#blokkeerfriezen

In de column “commentaar” in de Leeuwarder Courant van zaterdag 13 oktober 2018 deed de hoofdredacteur Sander Warmerdam het voorkomen  alsof de hele affaire rond de #blokkeerfriezen een realistische “preformance act” in drie bedrijven was, georganiseerd en bedacht door LF2018 . Eerste bedrijf, de blokkade 18 november 2017.  De rechtszaak van vrijdag jl. met de eis van het OM als tweede bedrijf . Het derde bedrijf laat nog op zich wachten, tot 5 december.  Warmerdam sloot zijn commentaar, getiteld  “Bevragend” af met: “Hoe groot is het vermogen tot dialoog in het versplinterde Friesland? Dat is de echte test voor de iepen mienskip ”

Mienskip, gemeenschapszin en identiteit hebben een soort haat-liefde relatie. Eerder 20181013_165516schreef ik al eens een blog over “Identiteit” . Om “erbij te willen horen”, om erkent te worden, vereenzelvig je je, identificeer je je met een bepaalde groep. En om de groep, als groep in stand te houden sluit die groep “de ander” weer uit. Gelijkgezinde Friezen sluiten zich bij elkaar aan om vervolgens tegen de ander te zeggen: “Tot hier en niet verder” #blokkerfriezen. En dat lijkt dan weer een vorm van uitsluiting. Op meer speelse wijze nemen de supporters van de Friese clubs Heerenveen en Cambuur ook zo’n houding tegenover elkaar aan door over elkaar te spreken als van DKV (dertig kilometer verderop) en de die-hard fans van beide clubs rijden liever meer dan 30 km om, om maar niet binnen de gemeentegrens van de rivaal te hoeven komen. Een onschuldige vorm van “uitsluiten”

 

De Amerikaanse socioloog, politicoloog en filosoof, Francis Fukuyama, beschrijft, in zijn nieuwste boek, “Identity: The demand for Dignity and the Politics of Resentement”, verontrustender  vormen van identiteitspolitiek.  Uit het interview dat Casper Thomas van “De Groene Amsterdammer” met Fukuyama had, gepubliceerd in De Groene nr. 41 van dit jaar, tekende ik het volgende op.

Fukuyame ziet de waardering voor de democratische rechtstaat afnemen. Interviewer Thomas, vat Fukuyama’s theorie zo samen: geld, macht en seks zijn belangrijk, maar de mens kan niet zonder erkenning van de identiteit die hij zichzelf toedicht. En om die erkenning te bereiken zijn we bereid veel op te offeren. Met Joni Mitchell zou je kunnen verzuchten: “Don’t it always seem to go That you don’t know what you’ve got Till it’s gone.”  (Big Yellow Taxi) Zoals vissen het water pas missen als ze op het droge liggen, zo missen wij in het Westen onze lang bevochten democratische vrijheden pas nadat wij die langzaam maar zeker hebben ingeruild voor erkenning. “In de strijd om die erkenning zijn we bereid een hoop in de waagschaal te leggen: veiligheid, rechtvaardigheid en op dit moment de democratie, concludeert Fukuyama. Een variant op Bertolt Brechts “Erst kommt das Fressen, und dann kommt die Moral” lijkt deze eeuw te zijn: “Eerst de welvaar, en die hebben we bereikt, en daarom nu de erkenning”.  20181013_170107

Warmerdam noemde noemde Jenny Douwes, de moderne Jeanne d’Arc, de onverzettelijkheid zelve. Ja, onverzettelijk zijn ze allemaal, de charismatische leiders van de Identiteitsbewegingen, zowel de plaatselijke als de regeringsleiders.

Over identiteit valt immers niet polderen of te onderhandelen. Fukuyama noemt in een adem: Vladimir Poetin, Recep Tayyip Erdoğan, Viktor Orbán, Jarosław Kaczyński en Rodrigo Duterte.  De Brexit ziet hij ook in het licht van de identiteit. “Culturele behoeften winnen het telkens van economische logica. Mensen zijn bereid welvaart in te leveren, als ze daarmee het idee hebben dat wie ze zijn beter tot hun recht komt. Ook hier dus “erkenning.

Nu hebben we de belangrijkste figuur die erkenning nastreeft ten koste van de gehele wereldorde natuurlijk nog niet genoemd:  “De aanval op de democratie is het werk van charismatische politici die claimen een directe band met het volk te hebben. Daarom zijn ze anti-institutioneel. Trump, daar heb je hem,  zei bij zijn aankondiging als presidentskandidaat dat alleen hij de problemen van Amerika begreep en dat hij alleen ze kon oplossen. Vanuit die redenering is tegen Trump zijn ook een aanval op het Amerikaanse volk. En dus valt hij systematisch alles aan dat hem tegenwerkt: de pers, de FBI, het ministerie van Justitie, de bureaucratie.” Trump-stemmers krijgen, zo concludeert interviewer Thomas,  bevestiging van hun identiteit, in ruil voor het opgeven van hun democratie.

Op globaal niveau lijkt de vraag van Warmerdam, gesteld in zijn commentaar deze zaterdag, te moeten luiden: “Hoe groot is het vermogen tot dialoog in deze versplinterde wereldorde ? Dat is de echte test voor de iepen mienskip“, die wij met z’n allen als wereldburgers vormen.

Democratie mag geen krachtmeting worden, maar moet die zoektocht naar de beste oplossing voor iedereen blijven.

Na de laatste Algemene Beschouwingen, de parlementaire behandeling van de op Prinsjesdag gepresenteerde plannen van de regering, lijkt iedereen het er wel over eens: niveau, omgangsvormen en taalgebruik van de dames en heren politici is beschamend.

Toen ik daarna de soap rond de benoeming van Brett Kavanaugh tot rechter in het Amerikaanse Hooggerechtshof aanschouwde, dacht ik somber: het duurt niet lang meer of de Nederlandse democratie is net zo kapot.

Enige tijd later, vandaag 8 oktober 2018, ving het proces ronde de #blokkeerfriezen aan. Die hashtag zal vanavond de 10.000 passeren op Twitter. Een enkele twitteraar erkent dat het hier om het blokkeren van een snelweg gaat en het met geweld of dwang verhinderen van een anti-zwarte Pietedemonstratie. Het heeft heel veel van mijn zelfbeheersing gevergd maar ik heb niet over dit onderwerp getweet.

http_i2.cdn.cnn.comcnnnextdamassets170120090910-01-trump-lincoln-memorial-0119-super-tease
Hij staat wel voor hem, maar begrijpt hij hem ook?

Abraham Lincoln, de 16de president van de Verenigde Staten omschreef de democratie als: “government of the people, by the people, for the people”. Voor Lincoln betekende “by the people” dat er een volksvertegenwoordiging was, alle Amerikanen in één vergaderzaal, dat lukt niet. En die laatste “for the people” dwingt de volksvertegenwoordigers om in goed overleg te onderzoeken wat het algemeen belang is en vraagt.

Ook in Nederland wordt het volk door middel van verkiezingen vertegenwoordigd en inderdaad krijgt de partij met de meeste stemmen de meeste volksvertegenwoordigers. Maar Koning Willem Alexander zei het al in zijn Kersttoespraak van 2014: “Eenheid zonder verscheidenheid is verstikkend. Verscheidenheid zonder eenheid is los zand. Nederland is meer dan zeventien miljoen selfies. We hebben elkaar nodig, sterker dan we vaak zelf beseffen.” Veel van wat de journalist Marcel ten Hooven schreef in zijn artikel in NRC van 15/16 september j.l. “Democratie is er voor de minderheid” is het citeren waard: “Niet de wil van de meerderheid is de kernwaarde van de democratie, maar de bescherming van minderheden.” En in het politieke debat waarin men op zoek gaat naar dat algemeen belang hoort per definitie ook veel aandacht besteed te worden aan de belangen van minderheden. „Je toont je een ware democraat als je in de positie bent de vrijheid van een minderheid in te perken, maar besluit dat niet te doen”, zei Gert-Jan-Segers (CU).

Lincoln werd op 14 april 1865 neergeschoten door een politieke tegenstander, hij stierf een dag later. Rechter Kavanaugh spreekt ook van een moordaanslag, zij het een politieke.

Hoe blijven wij in Nederland bij Ten Hooven’s idee van democratie: de georganiseerde kunst van het samenleven, om het op vreedzame wijze met elkaar te rooien en onderlinge conflicten te beslechten.

Democratie mag geen krachtmeting worden, maar moet die zoektocht naar de beste oplossing voor iedereen blijven.

Wat gij niet wilt dat u geschiedt…. En weet u wat u echt wilt?

Het weekend van 15/16 september weer veel bezorgdheid te lezen over de democratie en over de instituties die die democratie zouden moeten schragen.

Het belang van goede journalistiek

20180923_194503
De illustratie bij het stuk van Heijne door Lynne Brouwer

Xandra Schutte (@xandraschutte ) beschrijft in de rubriek: “In het nieuws” van de Groene Amsterdammer #37, de hedendaagse grote veranderingen op sociaal (de vele kloven die ontstaan) , technisch (digitalisering) en klimatologisch gebied. Ze stelt vast dat al die ontwrichtende veranderingen gepaard gaan met verlies van vertrouwen in de instituties: in de politiek, de wetenschap, de rechterlijke macht en niet in de laatste plaats in de journalistiek.  Als triest dieptepunt noemt zij Donald Trump met zijn sneren over  het ‘fake news’ van de ‘enemy of the people’  ( de main stream media).

Schutte kreeg die zaterdag steun van Bas Heije ( @Bjheijne ) in NRC. Zijn stuk “Wij zijn beter te manipuleren dan ooit” . Heine haalt de Amerikaanse literatuur criticus Michiko Kakutani aan die in haar boek “The Death of Truth: Notes on Falsehood in the Age of Trump” ons een spiegel voorhoudt:

“We zijn door-en-door narcistisch geworden, aangemoedigd om onszelf als middelpunt van alles te zien (selfie-cultuur!). Waar is wat we voelen – en alles wat die waarheid in twijfel lijkt te trekken zien we als een leugen, of iets wat ons dwarsboomt. Door nieuwe technologie en de opkomst van sociale media heeft een verkaveling van het maatschappelijke debat plaatsgevonden – in plaats van vrije uitwisseling van argumenten is er groepspolarisatie.” 

Heijne eindigt hoopvol met de Britse onderzoeker Bobby Duffy die in zijn boek “Perils of Perception” de visie neerlegde dat  wanneer we weten hoezeer we geneigd zijn onze emoties ons idee van de waarheid te laten beïnvloeden, zijn we beter bestand tegen foute aannames. Er is geen reden tot wanhoop, stelt hij, Duffy, „we zijn minder slaaf van onze verkeerde manier van denken dan het soms lijkt. We veranderen nog steeds van mening en nog altijd spelen feiten daar een rol bij”.

En voor feitenonderzoek en duiding van de feiten hebben we goed werkende journalistiek nodig en programma’s als TegenlichtBrandpunt +ZemblaAndere Tijden en op de radio Argos. Dat soort programma’s laten zich niet vervangen door vormen van “infotainment”.

Referendum als gevaar voor de democratie

Mijn weekend van 15/16 september jl. werd helemaal goed na het lezen van het opiniestuk van de journalist o.a van de Groene Amsterdammer, Marcel ten Hooven (@MarceltenHooven ).  In zijn stuk “Democratie is er voor de minderheid” gaat Ten Hooven weer terug naar de essentie van de democratie. Eerder schreef ik op deze plaats al een blog met de titel: “Verkiezingen zijn niet democratisch“. Inderdaad zijn we met onze verabsolutering van de stembusuitslag en van het resultaat van de stemming door volksvertegenwoordigers ver weg geraakt van het wezen van de democratie.

Ik zou het hele stuk van Ten Hooven hier wel willen weergeven maar ik beperk mij tot enkele citaten:

“Idealiter, tot haar kernwaarde teruggebracht is de democratie een manier om fatsoenlijk met elkaar om te gaan. Zij is dus een vorm van beschaving.”

“Voor verreweg de meeste mensen zal gelden dat ze voor zichzelf vrijheid willen. Dat ze de ruimte willen hebben om naar eigen overtuiging te leven. Dat ze met respect tegemoet willen worden getreden. De ‘gulden regel’ die in alle grote religies en wereldbeschouwingen als praktische ethiek is geformuleerd (behandel anderen zoals jezelf behandeld wilt worden) is dus ook een basisregel voor de democratie in haar betekenis van fatsoenlijke omgangsvorm.”

“Anders geformuleerd: het democratische en rechtsstatelijke gehalte van een natie is af te lezen aan de mate waarin je ‘anders’ kunt zijn zonder dat anderen jou als een bedreiging gaan zien.”

“De democratie is dus pas een volwaardige als zij is vastgeklonken aan burgerlijke rechten en vrijheden die minderheden tot hun recht laten komen. Niet de wil van de meerderheid is de kernwaarde van de democratie, maar de bescherming van minderheden.

Na dat belang van die getalsmatige meerderheid terecht te hebben gerelativeerd -en dat zouden meer mensen moeten durven politici zelf maar ook de “duidende journalistiek”- neemt Ten Hooven makkelijk de stap het referendum een domme vorm van democratie te noemen.  “Het kleedt de democratie uit tot enkel het stemrecht en reduceert haar daarmee tot de simpele gedachte dat een kwestie is afgedaan zodra de kiezer heeft gesproken. Die uitspraak krijgt dan, zoals in het Brexitdrama, de status van een soort volmacht om de wil uit te voeren van degenen die bij het referendum de winnende stem uitbrachten.” Net vandaag, zondag 23 september 2018 is de discussie in het Verenigd Koninkrijk over een nieuw te houden referendum weer in volle hevigheid uitgebroken nadat de Labour-leider Corbyn ook bereid blijkt een tweede Brexit-referendum te steunen.  Weer zal dan kwaad met kwaad vergolden worden vanwege wat Ten Hooven die misvatting noemt die schuilgaat achter het referendum, namelijk, dat iedereen van alles verstand heeft en erover kan oordelen. Ten Hooven eindigt dan met een pleidooi voor het behoud van onze representatieve democratie, ook al belichaamt de uitkomst van de stemming nooit de ultime waarheid. Een politiek besluit zou nooit onherroepelijk moeten zijn , ook het Brexit besluit niet. Altijd zou het besef moeten blijven bestaan dat het politiek besluitvormingsproces, hoe zorgvuldig ook doorlopen, imperfect blijft.

Ik kan het niet laten zijn slotalinea’s integraal weer te geven:

data35581842-34e7c2
Cover van het boek van Ten Hooven

“In het debat wisselen politici die geacht worden deskundig te zijn – noem hen een elite – standpunten uit, wegen zij argumenten en belangen, beoordelen ze praktische consequenties, wettelijke haalbaarheid en mogelijke strijdigheid met rechtsstatelijke principes, om tot slot een poging te doen het geheel uit te werken in compromiswetgeving.

Het is dus zinnig om het in de discussie over onze democratie eerst over de inhoud te hebben en dan pas over de vorm: het bestel. Er wordt veel gezucht en gesteund over ‘onze’ representatieve democratie, maar met haar ingebouwde dwang tot matiging, haar lerende eigenschappen, het gewicht dat zij aan de stem van minderheden geeft en de kritische afstand die ze creëert tussen kiezers en gekozenen, organiseert zij de kunst van het samenleven beter dan andere stelsels. De conclusie moet zijn: perfect is zij niet, maar van alle democratieën is de onze de beste.

Terecht kreeg dit stuk de volgende “subkop” mee:

Democratie In een democratie moet je ‘anders’ kunnen zijn zonder dat anderen jou als een bedreiging zien. Laat ons politiek bestel daarom ongemoeid: het voldoet het beste aan die voorwaarde. En houd nu op over dat referendum, schrijft 

 

 

De gevaarlijke arrogantie II

“Het beste argument tegen de democratie is een gesprek van vijf minuten met de doorsnee kiezer”. Met deze quote van Winston Churchill begint een mooie column van de politiek filosoof Remko van Broekhoven. 20180505_113923-1Spreekt hier de “vleesgeworden” weldenkende mens die met de doorsnee kiezer eigenlijk die “achterblijvers” bedoelt die bij gebrek aan inzicht hun onderbuik volgen?

Eerder schreef ik over de arrogantie van de zogenaamd weldenkende mensen, waartoe ik, heel aanmatigend, mijzelf ook graag reken. Zie: “De gevaarlijke arrogantie van de macht”.

Maar net als Remko van Broekhoven moet ik, als ik eerlijk ben, bij mijzelf ook vaststellen dat ik dat (wel)denken wel eens oversla. “Cherrypickend” pluk ik laaghangend fruit uit de media van mijn eigen bubbel. Feiten zoekend die mooi aansluiten op mijn gevoelsmatig gevormde opinie, mijn onderbuik dus, en die “feiten” dan zonder veel studie of overdenking delen. Aan die intellectuele luiheid zal ik me wel schuldig blijven maken, ik maak mij geen illusies. Maar de les die Van Broekhoven mij meegeeft is:

“Maar laten we wel onder ogen zien dat iedereen vatbaar is voor minder fraaie gevoelens, voor woede en wrok, voor angst en afgunst, voor dedain en paniekpolitiek. En laten we er rekening mee houden dat dit soort gevoelens je oordeelsvermogen kunnen verwarren en verduisteren, hoe hoog je opleiding of je inkomen ook is, hoe fatsoenlijk ook de krant die je leest of de omroep die je kijkt.”

En nu ik dit schrijf op 5 mei, herhaal ik hier mijn zwaarwichtige afsluiting van mijn deel I over “De gevaarlijke arrogantie van de macht“: 20180505_082658

“Veel achterblijvers, die op arrogante wijze zijn weggezet door de deskundige elite, hebben geen vertrouwen meer in dat eerlijk delen van kennis. Kennis is macht en macht maakt niet alleen arrogant, menen zij, maar corrumpeert uiteindelijk. Zo vormt arrogantie een gevaar voor onze SAMENleving.”

Wie de macht heeft om met de waarheid te knoeien brengt uiteindelijk onze democratische rechtsstaat in gevaar. Of zoals Timothy Snyder het zei, door mij aangehaald in “The truth, the whole truth and nothing but the truth”  „Zonder waarheid is er geen vertrouwen, zonder vertrouwen is er geen rechtsstaat, zonder rechtsstaat is er geen democratie.”

En Remko Broekhoven brengt in zijn column empathie en verantwoordelijkheid bij elkaar, door af te sluiten met:

“En Winston Churchill, besef dat een gesprek met de doorsnee kiezer je afkerig kan maken van democratie, maar ook dat zo’n gesprek je inzicht geeft in een onderbuik die niet weg te denken is uit welke democratie dan ook.” IMG_20180505_113241

De echt weldenkende mens met hart voor de democratische rechtstaat ziet het als zijn plicht en verantwoordelijkheid zo dicht mogelijk bij the truth the whole truth and nothing but the truth te blijven en doet daar ook moeite voor door integer wel te blijven denken en de ander keer op keer te corrigeren en tegen te spreken wanneer die ander het niet zo nauw neemt met de waarheid. Dit alles dan weer in het besef dat niemand de waarheid in pacht heeft. Maar, laatste citaat, nu vrij oud, Nicolaas Beets:

“Du choc des opinions jaillit la vérité”

(Uit de botsing van meningen ontspruit de waarheid)

Het botsen der gevoelend; zegt men vaak,

Kan voeren tot het ware van de zaak.

Maar waar vooroordeel met vooroordeel strijdt,

Wat is het — dan verlies van tijd!”

Dus leg dat vooroordeel opzij en ga met belangstelling en empathie het gesprek aan.

Ill fares the Land zonder moreel kompas

“Ill fares the land, to hastening ills a prey, Where wealth accumulates, and men decay.”        (Oliver Goldsmith , The Desert Village (1770). Een 18e eeuwse aanklacht tegen de toen al opkomende industrialisatie. Accumulatie van rijkdom, efficiënte productie ten koste van de mens, van de menselijke waardigheid.  Tony Judt , een belangrijk denker en historicus uit Engeland, moest geïnspireerd zijn geweest door Goldsmith toen hij zijn laatste boek voor zijn dood in 2010 ook die titel meegaf: “Ill fares the Land”. Een boek waarin Judt “ons uitdaagt om de confrontatie aan te gaan met onze maatschappelijke problemen – en de verantwoordelijkheid te nemen voor de wereld waarin we leven. En Judt draagt alternatieven aan: er is hoop, zolang we durven na te denken”, aldus een recensie van dat boek op de site Athenaeum Boekhandel.

20180317_134247

ING

Wat is nieuw in 2018 als we ons druk maken over die “accumulatie” van rijkdom binnen het ING-concern.

Kloof tussen rijk en arm

Oxfam Novib berekende onlangs dat in 2017 de rijkste 1 procent meer dan 50 procent van het totale mondiale vermogen bezat.  De vermogensgroei van de alle miljardairs op de wereld, die ook in 2016 ook al miljardair waren, bedroeg 762,5 miljard dollar. Om alle bewoners van de aarde die nu nog onder het extreem lage inkomensniveau “leven” van 1,90 dollar per dag, boven die 1,9 doller te tillen, is slechts 107 miljard dollar nodig. Dat is 1/7 deel van alleen die inkomensgroei van de miljardairs op de wereld.

Die exorbitantie hoge geneesmiddelenprijzen

Een ander recent nieuwsfeit dat mij deed twijfelen aan die zegeningen van de het vrijemarktkapitalisme was de, ja weer, perverse marktprijs van sommige geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten zoals, taaislijmvlies en de spierziekte SMA. Die medicijnen zijn ongetwijfeld ontwikkeld door academici die zijn opgeleid door, grotendeels door de staat gefinancierde wetenschappelijke opleidings- en onderzoeksinstituten. Hoe kan het dan de farmaceutische industrie er uiteindelijk met de buit van door kunnen gaat. En wat voor buit: een jaar lang Spinraza, het medicijn dat helpt tegen SMA, kost € 505.000 en is daarmee het duurste medicijn ter wereld. Bij taaislijmvlies is die “jaarprijs” € 170.000.  De neiging om die fabrikanten Biogen (SMA) en Vertex (taaislijmvlies)  en eigenlijk de gehele farmaceutische industrie, te nationaliseren is dan moeilijk te onderdrukken.  Echter “tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren,”. 

“De zegeningen van de vrije markt”

Hoe komt het dat er sinds die industriële revolutie, ondanks de daaraan voorafgaande Verlichting, men tot op de dag van vandaag zo heilig is blijven geloven in “de zegeningen van de vrije markt?”

De bankencrisis heeft ons na de dreun van “de val van de Muur”, uiteindelijk niet op andere gedachten gebracht. Dat die ING directeur nu met slechts 2 miljoen euro moet zien rond te komen, kan niet als een afkeer van het kapitalisme gezien worden maar meer als een kleine hype.

Maar acht jaar na het verschijnen van het boek van Tony Judt “Ill fares the Land” geeft het NRC een bespreking van twee recent verschenen boeken met, naar ik begrijp min of meer dezelfde strekking als “Ill fares te Land” . Die recensies worden geplaatst onder de kop: “Het fiasco van de vrije markt“.

20180317_160724 (1).jpg

Hoewel de recensent in de besproken boeken een verwijzing naar “Het Kapitaal” van Karl Marx mist, komen gedachten aan het communisme in mij op. Zeker na lezing van dat prikkelende manifest van Gustaaf Peek uit 2017: “Verzet, pleidooi voor communisme”

Helaas heeft in Nederland “de derde weg”, naast of tussen Kapitalisme en Communisme, het Rijnlands model, na de periode Reagan en Thatcher ook al lang weer verlaten. Nauwelijks vindt nog een demping plaats van die meedogenloze gevolgen van het “Laisser-faire” vrije markt denken.  Men blijft ook maar privatiseren, zelf de rechtspraak moet gaan concurreren met de markt. Na de val van de Muur bekeerde zelfs de sociaal-democratie zich tot het geloof in de vrije markt: “maakten we onszelf wijs dat we helemaal geen overheid nodig hadden” aldus Sander Heijne, schrijver van een van de in het NRC beschreven boeken.

Vermelding verdienen ook de recente uitspraken van de oud topman van Philips, de heer Jan Timmer. In mijn ogen destijds de vleesgeworden kapitalist. Maar wat lees ik in een recent interview van hem De Volkskrant (zie Blende), sprekend over “het lelijke gezicht van het kapitalisme zegt hij: “De politiek heeft gedacht dat het kapitalisme zichzelf zou kunnen reguleren. Dat is een groteske ontkenning van de menselijke natuur. Mensen willen bedriegen en bedrogen worden. Europeanen denken dat vrijhandel een groot goed is. Dat roepen Amerikanen en Aziaten ook. Maar in werkelijkheid hebben ze vrijhandel ondergeschikt gemaakt aan macht.” Bien étonné de se trouver Jan Timmer en Tony Judt ensemble”.

20180317_160611

Heel lokaal

In de inleiding op zijn boek “Ill fares the Land , in de Nederlandse vertaling door Wybrand Scheffer “het Land is moe” schrijft Judt: “Toch is de verzorgingsstaat onder degenen die er voordeel van hebben geliefder dan ooit: in Europa is nergens draagvlak voor de afschaffing van de openbare gezondheidszorg, beëindiging van het gratis dan wel gesubsidieerd onderwijs of terugdringing van de bemoeienis van de overheid met het openbaar vervoer en andere essentiële diensten.”  Sterker nog “kamerbreed”ontstaat nog steeds verontwaardiging over misstanden in het (overigens ook al aan privatisering ten prooi gevallen) openbaar vervoer. In in mijn gemeente Weststellingwerf maakt ook  de plaatselijke VVD afdeling zich ook sterk voor de terugkeer van een “intercitystop” te Wolvega.

Hoe nu verder?

“We no longer ask of a judicial ruling or a legislative act: is it good? Is it fair? Is it just? Is it right? Will it help bring about a better society or a better world? Those used to be the political questions, even if they invited no easy answers. We must learn once again to pose them.” ( In de vertaling: “Van een rechterlijk oordeel of een juridische stap vragen we ons niet meer af of die terecht, eerlijk, rechtvaardig of juist is, en al helemaal niet of die zal bijdragen aan de totstandkoming van een betere maatschappij of een betere wereld. Hoe moeilijk de antwoorden soms ook konden zijn, ooit waren dat dé politieke vragen. We moeten opnieuw leren die vragen te stellen.”)

Met deze zinnen leidt Judt zijn boek, uitgegeven in het jaar waarin hij stierf, 2010, in. Zijn zoon Daniel Judt (Yale University) aan wie hij zijn boek ook mede opdroeg nam het stokje al in 2011 van zijn vader over, als 16 jarige met zijn essay ” Rethinking Politics in the Classroom“.

Niet verrassend maar daarom niet minder waar ziet de zoon de oplossing in het onderwijs. “Rethinking Politics” , het herdefinieren, het opnieuw uitvinden van politiek.

We zijn ons vaak wel bewust van onrecht(vaardigheden), van oneerlijkheid en ongelijkheid maar we leren niet en zeker niet op in “the classroom” om daar diepgaand over na te denken in een meer ethische filosofische wijze.20180317_161543

Denken, nadenken , Hannah Arendt heeft er boeken over vol geschreven. Ik zou het willen aanvullen met empathie en met het tot je nemen van literatuur.

Daniel Judt komt dan al kind en leerling van zijn vader tot de aanbeveling: “So why not put that sort of thinking into a course? Students will then focus on it and will gradually realize that ethical and moral questions, not questions of money and production, are the true political questions. Ideally, the course would help students build an immunity to simplistic political debate and the evasion of difficult moral questions.”

Hij toont zich hier niet alleen een kind en leerling van zijn vader maar ook een volgeling van Hannah Arendt.  Denken, nadenken , Hannah Arendt heeft er boeken over vol geschreven. Inderdaad, het zijn de ethische en morele vragenstukken waar de politiek zich bij uitstek op dient te richten en niet de vragen over geld en productie.  Een ideale opleiding zou studenten immuun moeten maken voor iedere afleiding van die hoofdzaak: de op te lossen morele ethische kwesties.

Judt sluit zijn inleiding af met een kritische opmerking van één van zijn jongere collega’s op zijn boek:

“Het opmerkelijkst aan hetgeen u zegt is niet de inhoud maar de vorm,’ schreef zij. ‘U schrijft dat u boos bent om onze politieke zwijgzaamheid, over de noodzaak dat er in ons door de economie gestuurde denken een tegengeluid weerklinkt, en over de dringende behoefte aan een terugkeer naar een ethisch-inhoudelijk openbaar debat. Niemand heeft het daar tegenwoordig nog over.’ Vandaar dit boek.

Hoe kan het dat bovengenoemde uitwassen van die vermaledijde vrije markt, – zoals recent die ING affaire, die onbetaalbare geneesmiddelen, de groeiende kloof tussen arm er rijk, –  dat jonge maar tot op heden onwrikbare geloof in “de heilige vrij markt” of zo u wilt in die “onzichtbare hand” die die markt bestiert, onberoerd laat.

Daarvoor roept Judt ook in zijn inleiding Alexis de Tocqueville aan:

“Als vanzelf bekruipt mij de vrees dat de mens ooit elke nieuwe theorie als een gevaar, elke vernieuwing als een moeizaam probleem en elke sociale vooruitgang als een eerste stap op weg naar de revolutie zal zien, en dat hij dan helemaal zal weigeren zich nog te bewegen.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De “zegeningen” van het vrijemarktkaplitalisme

Die beschamende kloof tussen rijk en arm

Oxfam Novib berekende onlangs dat in 2017 de rijkste 1 procent meer dan 50 procent van het totale mondiale vermogen bezat.  De vermogensgroei van de alle miljardairs op de wereld, die ook in 2016 ook al miljardair waren, bedroeg 762,5 miljard dollar. Om alle bewoners van de aarde die nu nog onder het extreem lage inkomensniveau “leven” van 1,90 dollar per dag, boven die 1,9 doller te tillen, is slechts 107 miljard dollar nodig. Dat is 1/7 deel van alleen die inkomensgroei van de miljardairs op de wereld.

Een ander recent nieuwsfeit dat mij deed twijfelen aan die zegeningen van de het vrijemarktkapitalisme was de, ja weer, perverse marktprijs van sommige geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten zoals, taaislijmvlies en de spierziekte SMA. Die medicijnen zijn ongetwijfeld ontwikkeld door academici die zijn opgeleid door, grotendeels door de staat gefinancierde wetenschappelijke opleidings- en onderzoeksinstituten. Hoe kan het dan de farmaceutische industrie er uiteindelijk met de buit van door kunnen gaat. En wat voor buit: een jaar lang Spinraza, het medicijn dat helpt tegen SMA, kost € 505.000 en is daarmee het duurste medicijn ter wereld. Bij taaislijmvlies is die “jaarprijs” € 170.000.  De neiging om die fabrikanten Biogen (SMA) en Vertex (taaislijmvlies)  en eigenlijk de gehele farmaceutische industrie, te nationaliseren is dan moeilijk te onderdrukken.  Echter “tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren,”. Ik laat nu even de Groninger discussie over de NAM en de rol van de oliemaatschappijen daarin buiten beschouwing.

20180203_135112Maar je zou er communist van worden, zeker na lezing van dat prikkelende manifest van Gustaaf Peek: “Verzet, pleidooi voor communisme”

Helaas heeft in Nederland “de derde weg” , het Rijnlands model, na de periode Reagan en Thatcher ook al lang weer verlaten. Nauwelijks vindt nog een demping plaats van die meedogenloze gevolgen van het “Laisser-faire” vrije markt denken.  Men blijft ook maar privatiseren, zelf de rechtspraak moet gaan concurreren met de markt. En het oud bewindslieden duo Opstelten en Teeven hebben die “commerciële rechtspraak” ook nog behoorlijk voorgetrokken. De geperverteerde schuldenindustrie maakt daar nu dankbaar gebruik van.

De schuldenindustrie

Eerst nog iets over die schuldenindustrie. Al eerder schreef ik hier over de lucratieve handel in schulden (zie Gokken met Incasso’s). Ondernemingen als Nuon, Essent, Vodafone, Ziggo en bijvoorbeeld Wehkamp verkopen hun vorderingen op hun klanten aan grote incassobedrijven. Die opkopende bedrijven trachten de schuldenaren, vaak met bluf en dreiging met beslag, tot betalen te bewegen en als dat niet lukt, worden de vorderingen aan de rechter voorgelegd. Inmiddels weten wij wat een uitzichtloze schuldensituatie met de mens doet. De chaos in het hoofd wordt minstens zo groot als die van hun financiën. Ze duiken en verschijnen niet voor de rechter om hun kant van het verhaal te vertellen. Gevolg: ze worden bij hamerslag door de rechter veroordeeld tot betaling van niet alleen de oude schuld, maar ook moeten ze de hoogopgelopen proceskosten voldoen.

Maar zelfs die stempelvonnissen, afgegeven door rechters die het dossier nauwelijks bestuderen omdat de schuldenaar toch niet kwam opdagen, worden te omslachtig en te duur bevonden door de schuldenindustrie. Daarom bedacht die industrie een nieuw middel om winst te maken uit de schulden van de vaak sociaal zwakkere groep consumenten: een als rechtbank vermomde incasso-fabriek, die e-court heet. Een commerciële robot-rechter, die zijn opdrachten in hoofdzaak krijgt van zorgverzekeraars en van Bol.com, laat z’n oren gauw hangen naar die goede opdrachtgevers.

Bij haar aanval op het “staatsmonopolie” op de rechtspraak, kreeg Henriëtte Nakad, oprichtster van e-court, dus steun van nota bene het bewindslieden duo Teeven en Opstelten dat juist zou moeten waken over onze rechtstaat. En een van de pijlers van die rechtsstaat is toch de onafhankelijke overheidsrechtspraak

plaatje-geheime-rechtbank-690x366
Met dank aan Investico

De kwalijke rol van het duo Opstelten en Teeven

Onderzoeksjournalisten van de De Groene, Nieuwsuur en het onderzoeksjournalisten platform Investico sloegen de handen ineen en publiceerde o.a. in De Groene het artikel “Vonnis te Koop“.

Het journalisten collectief schreef:

In de vijf jaar dat Teeven samen met Opstelten het ministerie van Veiligheid en Justitie bestierde, nam het duo verschillende maatregelen die e-Court een duwtje in de rug gaven. Maar vragen over die periode en de steun voor e-Court wil Teeven niet beantwoorden. ‘Nee dank, daar heb ik weinig zin in’, mailt hij.

Opstelten en Teeven maakten bijvoorbeeld de griffierechten voor kantonzaken bijna twee keer zo duur tot inmiddels zo’n vijfhonderd euro. Dankzij die enorme kostenverhoging kan e-Court zich presenteren als het goedkope, private alternatief.

Niet alleen Opstelten en Teeven maar ook Ard van der Steur, ook VVD, vonden de overheidsrechtspraak maar te traag en te duur, dat mocht best iets minder zorgvuldig. Laat de vrije markt daar ook maar eens op los.

Eerder biechtte Teeven in een interview met De Groene bijna trots op hoe hij soortgelijke Machiavelliaanse politiek bedreef om zijn doel te bereiken. Hij zei toen:

‘Verdere verstrenging van het strafrecht zat er nu niet meer in’, zegt Teeven. ‘Toen heb ik me toegelegd op de bezuiniging op de advocatuur. Het is een andere manier om hetzelfde effect te bereiken. Als je aan een advocaat niet al te veel tijd geeft om aan een verdachte te besteden, dan wordt het ook niet zo veel, die verdediging.’

DVBvO_WW4AIOZpl

Van het proces dat Teeven tegen zijn interviewer zou aanspannen is het nooit gekomen en ik moest aan deze uitspraak denken toen ik donderdag 1 februari jl. al die advocaten in Toga zag demonstreren voor een redelijke vergoeding voor hun werk binnen de gesubsidieerde rechtshulp.

Maar terug naar die vermarkting van de rechtspraak.

Daar waar rechtspraak onafhankelijk, openbaar, transparant en zorgvuldig moet zijn, is e-court een duister hermetisch gesloten bolwerk, gevestigd in een kasteeltje op de Veluwe. En alleen de dreiging met e-court heeft, vooral op de murw geslagen schuldenaar, al snel het door de schuldenindustrie beoogde effect. 60 % van de schuldenaren die een oproep ontvangt van e-court betaald van schrik subiet.

Maar het enige wat een robot-rechter kan, gevoed door zijn algoritmen, is voorspellen. Zoals Bol.com aan de hand van uw aankopen in het verleden kan voorspellen wat u ook een goed boek zal vinden.  Maar een rechter moet niet voorspellen, maar recht spreken. Een juridische morele afweging maken na weging van alle feiten en (persoonlijke) omstandigheden en dan tot een goed gemotiveerd oordeel komen. Dat kunnen robot-rechters niet. Wat het e-court ook niet kan, is een uitspraak doen waarmee de deurwaarder direct beslag kan leggen of een openbare verkoop kan organiseren. Dat kan alleen als een echte rechter dat vonnis heeft “goedgekeurd”. Hier ligt een kans voor de gewone rechter om verloren terrein terug te winnen.

Misschien is een mooie stap terug weer meer richting die derde weg het basisinkomen en ook een meer menselijke omgang met uitzichtloze schulden. Mooie initiatieven op dat gebied worden ontwikkeld door Pieter Hilhorst , oud wethouder van Amsterdam, politicoloog, publicist, actieonderzoek op het sociaal domein, initiatiefnemer Amargi, mede oprichter Goede Gieren Coöperatie.

 

 

 

De misdadige tackle

In de nacht van onze “tussenstop” van Zuid Frankrijk naar huis, vond het gevecht van de eeuw of liever “the Money Fight” plaats tussen de (ex) bokser Mayweather en “kooivechter” McGregor. Mijn zoon wilde die wedstrijd graag zien dus ons hotel moest een behoorlijke wifi verbindingen kunnen bieden. Dat viel tegen.MMA

Die hele hype rond dit gevecht was mij ontgaan. Voor “the noble art of boxing” had ik nog wel waardering maar Mixed Martial Arts (gemengde vechtkunsten) leek mij meer bedoeld als netwerk gala voor criminelen dus ik deelde mijn zoons belangstelling niet.

Toch stond ik in een vorig leven ook midden in de nacht op voor “The Rumble in the Jungle” en “Thrilla in Manila”. Legendarische boks gevechten van Mohammed Ali tegen TrillaGeorge Foreman in Kinshasa (the Jungle, 1974 ) en tegen Joe Frazier in Manila (1975).

Ik vond die kooigevechten maar barbaars en crimineel maar wie Mohammed Ali in zijn laatste jaren voor zijn overlijden in 2016 heeft gezien, een lichamelijk wrak, zou die klappen van Foreman en Frazier achteraf ook bijna misdadig kunnen noemen. Naar mijn weten zijn Foreman en Frazier nooit vervolgd voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.

Wat maakt iemands optreden tijdens een sportwedstrijd een strafbaar feit? Op zich gelden voor het sportveld en de ring dezelfde maatstaven als wanneer er geen sprake is van een sport- of spelsituatie. Maar handel je binnen de spelregels van de desbetreffende sport dan heb je niets te vrezen. Alleen als je de spelregels op flagrante wijze schendt, dreigt een vervolging wegens bijvoorbeeld (zware) mishandeling. Boksers mogen elkaar slaan, alleen niet “onder de gordel” en niet op het achterhoofd. Stel dat McGregor door bleef slaan op het achterhoofd van Mayweather en laatstgenoemde zou daardoor letsel hebben opgelopen? Zou die schending van de spelregels “flagrant” genoeg zijn voor strafbaarheid? Volgens de hele strenge opvatting van het Hof Den Haag in de “sliding tackle-zaak” vermoedelijk wel. Het Hof oordeelde: “Bij het maken van een sliding tackle neemt de speler bewust het risico dat hij zijn tegenstander raakt en/of ten val brengt en het is een feit van algemene bekendheid dat daardoor blessures kunnen ontstaan.” Zware mishandeling dus.

Daarmee sloeg het Hof de sliding technisch juridisch knok out.

 

Bramentijd of eigenlijke komkommertijd

Voor mijn moeder die vroeger bij het zien van een bramenstruik spontaan van haar fiets sprong en nu zo gevallen is met haar driewieler (85 jaar) dat een bramenstruik haar even niets doet.20170730_151014-1

“Wie bramen plukt, riskeert hoge boete”. Ik verslikte me bijna in m’n ontbijt, toen ik die kop in de “Leeuwarder” van 27 juli jl. las. Zijn ze nu helemaal van het bospadje af, die koddebeiers van Staatsbosbeheer of wie dit “komkommernieuws” ook de wereld in heeft geslingerd.

De bramentijd en de vakanties zijn aangebroken, toch moeten de kranten vol en ook ik moet voor mijn vakantie nog een stukje inleveren. Eigenlijk vond ik de sop de kool niet waard maar mijn juridische interesse werd toch geprikkeld door deze kleine zomerhype. Dus liet ik mij verleiden om in deze nieuwe zomerhype te duiken.

Als bramenplukken stroperij is, is madeliefjes plukken dat ook, tenzij die madeliefjes uit je eigen tuin komen. Voorjaar 2013 ontstond een rel over een oma die een boete kreeg verbodomdat zij met haar kleinkinderen narcissen had geplukt. De bekeurende stadswacht vroeg de oma of ze wel wist van wie die bloemen waren en de assertieve oma zei: “Ja, van ons allemaal.” Kijk, zo’n duidelijke door Annie M.G. Smidt opgevoede oma had direct mijn sympathie. Helaas moest ik mijn mening wat bijstellen toen bleek dat er 47 narcissen uit een stadsbloemenperkje waren geplukt door de kleinkinderen van die grootmoeder.

 

Maar nu weer terug naar die bramen van 2017. Bramenstruiken groeien over het algemeen niet in stadsperken maar woekeren vaak samen met die andere plaagplant, de brandnetel, in al het “niet aangeharkte groen” en bedreigen daar de blote kuiten van fietsers en wandelaars. En dan één maand in het jaar geeft de braam ons iets terug voor al dat ongerief, heerlijke zwart blauwe vruchten en dan roepen die “Bromsnorren” van Staatbosbeheer: Stroperij! Ja, het wetboek van strafrecht stelt het wegnemen van een ander toebehorende “te veld staande veldvruchten” strafbaar. Volgens de wetsgeschiedenis is een veldvrucht “Elk voortbrengsel van de grond, dat, met het oog op het daarvan te verkrijgen genot, wordt geteeld en geoogst”? De woekerende braam langs de Oude Jokweg is echt niet geteeld. Op de stelling van RTV Drenthe: “Ik blijf gewoon bramen plukken in de natuur.” reageerden 85 % met eens en 15 % met oneens. We blijven gelukkig het volk van “Bartje” en Annie M.G. Smidt. Die bramen zijn van ons allemaal.

 

 

 

 

21st century skills: Zomaar een tekst die ik wil delen:

“Goede docenten zetten leerlingen niet alleen aan het werk voor een laptop of iPad, maar proberen de wereld met verhalen en het overbrengen van kennis ook voor hen open te leggen, waarmee ze de voorwaarde voor hoop scheppen. Want in de openheid die dan ontstaat, kunnen leerlingen en studenten uit een veelheid van visies en mogelijkheden datgene kiezen wat hun op grond van het geleerde het meest nastrevenswaardig lijkt.

20170521_131201

Hoeveel feiten en wetmatigheden de leerlingen ook uit het hoofd leren, pas als ze deze naar eigen inzicht op de immer veranderende werkelijkheid weten toe te passen, kan er sprake zijn van een geslaagde opvoeding.

Het onderwijs, de bakermat van iedere samenleving, zou zich ook veel meer moeten richten op de menselijke vermogens bij uitstek, de liefde voor de ander en voor de wereld enerzijds en de creativiteit en het vermogen het onverwacht nieuwe te scheppen anderzijds..”

Melancholie van de Onrust Joke J. Hermsen Essay in het kader van de maand van de filosofie

Integer gedrag is moeilijk af te dwingen

Een tweet met de tekst: “Niet strafbaar is iets anders dan integer. De wet is niet de enige grens aan wat ethisch en integer is” zag ik onlangs voorbijkomen. Er zit inderdaad een grijs gebied tussen wat niet is toegestaan en wat maatschappelijk niet aanvaard is. De burger zoekt de buitengrens: “Niet strafbaar is iets anders dan integer.” en de wet- en regelgever duwt die grens weer terug door ons “normen en waarden” op te leggen.

Schermafdruk 2017-05-14 13.15.27

Door dat opzoeken van de buitengrens juridificeert de samenleving en raakt de burger het gevoel voor ethiek en integriteit, en misschien ook wel haar inlevingsvermogen, kwijt. Die gulden regel: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.”

Die regel is niet exclusief Christelijk, maar komt in alle wereldgodsdiensten en in vele culturen voor. En het is zo’n eenvoudig gedachte-experiment. Hoe zou ik het vinden als ik ontdek dat het dak lekt van het door mij gekochte huis en het kan niet anders of de verkoper moest dat geweten hebben. Dan kan je moeilijk doen over wettelijke informatieplichten en onderzoekplichten, maar eigenlijk zou je dat soort juridische begrippen niet nodig moeten hebben. Een andere steeds populairder worden “plicht” is de zogenaamde zorgplicht. Steeds vaker roepen wet- en regelgevers en ook rechters die zorgplicht aan. Eigenlijk vooral, als concretere regels om simpelweg behoorlijk gedrag af te dwingen moeilijk zijn te formuleren. Maar hebben we rechters of wet- en regelgeving nodig om ons duidelijk te maken wanneer wij onze medemens moeten behoeden voor ongelukken of misverstanden.  Die binnengrens zouden wij als samenleving zelf moeten bepalen, daar hebben we geen overheden voor nodig.

Je gedrag mede moeten laten bepalen door de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij heette dat zeer plechtstatig in een oude uitspraak van onze Hoge Raad van 1957. Of met een verwijzing naar een nog oudere (bijbel)tekst, ja, soms ben je je broeders hoeder. En naarmate je de grotere, sterkere, slimmere en machtiger broer bent, moet je ook beter voor je broer zorgen.

20170514_133047

Wie zich goed of integer wil gedragen, kan zich dus beter laten leiden door die gulden regel waarin die “gij” en “de ander” onze samenleving vormen met onze normen en waarden.