot aantal reeds afgezwaaide lekenrechters kan inmiddels als “ambassadeur van rechtspraktijk” in eigen kring, met ervaring van binnenuit, uitleg geven over hoe recht gesproken wordt. Dat verhoogt kennis van en draagvlak en begrip voor de strafrechtspraak. Hoe anders zou het Wilders-proces gewaardeerd zijn als daar rechters, gekozen uit het volk, aan deel hadden genomen?  En uit ieder onderzoek blijkt keer op keer dat de goed geïnformeerde burger, die alle details uit het strafdossier kent, niet anders oordeelt, en dus ook niet zwaarder straft dan de beroepsrechter. De lekenrechter, zullen we er om loten?