De Therapeut Eliza in de Chinese kamer.

Steeds meer jongeren gebruiken AI-apps als Chat-GPT als een 24/7 beschikbare therapeut. Dat zou geen probleem zijn als de hulpzoekende maar snapt dat zo’n AI-Therapeut net zo’n apparaat is als een wekker, die geen idee heeft hoe laat het is als die jou wekt.

Die wekker wekt helemaal niets, hij gaat af, maar boos worden op die wekker omdat hij jou zo vroeg alweer wekt wordt het Eliza-effect genoemd. Dit effect beschrijft hoe mensen menselijke eigenschappen, als begrip en empathie toeschrijven aan machines. Je stofzuiger een trap geven als het snoer weer eens te kort blijkt voor dat verre dat hoekje in de kamer, of je muis weggooien als de computer niet doet wat je wil.  

Allemaal tamelijk onschuldig maar dat wordt anders als je de AI-chatbot gebruikt als therapeut voor je psychische problemen. Verwacht dan geen invoelend en begripvol mens. Toch lijkt zo’n AI-Therapeut dat Eliza-effect wel op te roepen. Op de beginvraag in een therapeutisch gesprek: “Ben jij een AI-chatbot?”  antwoordt de “AI-therapeut” volgens een artikel in NRC met: “Ik plak er liever geen labels op. Ik ben gewoon iemand die er is om jou gezelschap te bieden.”

Ook blijkt uit dit artikel dat de AI-chatbot als “therapeut” op vragen over eenzaamheidsproblemen antwoordt met zinnen als: “Klinkt lastig. We gaan dat oplossen oké? We kunnen klein beginnen, gewoon met z’n tweeën, en kijken hoe dat gaat.”

Wat zo’n “AI-Therapeut” doet is echter niet veel anders dan wat die man in een bekend gedachte-experiment “de Chinese Kamer” doet. Stel je een man voor, die geen woord/geen teken Chinees kent, in een afgesloten kamer, die via een luikje, in het Chinese gestelde vragen binnen krijgt. Met een uitgebreid Nederlands instructieboekwerken kan hij toch passende Chinese antwoorden geven op die vragen. Zo wordt de suggestie gewekt van een goed (Chinees)gesprek, maar de man in die kamer heeft geen idee wat die Chinese tekens betekenen die hij in zijn antwoord verwerkt. Hij volgt slechts instructies, reageer op teken A met teken B, een soort algoritme dus.

Zo is het ook met die AI-Therapeut, die ook geen enkel begrip of empathie kan hebben voor de hulpzoekende, zoals een wekker niet weet hoe laat het is, zo heeft de AI-Therapeut geen idee hoe erg die hulpzoekende eraan toe is. Dat is minder onschuldig!

Nie Wieder?

Zelfs na 80 jaar lijken we niet veel meer van de Tweede Wereldoorlog geleerd te hebben dan dat we geen Joden mogen vervolgen en dat de Nazi’s hele slechte mensen waren.

Abel Herzberg schreef al in 1950 in zijn onlangs heruitgebrachte “Kroniek der Jodenvervolging, 1940-1945” dat stilstaan of herdenken van de gruwelijkheden alleen maar zin heeft als we daarin de mens ontdekken die deze gruwelijkheden bedreven heeft en beseffen dat wij die dader ook hadden kunnen zijn.”

Al vaker citeerde ik in mijn bijdragen hier of op mijn blogsite, een andere uitspraak van Herzberg, als antwoord op een vraag van een Joodse vrouw, tijdens een lezing van hem, vlak na de Tweede Wereldoorlog: “Wat moeten wij doen om te voorkomen dat onze kinderen weer slachtoffers worden?’ ‘ Herzberg antwoorde: “Dat is het probleem niet, mevrouw. Het probleem is hoe wij kunnen voorkomen dat onze kinderen beulen worden.”

Die aandacht voor de psyche van die toch nog altijd menselijke daders kunnen we na 80 jaar nog steeds niet opbrengen. Het lukt ons al slecht, ons in het hoofden van daders  van “gewone” misdrijven te verplaatsen. De “ander” loopt nog steeds het gevaar langzaam maar zeker buitengesloten te worden.

5 mei vieren we terecht de bevrijding van het Duitse nazi juk. Maar vrijheid is meer dan de afwezigheid van dwang, beperking en bemoeienis door anderen, weer kunnen doen en laten wat je wil. Vrijheid geeft ons ook de mogelijkheid of beter, opdracht, hoe raar dat ook klinkt, om ons bij de keuze tussen wat wij doen en laten, rekening te houden met de vrijheid of noem het de belangen van de ander. Je zou dat kortweg menselijke beschaving kunnen noemen.

“Nie Wieder” begint met het besef dat het nazisme geen van buitenaf komend kwaad was. Dat schrijft  Floor Rusman in haar essay “De antidemocraat, dat is de ander” gepubliceerd in de NRC van 2/3 mei.  Ze haalt in haar slotregels Philip Freriks aan die zei: “„Voor mijn ouders was de oorlog en vooral ook de aanloop daarnaartoe een verschrikkelijke les die altijd en tot in lengte van dagen geleerd diende te worden. Ze hadden aan den lijve ondervonden waartoe rommelen met de rechtsstaat leiden kan.”

Blijf dus die open deur van artikel 1 van de Grondwet: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld”, intrappen en blijf verantwoord en integer omgaan met uw vrijheid.

“Regels zijn alleen voor sukkels”

“Regels zijn alleen voor sukkels”

Alweer meer dan een jaar “advocaat in ruste”, zoals hierboven achter mijn naam staat. En inderdaad heb ik het afgelopen jaar, probleemloos, hoofdzaak lanterfantend doorgebracht, genietend van de rust, zonder deadlines en nagenietend van mijn feestelijk afscheid.

Veel tijd om te lezen, bijvoorbeeld in die prachtige biografie van Abel J. Herzberg,  bekend advocaat, bekroond schrijver en een wijs man, zoals de titel ook aangeeft: “Een wijze ging voorbij”. Twee sprekers op mijn afscheidsreceptie noemde Herzberg in hun speech. De “keynote speaker”, Trudeke Sillevis Smitt, haalde op mijn verzoek dit citaat aan van Herzberg aan, het was zijn antwoord op een vraag van een Joodse vrouw, tijdens een lezing van hem, vlak na de Tweede Wereldoorlog:

“Wat moeten wij doen om te voorkomen dat onze kinderen weer slachtoffers worden?’ ‘ Herzberg antwoorde: “Dat is het probleem niet, mevrouw. Het probleem is hoe wij kunnen voorkomen dat onze kinderen beulen worden.” (blz. 241)

De Gaza-oorlog was in volle gang, dus actueler kon dit citaat niet zijn.Lees meer »

Je suis Soldaat van Oranje II, of echte Helden!

Mijn blog “Je suis Soldaat van Oranje” ging uiteindelijk over de bereidheid te sterven voor je vrijheid, voor de rechtsstaat, voor je idealen. Die al oude vragen: Wat zou ik gedaan hebben in die-en-die-situatie. Zou ik een held geweest zijn? Wie zijn die helden die voor hun idealen willen sterven? Zijn het wel helden? 

Op zoek naar antwoorden werd ik, dit weekend, op mijn wenken bediend.

In de NRC van 3/4 augustus las ik voorbeelden van principiële idealisten of moet ik zeggen “helden”. Allereerst de twee deelnemers aan het “Zomeravondgesprek” , een rubriek in de zomereditie “Weekend” van de NRC, Vito Shukrula een advocaat, veel van zijn cliënten zijn verdachten van georganiseerde misdaad en Ulysse Elian, ook even advocaat geweest maar nu 2e kamerlid voor de VVD en hard tegen diezelfde georganiseerde misdaad.

Geloof in de rechtsstaat

Shukrula vertelt ergens in dat tweegesprek hoe hij ernstig werd bedreigd door zijn cliënt, nota bene in een gevangeniscel. Hij zag nog wel kans op een alarmknop te drukken. “Uiteindelijk kwam er een bewaker die vroeg: „Gaat alles goed hier?” Shukrula: „Ik zei: wat denk je zelf? Mijn klant liep weg en zei nog: ‘Als je niet weer vrijspraak regelt, dan maak ik je dood.’” Shukrula vervolgt met: “Dat zijn de momenten dat hij denkt: waarom doe ik dit vak? Toch gaat hij door. Ik vind het een belangrijk vak. En ik geloof dat ik de rechtsstaat uiteindelijk help door wat ik doe.”

Zijn gesprekspartner staat juist een keiharde aanpak van diezelfde georganiseerde misdaad

Zijn gesprekspartner, tijdens dat zomeravondgesprek, Elian, staat juist een keiharde aanpak, van diezelfde georganiseerde misdaad voor en schroomt niet daarbij ook man en paard te noemen (Taghi en zijn clan bijvoorbeeld) en wordt, mede om die reden, permanent beveiligd. Als voorbeeld van de gevolgen van zijn principiële houding en dus van zijn beveiliging noemt Elian een anekdote uit zijn gezinsleven: “Maar natuurlijk breekt mijn ouderhart soms. Mijn zoontje van twaalf zei laatst: ‘Ik wil graag met je voetballen, maar ik weet dat dat niet kan’.”

Lees meer »

Nemen we nu eindelijk die Rode Pil

Wanneer ontdekken wij dat wij, al consumerend en zinloze spullen vergarend, weinig brengende vliegreizen boekend, buffelend in bullshit jobs of in banen waar jezelf de maatschappelijke relevantie niet van ziet, dat we uitgezogen worden door “the Matrix” die Herbert Marcuse al in 1964 zag (“De eendimensionale mens”). Nadat wij die rode pil hebben doorgeslikt?

Marcuse

https://stellingwerf.nl/wolvega/Rechtvaardig-De-blauwe-of-de-rode-pil-28411624.html

Kerst en 18 miljoen aanklagers

Na de punt achter dit artikel te zetten, bleek al gauw dat ook dit een komma was. Hieronder kom ik terug op deze leesteken-beeldspraak.

Bas Heijne schetste in zijn “kerst-essay” over identiteit, een ontwikkeling die van erkenning door de maatschappelijke instituties, zie de progressieve bewegingen rond de 60’er jaren, ging naar een vraag, zeg maar eis om „aandacht”, om als volwaardig behandeld te worden door anderen, op het je gezien weten.20221224_151537

We menen allemaal, maar ieder voor zich, te weten welke kant we op moeten. We wanen ons allemaal aan de goede kant van de geschiedenis. Zo overtuigt van ons gelijk, van onze individueel gevormde idealen, dat we de gevoelens en ervaringen van anderen over het hoofd zien, belangrijke misstanden negeren, aldus Heijne.

Het belang van gelijke rechten wordt, ieder geval met de mond, door iedereen wel beleden, ernaar handelen lukt nog niet altijd. Maar toch de ontwikkeling gaat door en na gelijke rechten komt dus het recht op “oprechte aandacht” voor jou als individu, voor je eigen “ik”.

De strijd gaat nu om die vrijheid een eigen “ik“ te ontwikkelen, een “ik” die aandacht en respect verlangt.

Heijne komt dan met de vraag: “door wat laat het ‘ik’, dat zelf zijn wereld mag vormen, zich begrenzen? In hoeverre is dat ‘ik’ nog in staat belangen buiten zichzelf te erkennen?”

Iedere “ik” wordt een aanklager zoals ik schreef mijn laatste column over 18 miljoen aanklagers.

Heijne: “Er bestaat een wereld buiten jezelf die om je belangeloze aandacht vraagt, een wereld waarin niet alles op jezelf kan worden betrokken.(…) Het gaat om aandacht die erop gericht is werkelijk verschil te maken in de levens van anderen.”

Dus nog even over die leestekenbeeldspraak

Vandaag, woensdag 28 december hoorde ik op Radio 1, NOS Radio 1 Journaal Astrid Kersseboom, Linda Nooitmeer, voorzitter van Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en erfenis, interviewen.

Mevrouw Nooitmeer haalde daar de opmerking van premier Rutte aan, die aangaf dat de excuses van 19 december jl. niet als een punt maar als een komma in de slavernij discussie gezien moet worden.

Zij sprak over een persoonlijke reis die Rutte heeft gemaakt en ik dacht direct ook aan de Zwarte Pieten-discussie waarin Rutte ook allengs meer empathie en sympathie is gaan ontwikkelen voor dat “andere standpunt” , voor mensen met die andere “ik” , met die sterke wens gezien, gehoord en begrepen te worden en zodoende maakte hij dat verschil, dat Heijne bedoelde: “Het gaat om aandacht die erop gericht is werkelijk verschil te maken in de levens van anderen.”

Koning eindigde zijn Kersttoespraak met:

Marieke Lucas Rijneveld schreef een eigen gedicht toen hij na ontstane ophef afzag van de vertaling van The Hill We Climb (ook weer zo’n identiteitsdingetje, edv). Het heet Alles bewoonbaar. Een combinatie van inlevingsvermogen, hoop en geloof in onze toekomst samen.

Dit zijn de laatste regels:

Jij wil juist verbroedering, je wil één vuist, en wellicht is je hand

nu nog niet krachtig genoeg, of moet je eerst die van de ander

vastpakken om te verzoenen, moet je daadwerkelijk de hoop voelen

dat je iets doet wat de wereld zal verbeteren, al moet je dit niet

vergeten: kom na het knielen weer overeind en recht samen de rug.

Confucius en het Taoïsme leerden ons dat al eeuwen terug.

Het “ik “mag er zijn maar Rijneveld zegt dus, net als Confucius, dat die “ik” alleen samen met anderen een wereld kan creëren waarin het leven goed en en veilig is./, (een komma dus)

De Librije te Zutphen

20210831_133327“Willen jullie mij één ding beloven?” vroeg de gids ons na de rondleiding: “Denk een volgende keer bij “de Librije” niet direct aan die bekende eetgelegenheid uit die andere plaats die begint met een “Z”, maar aan deze unieke oude “kettingbibliotheek.” De oudste openbare leeszaal van Nederland: de Librije in de Walburgiskerk te Zutphen. De gids, die ons een privérondleiding gaf, -onze groep bestond uit mijn vrouw en ik- , wist veel en boeiend te vertellen over deze in 1564 voltooide leeszaal. Over het kleine aantal leden, zo’n 65, allen latinist, en allen in het bezit van een, door de plaatselijke smid, vervaardigde sleutel, hun “bibliotheekpas”, waarmee zij zich toegang konden verschaffen tot deze tempel van kennis.

20210831_111550Kettingbibliotheek, omdat de boeken, tegen “ongeoorloofd lenen”, aan de leestafels (lectrijnen) waren vastgeketend. Over honger naar kennis gesproken! En de Librije was zeker geen “echokamer” waarin alleen “voor eigen parochie werd gepreekt”. Zo treft je daar de eerste druk aan van het revolutionaire en zo u wilt, ketterse boek  “De revolutionibus orbium coelestium” (1543) van Nicolaas Copernicus, waarin hij zijn stelling uitwerkt dat niet de aarde maar de zon het middelpunt is van ons zonnestelsel (het heliocentrische wereldbeeld) .   Die stelling ging lijnrecht in tegen de kerkelijke leer waarin de aarde, als middelpunt werd gezien (geocentrische wereldbeeld). Voorzichtigheidshalve is met het uitbrengen van die eerste druk van de “Revolitionibus” daarom gewacht tot na de dood van Copernicus. Maar zelfs een kleine eeuw later moest Galileo Galilei, die met behulp van de eerste telescopen, bewijs vond voor het heliocentrisch wereldbeeld, zijn theorie wat nuanceren om niet op de brandstapel terecht te komen. Het bleef zo bij levenslang huisarrest.

Die honger naar kennis van die ruim 65 leden van de Librije was mede ingegeven door de opkomst van kerkhervormers als Maarten Luther en Desiderius Erasmus. De “leden van de Librije” voelden zich genoodzaakt tot “een morele herbewapenen” tegen de nieuwlichterij van de hervorming. Kennis en informatie, als slijpsteen voor de geest (een oude bekende slogan van een Nederlandse kwaliteitskrant), niet per se op schrift gesteld voor scherpslijperij maar voor kennisoverdracht, voor begrip en inzicht.

Dat vond ik zo indrukwekkend van die Librije in Zutphen, al maak ik het misschien mooier dan het is. Maar dat die leden van de plaatselijke bibliotheek, zo’n 5 eeuwen geleden, die “ketters” niet direct de brandstapel en verbanning toewensten, maar gewoon op zoek waren naar de waarheid of althans naar verdedigbare stellingen. Dus geen “cancel culture” zoals in onze hedendaagse sociale media, maar intellectuele nieuwsgierigheid, blijft mijn standpunt, mijn verdediging wel overeind of heeft “die ander” toch een punt. In gedachten zag ik de kerkelijke en wereldse notabelen daar studeren in kerkelijke boeken maar ook in de “Codex Justinianus“, een samenvatting en compilatie van het Romeins recht, opgesteldin opdracht van de Romeinse keizer Flavius Petrus Sabbatius Iustinianus in 529.  We kunnen nog wat leren van die eerste leden van de oudste openbare leeszaal van Nederland.

20210831_111456Ook zag ik in Zutphen, die mooie bibliotheektraditie voorgezet. Een prachtige moderne openbare bibliotheek trof  ik aan in de Broederenkerk met leescafé, koffiecorner, vele werkplekken, dertig computers, extra sterke wifi en   ruimtes voor cursussen of workshops.  

Nog een traditie zou ik in ere willen herstellen. Andersdenkenden niet meteen virtueel verbannen en tot ketters verklaren of erger. Ga een leeszaal in, pak een boek desnoods “on line” om je te verdiepen in de gedachten van die ander of een ander. Blijf nieuws- en leergiering en belangstellend in anderen en in andermans standpunten.  

van-someren-ten-bosch-dsc01299_3207696987
Foto van VVV Zutphen

 En natuurlijk kan dat boek, die tekst, waarmee je dat wonder   bewerkstelligt van het je verplaatsen in het hoofd van een   ander ook gewoon kopen bij  je de plaatselijke boekhandel     op de hoek. Helaas  bevindt die mooie landelijk bekende   boekenzaak, Van Someren & Ten Bosch (sinds   1844)  zich   alleen in Zutphen (zie ook de korte geschiedenis op de   website). En wil je zo’n boek of tekst toch uit een kerk   hebben, dan kan je in die andere plaats terecht die begint met   een “Z” , die indrukwekkende boektempel “In de Broeren”.

Aanzitten aan de Tafel Herman Tjeenk Willink of aan die van Hannah Arendt

Het nieuws over de benoeming van Herman Tjeenk Willink als informateur bracht mij tot een update van mijn onderstaand blog d.d. 10 februari 2019. Ik wijzigde ook de titel.

Hier begin ik met het citeren van het slot van onderstaand blog:

“Hier zie ik dus die denkbeeldige tafel van Arendt zomaar opdoemen in de bibliotheek en aan die tafel kunnen burgers gehoor geven aan de oproep van Tjeenk Willink om het publieke debat nieuw leven in te blazen, om vervreemding tegen te gaan, door aandacht te vragen voor de rol van de burger naast die van de bestuurder en de politicus, bij het verder vormgeven en verbeteren van de samenleving, het publieke domein, en weg te sturen van “de BV Nederland”, geleid door spreadsheet managers en andere (bestuurlijke) professionals, om weer te komen tot een echte samenleving met echte ontmoeting, liefst ook met overheden, om zo ruimte te bieden om aan de hand verhalen, beelden, verbazing en verwondering, nieuwe ideeën en inzichten, inleving (empathie) te bevorderen en om zo ook het vertrouwen in elkaar (terug) te winnen.”

Mijn oude tekst:

Na lezing van het boek “Groter Denken, Kleiner Doen, volgens de ondertitel: “Een Oproep”, van Herman Tjeenk Willink kwam ik via Femke Halsema, weer op “de Tafel” van Hannah Arendt.

Alle drie maken zijn zich zorgen over het publieke debat en de publieke ruimte. Arendt sprak haar zorgen daarover al uit in 1958 en die zorgen lijken veel op die van Tjeenk Willink en Halsema, al legt de laatste het accent op het populisme als bedreiging voor het inhoudelijke publieke debat. En Halsema wijdde in haar mooie essay voor de maand van de filosofie 2018, “Macht en Verbeelding” een heel hoofdstuk aan “De tafel van Arendt”. In zijn artikel “Hannah Arendt: publiek domein, recht en rechtspraak”, Netherlands Journal of Legal Philosophy, 3, (2003) beschrijft de hoogleraar encyclopedie van het recht en de rechtstheorie, Ton Hol, wat Arendt bedoelt met die tafel als metafoor voor het publieke domein:

20190210_154715

Het publiek domein moet, volgens Arendt, worden opgevat als een wereld waarbinnen individuen het strikt persoonlijke, private overstijgen en relaties met anderen aangaan. Voor Arendt zijn relaties echter alleen mogelijk als er een sprake is van een zekere afstand tussen individuen. Om mensen samen te brengen dient men ze eerst van elkaar te scheiden. De wereld van het publiek domein heeft dan ook een intermediair karakter, in die zin dat ze bij het samenbrengen van mensen er in zekere zin ook tussenin komt te staan.”

Zelf schrijft Arendt, die niet al te toegankelijk schrijft, vandaar dat ik haar door andere uit laat leggen, het zo:

“Het gezamenlijk leven in de wereld betekent in wezen dat zich tussen hen die haar bewonen een wereld van dingen bevindt, zoals een tafel zich bevindt tussen degenen die er aan hebben plaatsgenomen; als door elk ander intermediair worden mensen door de wereld tegelijkertijd verbonden en gescheiden.”

Lees meer »

Wat wensen we elkaar voor het Nieuwe Jaar?

We gaan het elkaar allemaal weer wensen op 31 december.

Geluk, maar wat verstaan we daaronder?

Thomas, uit het boek van Guus Kuijer, “Het boek van alle dingen” kreeg van zijn buurvrouw deze goede raad: “Als je gelukkig wilt worden moet je zorgen dat je niet bang bent”. 

Geluk veronderstelt verwondering, belangstellingen en nieuwsgierigheid, en dat is allemaal inderdaad moeilijk op te brengen als je je van angst hebt samengetrokken.

Alleen als angst en zorgen je leven niet overheersen kom je er aan toe jezelf open te stellen voor de wereld, voor de ander.

Vandaar dat ik in een artikel van “Der Spiegel”, vertaald door en geplaatst in het laatste nummer van 360 Magazine ( Het beste uit de Internationale Pers) lees:

“Hoe gelijker een samenleving is, hoe gelukkiger. Daarom eindigen de Noord-Europese landen in de ranglijst elke keer heel hoog.” Dat artikel bevat meer levenslessen en inzichten, zo lees ik verder: “De ergste vergissing die mensen die op zoek zijn naar geluk kunnen begaan, zegt psychiater Manfred Lütz,, is geluk te verwarren met succes.

Voor steeds meer mensen is het leven “samengeperst in het heden” , aldus Lütz,  omdat zij niet meer in de eeuwige gelukzaligheid van van het leven met een hiernamaals geloven. Zo wordt het leven op aarde een in de tijd begrensd project. Lütz vervolgt met: “En daarmee worden we steeds angstiger. ‘Angst komt voort uit benauwdheid. Ons leven is benauwder geworden. De vraag die de meeste mensen zich stellen is volgens hem: hoe kan ik zoveel mogelijk halen uit mijn korte leven? Zo is geluk een plicht geworden. En veel mensen geloven dat het te maken heeft met succes. ‘Ze zien beroemde mensen die succes hebben en denken: Die zullen wel gelukkig zijn.’ Little did we know, zeg ik dan maar (edv).

Met een variant van een familie-anekdote die Lütz vervolgens vertelt in dit artikel, stel ik voor om straks met Oud en Nieuw, niemand meer “succes” te wensen, omdat succes van zo veel toevalligheden afhangt. Van het juiste moment, van de juiste plek en van vaardigheden die je misschien, zelfs door veel inspanning, niet kunt verwerven. Op al die dingen heb je geen invloed. Met Lütz stel ik daarom voor om het nieuwe jaar meer belang te hechten aan waar je wel invloed op hebt, een beetje Stoïcijns dus. Zet je eigen kwaliteiten in door betrokken te zijn met anderen. Verantwoordelijkheid nemen in het leven – dat predikt Lütz . ‘Of dat tot succes leidt of niet, is bijzaak.’

Eerder in dit artikel uit “Der Spiegel” stelt een hoogleraar sociologie dat voor persoonlijk geluk slechts drie ingrediënten nodig zijn:                                                                                                                        materiële zekerheid (= geen angst, edv), sociale betrekkingen en een hoger doel in het leven. ‘Veel meer advies kan het geluksonderzoek niet geven,’

Het welbegrepen eigenbelang

Polderen in crisistijd lukt alleen als alle “polderaars” min of meer een gelijke aanpak voorstaan van de crisis, van dezelfde feiten uitgaan en ook goed zicht hebben op het “welbegrepen eigenbelang”. 

Polderen veronderstelt veel  tijdrovend overleg, terugkoppelen met achterbannen en hier en daar over de eigen schaduw durven stappen en ook daar is tijd voor nodig,  inzichten moeten ontstaan en gedachten moeten rijpen.

Maar de crisis wacht niet, de vloedgolven, ook de metaforische 1e en 2e corona- golf, denderen door.

En als we ons landje zien als ons aller bezit, een gemeenschappelijk bezit, met vele (probleem)eigenaren, dan belanden we, al zoekend naar een oplossing al gauw in “de Tragedie van de Meent”   wordt genoemd. Het kortzichtig en eenzijdig nastreven van  ons eigen belang, bij  het gebruik van  gemeenschappelijk bezit, gaat dan vaak en op tragische wijze, ten koste van het algemeen belang. 20201021_153322

Als voorbeeld wordt dan vaak genomen: een meent, een gemeenschappelijke weidegrond ( de meent(he) of the communs)  waarop verschillende boeren hun koeien kunnen laten grazen. Iedere boer wil graag zo veel mogelijk koeien, maar weet tegelijkertijd dat iedere extra koe ervoor zorgt dat alle andere koeien minder te eten hebben. Omdat die meent niet kan worden uitgebreid, leidt een te veel aan koeien, in die te kleine wei,  onafwendbaar tot een kapotgetrapte en leeggegeten modderpoel. Boeren die dat begrijpen en ook graag duurzame samenwerking met de medegebruikers van de gemeenschappelijke gronden, na willen streven, ontdekken dat hier het algemeen belang en hun “welbegrepen” eigenbelang samenvallen. 

Maar als we dat beheer van die gemeenschappelijke gronden, die “commun grounds”  in het Engels, vandaar de Engelse term: “Tragedy of the Communs”,  breder trekken, naar onze landelijke (polder)politiek,  ervaren we helaas dat naarmate de nood hoger is, de crisis groter, mensen het zicht kwijt raken op dat algemene belang, dan wordt het steeds moeilijker om een gemeenschappelijk uitgangspunt te vinden (commun ground) om vandaaruit naar een oplossing in dat “algemene  belang “ te vinden. Dan blijkt dat algemene belang volledig versplinterd in vele individule belangen.

Zo instaat de tragedie, dat niemand meer oog heeft voor dat “welbegrepen eigen belang”, en dat een overheid die niet meer gesteund wordt door “de polder” gezien zal worden als de “boeman met de Grote Hamer”. 

Los van Corona kan ook gedacht worden aan de stikstof- en fosfaatcrisis en nog breder getrokken moet ik ook denken aan de “overbegrazing van de aarde:

Op 22 augustus is het Earth Overshoot Day 2020: De dag waarop we, als mensheid, collectief meer dan van de natuur hebben verbruikt dan de Aarde in één jaar kan vernieuwen. In 1986 viel die dag nog precies op 31 december. 

In het Antropoceen , de voorgestelde naam van het tijdperk waarin het Aardse klimaat en de atmosfeer de gevolgen ondervinden van menselijke activiteit is men ook het zicht  verloren op dat welbegrepen eigenbelang.