Met dank aan Johan Fretz wiens essay over ons nationale zelfbeeld (in de NRC van 18 juli 2023) mij inspireerde tot het schrijven van deze column in de Stellingwerf.

Met dank aan Johan Fretz wiens essay over ons nationale zelfbeeld (in de NRC van 18 juli 2023) mij inspireerde tot het schrijven van deze column in de Stellingwerf.

Henri Bontebal (fractielleider CDA in de 2e Kamer) formuleerde het mooi in zijn brief aan de , toen nog, verkenner, Ronald Plasterk : “Is hij (Geert Wilders, edv) bereid om met zijn woorden, de manier waarop hij communiceert, de democratische rechtsstaat een beetje heel te houden. (…) Mijn punt is dat bij een democratische rechtsstaat ook een democratisch ethos hoort, namelijk dat je je op een bepaalde manier uitlaat. Je kan een democratische rechtsstaat ook kapot maken in woorden, daar begint het doorgaans mee.”
Inderdaad zo begint het en als je dit kritiekloos aanvaardt is die rechtsstaat die we voor zelfsprekend hielden, opeens kapot. Zie waar Trump mee bezig is. Voor dit gevaar wilde ik waarschuwen tijdens mijn afscheidsreceptie. U kunt in mijn onderstaande column lezen hoe ik dat deed (https://stellingwerf.nl/wolvega/Rechtvaardig-Een-eerste-terugblik-op-ruim-40-jaar-advocaat-28897839.html)

In woorden kan de rechtsstaat langzaam maar zeker worden uitgehold. Door zoals Wilders doet, de Nederlandse onafhankelijke rechters ‘neprechters’ te noemen, het parlement waar hij sinds 1998 zelf inzit een ‘een nepparlement,’ vluchtelingen ‘gelukzoekers’, kunstenaars ‘subsidieslurpers’, journalisten ‘tuig van de richel’, klimaatactivisten ‘milieugekkies’, door hem voorgestelde belasting op hoofddoekjes: “kopvoddentax” te noemen.
Je kan ook in beleid en politieke daden, de grenzen zoeken en die overschrijden zoals Yesilgoz doet 1) door kansarme asielzoekers zonder wettelijke basis of rechterlijke toetsing gevangen te zetten; 2) door samen met haar formatiepartners van destijds in een motie de leden van de 1e kamer op te dragen tegen de spreidingswet te stemmen en 3) door het openbaar ministerie (OM) tot uitvoering van haar beleid te dwingen terwijl dat beleid vermoedelijk onwettig is en zij de onafhankelijk magistratelijke staat van dat OM daarmee negeert.
Orban uit Hongarije en de PiS-partij van de tweelingbroers Kaczyński in Polen kwamen ook democratisch aan de macht, om maar niet meteen met Adolf Hitler aan te komen. In Hongarije heeft de democratie Orban niet overleefd en in Polen is de democratische rechtsstaat op het nippertje gered.
Bij de parlementsverkiezingen van 2023 werd de extreem rechts-populistische PiS wederom de grootste partij, maar het was twijfelachtig of zij een meerderheidscoalitie zou kunnen vormen. Drie oppositiepartijen leken daar onder leiding van Donald Tusk meer kans toe te hebben. In december 2023 werd Tusk premier van Polen en werd PiS oppositiepartij.
Het is niet ondemocratisch om een ondemocratische partij die de grootste werd tijdens de verkiezingen toch uit te sluiten van de macht. Dat lijkt mij zelfs een democratische plicht. Wat in Polen kan kan in Nederland ook.
Dat zullen de meeste, naar voormalig Nederlands-Indië uitgezonden dienstplichtigen van zichzelf gedacht hebben. Vaak nog geen 20 en zo’n 15 jaar oud toen Duitsland Nederland binnenviel. Door onze huidige jeugd werd de twee jaar lockdown al als een beproeving ervaren dus er is weinig inlevingsvermogen voor nodig om te begrijpen dat die twintigers voor de scheepsloopplank stonden te dringen om naar “de Oost” te worden uitgezonden als militair, een deel voor het avontuur en deel om onze landgenoten in de Oost te beschermen en een deel ook vast voor een mix van die twee redenen.
“Little did they know”, aan boord leerden zij de eerste Maleise woorden. Die “aardige jongens” hadden geen idee waarin ze terecht zouden komen. De ontgroening in de groene hel onder de koperen ploert die hun te wachten stond zou hen tot sobats (kameraden, bloedbroeder) voor het leven maken.
Die onderlinge band en de daarmee verbonden “l’esprit du corps” zou velen van hen in hun latere leven op bijna onverdragelijke wijze op de proef stellen.
Verscheurd tussen het geheugen en het geweten enerzijds en dat stilzwijgend, maar ferm en onwrikbaar gekozen voornemen geen “matennaaiers” te zullen zijn, zoals “overloper” Poncke Princen en klokkenluider Joop Hueting in hun ogen wel waren, anderzijds. De eerstgenoemde is echt voor de vijand gaan vechten en Hueting werd in 1947 op 19-jarige leeftijd als dienstplichtig soldaat, ook als “aardige jongen” uitgezonden naar Nederlands-Indië. Tijdens zijn uitzending was hij ooggetuige van executies en mishandelingen van gevangengenomen Indonesiërs. Hij kreeg landelijke bekendheid toen hij in een actualiteitenprogramma, eind december 1968, voor het eerst en als enige militair getuigde over die door “onze jongens” begane misdrijven.

Ja, hoe lang blijven “aardige jongens” aardige jongens als zij op patrouille in die groene hel, waarin achter iedere boom een sluipschutter kan loeren, het afgehakte hoofd aantreffen op een bamboestok gespiesd, met zijn geslachtsdeel in zijn mond?
Ik heb alleen veel commentaren op dat donderdag 17 februari 2022 gepresenteerde onderzoek “Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië” beluisterd en gelezen maar het onderzoek zelf, niet gelezen, maar wat er ook als hoofdpunten uitgehaald zijn of nog uitgehaald worden, ik houd het bovenomschreven beeld vast en vind het goed dat de regering ook excuses heeft gemaakt aan deze bij vertrek naar “de Oost” nog “aardige jongens” waarvan velen, dader of getuige of beiden, later toch ook slachtoffer werden, slachtoffer van hun eigen uitzending door toenmalige regering. Slachtoffer ook van hun legerleiding die geen duidelijke grens trokken, geen “rules of engagement” handhaafden, als die er toen al waren. Maar ik vrees ook dat ze die “rules” niet nodig hadden, omdat ze dondersgoed wisten waar de uitvoering van hun taken en opdrachten overging in onmenselijke geweld, welke juridische duiding je daar ook aan geeft, misdaden tegen de menselijkheid of oorlogsmisdaden. Velen bleven dat ferm en onwrikbaar gekozen voornemen trouw, geen “matennaaiers” te zullen zijn, hoe moeilijk ze het daar waarschijnlijk innerlijk ook mee hadden en die innerlijke strijd werd na iedere onthulling na die van Hueting in 1968, alleen maar zwaarder en eiste gaande de jaren zijn tol.
* De beginregel van Nescio’s “Titaantjes”.